Paragraaf 1. Inleiding: de vraag naar onze menselijke natuur
Bij wijsgerige antropologie staat de menselijke zelfinterpretatie centraal → lange tijd
geïdentificeerd met zoektocht naar antropologisch verschil = wezenlijke kenmerk
waarmee mens zich zou onderscheiden van een dier.
Paragraaf 2. Korte historische achtergrond
Wijsgerige antropologie is pas ontstaan in 20e eeuw. Deze vakwetenschap ging ervan uit
dat mensen hetzelfde zijn als dieren en dus verwant is aan biologie en ethologie.
Filosofen zijn van oudsher geïnteresseerd in het menselijk zelfbegrip. Zij probeerden in
kaart te brengen welke voorwaarden vervuld moesten zijn om de verzameling feiten
mogelijk te maken die de empirische antropologen over exemplaren van de mensensoort
hadden vastgelegd. Deze voorwaarden moesten uit een principe komen en een geheel
vormen → zodat ook antwoord gegeven wordt op de vraag 'waardoor' = een vraag naar
het wezen van de mens.
Er kwam een verzameling typeringen van het wezen van de mens (homo faber, homo
laborans, homo ludens, homo sociologicus etc.). Er deed een ontwikkeling op met het
belang aan de vraag naar het verschil tussen mensen en dieren de vraag naar het
wezen van de mens. Volgens de positivisten zijn deze vragen cognitief betekenisloos en
dus niet te beantwoorden.
Rond 1950 stierf de wijsgerige antropologie als onderzoeksprogramma met de
vaststelling dat de mens de diersoort is waarvan de existentie aan de essentie
voorafgaat, bereikte het vak een natuurlijk eindpunt.
Paragraaf 3. Bewustzijn en vrije wil
De vraag naar wezenlijke verschil tussen menselijke en niet-menselijke natuur werd
gesteld tegen achtergrond van snel opkomende en succesvolle moderne
natuurwetenschappen, die al sinds 16e/17e eeuw Cartesiaanse dualisme van lichaam en
geest hadden. Eerste wijsgerig antropologen gingen er vanuit dat menselijke geest
cruciale kenmerk was bij het onderscheiden van dieren. Wie het feit benadrukt dat wij
ons dankzij onze geest bewust zijn van de wereld om ons heen, zal bewustzijn aangeven
voor de onderscheiding van dieren. Wie benadrukt dat wij dankzij onze geest vrij en
verantwoordelijk kunnen handelen, zal een vrij wil aanwijzen voor het antropologische
verschil.
Paragraaf 3.1. Bewustzijn
Mensen (maar niet niet-menselijke natuur) zijn zich bewust van de wereld om hen heen.
Veranderingen in de interne toestand van dingen hebben voor die dingen niets te
betekenen want betekenis vooronderstelt bewustzijn. Zoals Sartre het zegt is de
natuur bij zichzelf, maar zonder zich bewust te zijn van zichzelf (en soi) en mensen zijn
van zichzelf bewust (pour soi). ‘Reageren’ kan uitsluitend bestaan in verandering van
, interne toestand. Maar als het object zo’n verandering niet meemaakt, is de verandering
betekenisloos.
Voor Descartes (en Sartre) moet het verschil tussen menselijke en niet-menselijke natuur
begrepen worden in termen van bewustzijn. Bewustzijn is dat wat ervaring tot ervaring
maakt in Cartesiaanse traditie verbonden met het onmiddellijke perspectief van het
subject, dat zich op een ervarende en kennende manier tot de wereld verhoudt. Het is
een soort binnenwereld, die bevolkt wordt door representaties van de ‘buitenwereld’. De
moeilijkheid hierbij is dat wij alleen van buitenaf naar andere organismen kunnen kijken
en de ‘binnenwereld’ vanuit zo’n buitenperspectief net niet kunt zien.
Solipsisme = de leer die stelt dat alleen het eigen bewustzijn met zijn inhouden bestaat,
en dat alles wat er buiten ons is, of lijkt te zijn, niets anders is dan fatasmata die zich in
het eigen bewustzijn ophouden. Het ‘other-minds’-vraagstuk is sceptische positie over
aanname dat organismen buiten mijzelf ook een bewustzijn, of ‘mind’ hebben en omvat
twijfel over de gronden voor die conclusie. Als we Cartesiaans bewustzijnsmodel
accepteren lijken deze posities onontkoombaar. Als we dat model opgeven, kan
bewustzijn niet het antropologische verschil maken. We kunnen een tweedeling maken
tussen bewuste en niet-bewuste entiteiten, maar deze tweedeling loopt niet parallel met
het onderscheid tussen mensen en de niet-menselijke natuur.
De denkstap, chauvinistische extrapolatie, vooronderstelt een antropologisch verschil,
terwijl we dat willen aantonen namelijk wanneer je op grond van privébesef van je
eigen bewustzijn concludeert tot een exclusief menselijk bewustzijn, steunt dat de
aanname dat het antropologische verschil begrepen moet worden in termen van
bewustzijn.
Paragraaf 3.2. Vrije wil
Mensen worden doorgaans verantwoordelijk gehouden voor hun handelingen, dieren en
kinderen niet. Ook al gaan we bij onze kinderen wel uit dat we ze een
verantwoordelijkheidsbesef (= besef van keuzevrijheid en vrije wil) kunnen bijbrengen.
Dit kunnen ze omdat ze, zo is het idee, exemplaren zijn van de menselijke soort ze
zijn fundamenteel anders dan niet-menselijke dieren, omdat ze een vrije wil hebben. Er is
een aanname dat alleen sprake kan zijn van vrije wil als er voor de actor alternatieven
bestaan waaruit hij kan kiezen, zodat hij anders kan doen dan hij in bepaalde situatie
doet. Omdat actoren verantwoordelijk zijn voor hun handelingen, veronderstelt dat
spontaniteit enerzijds en mogelijkheid om controle uit te oefenen anderzijds.
De eis van spontaniteit garandeert dat er sprake is van meer dan louter een proces van
causale wetmatigheid. Het helpt onderscheid te maken tussen natuurverschijnselen en
menselijke handelingen. Het gedrag van mensen heeft zijn oorzaak niet alleen in
wetmatigheid van omstandigheden, maar ook in vrijheid van de geest.
De eis van controle garandeert dat ons spontane handelen geen willekeurig handelen is.
Een besluit moet effectief zijn en leiden tot bedoelde gedrag.
Paragraaf 4. Zelf-bewustzijn en zelf-bepaling
Er is een dimensie aan bewustzijn en vrije wil die we tot nu toe, ten onrechte, over het
hoofd hebben gezien die van zelfreflectie, de dimensie van bewustzijn en vrije wil
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SILY. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.