100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jaarverslaggeving $4.19   Add to cart

Summary

Samenvatting Jaarverslaggeving

1 review
 404 views  14 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 12 t/m 18 (m.u.v. 15) van 'Jaarverslaggeving'.

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • Hoofdstukken 12 t/m 18 m.u.v. 15
  • May 14, 2014
  • 24
  • 2012/2013
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: alexandervandenbeuken • 6 year ago

Translated by Google

reads fine, well summarized

avatar-seller
12. INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN EN
WAARDERINGSGRONDSLAGEN

12.1 ELEMENTEN VAN EEN WINSTBEPALINGSSTELSEL
Winst = toename eigen vermogen <- bij stabiel prijsniveau.


Wist is het bedrag dat aan het einde van een periode aan de onderneming kan worden onttrokken,
zodanig dat die onderneming daarna weer in dezelfde positie is als aan het begin van de periode.


Wanneer is de onderneming weer in dezelfde positie? = afhankelijk van instandhoudings- of
handhavingsdoelstelling.


Nomalistische winstopvatting: onderneming is weer in dezelfde positie, als in geld gemeten de
beginsituatie hersteld is. (houdt geen rekening met prijsstijgingen)


Substantialisme: onderneming is weer in dezelfde positie, als in productiemiddel de beginsituatie
hersteld is. (houdt wel rekening met prijsstijgingen)


Voorraadresultaat: het verschil tussen nominalistische methode en Substantialisme. Het is dus de
inkoopprijsstijging.


Bij nominalisme maken gerealiseerd voorraadresultaten dus deel uit van de winst.


Handhaving van de algemene koopkracht van het eigen vermogen: er is sprake van winst als de
koopkracht van het door de eigenaren in de onderneming geïnvesteerde vermogen is toegenomen,
zodat er meer geconsumeerd kan worden aan het einde, dan aan het begin. Hierbij gaat het om
mutaties in het algemeen prijspeil.


Monetair activum: deze posten luiden in geld


Wanneer je kiest voor de instandhoudingsdoelstelling, moet je de materiële activa vertalen in geld. (bij
kasgeld = monetair, dus hoeft niet). De manier van het vertalen in geld = waarderingsgrondslag.


Waarderingsgrondslagen voor materiële activa:
 Historische kostprijs: werkelijk betaalde inkoopprijs

,  Vervangingswaarde: op balansdatum actuele inkoopprijs;
 Voor inflatie gecorrigeerde historische kostprijs: werkelijke betaalde inkoopprijs x stijging van
prijspeil (minder voor de hand liggend)
 Geschatte verkoopprijs/reële waarde (hiermee verlaat je realisatieprincipe, maar wordt
gebruikt voor bijv. beleggingen)


Verkoopprijs en vervangingswaarde kunnen nagenoeg gelijk zijn.


Waarderings- Instandhoudingsdoelstellingen
grondslag Nominalisme Substantialisme Handhaving koopkracht EV
Historische Historische kostenstelsel
kostprijs


Vervangings- Modern nominalisme Vervangingswaarde Stelsel Bakker
waarde stelsel


Voor inflatie General price-level
gecorrigeerde accounting
historische
kostprijs


Geschatte Reële waarde stelsel
verkoopprijs

, HOOFDSTUK 13: HISTORISCHEKOSTENSTELSEL
13.1 TOEPASSING VAN HISTORISCHE KOSTEN OP DE VASTE ACTIVA
Historische kostenstelsel is gebaseerd op werkelijk betaalde prijzen en daardoor vrij van schattingen.


Vaste activa – afschrijving


Stijging van vervangingswaarde worden niet via hogere afschrijvingen in mindering op de winst
gebracht. Resultaat in nominalistisch.




13.2 TOEPASSING VAN HISTORISCHE KOSTEN OP DE VOORRADEN
Binnen het historisch kostenstelsel kunnen en verschillende aannames worden gedaan wat betreft het
verloop van de voorraad:
 FIFO
 Gemiddelde inkoopprijs;
 LIFO.


FIFO = First in First out.
Voorraadresultaat: verkoop – inkoop = schijnwinsten. Je loopt het risico van uitholling van de
onderneming.


Gemiddelde inkoopprijs: gewogen gemiddelde van de voorraad. Wordt dus aangepast na iedere inkoop.
Hiermee worden de voorraadresultaten nog grotendeels tot de winst gerekend, maar minder dan in t
geval van fifo. Blijft wel als nominalistisch te beschouwen.


Lifo: last in First out. Twee varianten:
 Individueel
 Collectief


Individueel lifo: per transactie bekijken welke voorraad op het moment van verkoop het meest recent is
ingekocht.
Werkt tamelijk substantialistisch als in en verkopen redelijk met elkaar in de pas lopen


Collectief lifo: de laatste in de betreffende periode ingekochte voorraden worden in aangenomen
verkocht te zijn, ongeacht de volgorde van in en verkopen. Is fysiek onmogelijk.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannea91. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84251 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.19  14x  sold
  • (1)
  Add to cart