100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding staats- en bestuursrecht probleem 2 (werkgroep) $3.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding staats- en bestuursrecht probleem 2 (werkgroep)

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Inleiding staats- en bestuursrecht probleem 2 (werkgroep). zeer uitgebreide samenvatting van het probleem dat is behandeld in de onderwijsgroepen aan de Erasmus Universiteit

Preview 4 out of 41  pages

  • Unknown
  • October 28, 2020
  • 41
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Leerdoelen probleem 2:
1. Hoe komt een wet tot stand?
2. Welke rechten tot het wijzigen van wetten heeft de Tweede Kamer wel en de Eerste Kamer
niet? (en welke heeft de Eerste Kamer wel)
3. Wat is een APV en wie stelt deze vast?
4. Welke vormen van decentralisatie zijn er?
5. Hoe kan een grondwetwijziging plaatsvinden?
6. Welke organen zijn er op gemeentelijk niveau en wat zijn de verhoudingen?

,Leerdoel 1: Hoe komen wetten tot stand? Korte vorm

1 Inleiding
De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal (art. 81 Gw). In de
praktijk is het vaak de minister die een voorstel indient.


De wetgever
- Art. 81 GW: “De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten- Generaal
gezamenlijk.”
- De regering en de Staten-Generaal oefenen samen één functie uit→ de wetgevende.
- Koning bekrachtigt het wetsvoorstel door het te ondertekenen→ betrokken minister/
staatssecretaris tekent mee→ Wetgever is de combinatie parlement-regering.
- Delegatie van wetgevende bevoegdheid→ doorgeven van bevoegdheid aan een ander orgaan→
opdracht tot wetgeving door andere organen→ mits de GW zich hier niet tegen verzet. Bijv.
regering die regels vaststelt voor een AMVB.
Het legaliteitsbeginsel
- Wet in formele zin→ een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal.
- Wet in materiële zin→ een besluit dat algemeen is, dat voor herhaalde toepassing vatbaar is,
dat bestemd is om buiten de administratie te werken en dat burgers en overheidsorganen
bindt.
- Algemeen→ voor herhaalde toepassing vatbaar, als de regel op meerder personen of gevallen
valt→ algemeen bindend voorschrift
- WIM→ Algemeen bindend voorschrift→ grondslag in de wet of GW .

2 Procedure
Er zijn diverse manier waarop een wet tot stand kan komen. Voor nu wordt de normale procedure
besproken. De normale procedure van indiening door de regering bestaat uit een negental fasen:

Fase
1 Interne voorbereiding op ministerie
2 Opmerkingen door ministerraad
Wijzigingen ministerraad
3 Advies van Afdeling advisering van de Raad van State
4 Zending naar Koning
5 Voorbereidend onderzoek Tweede Kamer
6 Openbare behandeling Tweede Kamer (amendement, amendement onaanvaardbaar (voor
minister)/ontoelaatbaar(Tweede Kamer))
7 Behandeling Eerste Kamer (geen amendement, wel novelle)
8 Bekrachtiging door Koning
9 Bekendmaking en inwerkingtreding nieuwe wet

, 2.1 Interne voorbereiding op ministerie
De gedachte dat een bepaald onderwerp regeling bij wet vereist, komt bij de minister tot wiens
gebied het onderwerp behoort. Voordat hij met een voorstel komt, worden tegenstrijdige belangen
in kaar gebracht. Hiervoor wordt vaak een commissie benoemd. Er zijn ook veel permanente
adviescommissies. Soms wordt er ook weleens, om reacties uit te lokken, een concept gepubliceerd.

- De eerste moeilijkheid voor de minister is dat het wetsvoorstel , behalve een centrale gedachte,
ook een vorm moet krijgen. Technische moeilijkheden moeten worden opgelost door de met
het ontwerpen van wettelijke regelingen belaste ambtenaren van het departement van de
minister.
- Daarnaast is er nog de moeilijkheid dat sommige groepen moeite zullen hebben met de inhoud
en deze wet niet tot stand willen zien komen.
- De minister die voor een dergelijk vraagstuk met tegenstrijdige opvattingen en belangen
geplaatst wordt, zal het moeilijk vinden een beslissing te nemen over de inhoud die het
wetsvoorstel zal moeten krijgen. Voor die beslissing zal hij een commissie benoemen.

Het benoemen van een commissie is de eerste stap richting het tot stand komen van een wet.
- De commissie is belast met het voorbereiden van een wetsvoorstel.
Een minister zal zo’n commissie beroepen als :
- 1 het onderwerp verschillende reacties oproept of als
- 2. op het terrein van meer dan één ministerie ligt.
- Als het om een bijzonder belangrijk onderwerp gaat wordt er een staatscommissie gekozen 
deze wordt bij koninklijk besluit ingesteld.

Om reacties in en buiten het parlement uit te lokken wordt ook wel eens een voor ontwerp van
wet (conceptwetsvoorstel) gepubliceerd of een nota m.b.t. de voorgenomen wetgeving aan de
Tweede Kamer gezonden.

De voorbereiding van een wetsvoorstel is dus een moeizame en vaak langdurige arbeid. De
laatste tijd probeert de regering tot ‘deregulering’ te komen, d.w.z. tot een terughoudend
wetgevingsbeleid om zo de overdaad aan gecompliceerde en onoverzichtelijke regelgeving
terug te dringen.



2.2 Opmerkingen door ministerraad
Het wetsvoorstel wordt ingediend bij de ministerraad (art. 4 lid 2 sub a RVOMR). Het voorstel wordt
aan alle ministers toegezonden voor politieke en technische opmerkingen. Deze feedback kan de
minister gebruiken om het voorstel eventueel aan te passen.



Wijzigingen door ministerraad
Deze opmerkingen kunnen aanleiding zijn voor de voorstellende minister om wijzigingen aan te
brengen.

, 2.3 Advies van Afdeling advisering van de Raad van State
- Indien de ministerraad akkoord gaat, wordt het wetsvoorstel ingediend bij de Afdeling
advisering van de Raad van State (art. 73 Gw jo. 17 RvS).
Dit houdt in dat de Afdeling een advies uitbrengt over voorstellen van wet. De Afdeling toetst
een wetsvoorstel aan 3 aspecten:
- Beleidsmatige inhoud
- Juridische kwaliteit v/h wetsvoorstel (past het voorstel in het bestaande rechtssysteem).
- Wetstechnische kwaliteit v/h wetsvoorstel; door o.a. de innerlijke consistentie te beoordelen.
Echter, daar de RvS fungeert als het bestuurlijk geweten van de regering, zal de minister daaraan
doorgaans wel gehoor geven. De ministerraad zal opnieuw over de wijzigingen moeten vergaderen.
De adviezen van de Afdeling advisering zijn in eerste aanleg ten dienste van de regering. Zij worden
aan de Staten-Generaal overgelegd (art. 80 lid 2 Gw). Deze kunnen dus kennisnemen van de kritiek
van de Afdeling advisering op het oorspronkelijke wetsvoorstel en van de wijzigingen die de regering
naar aanleiding van het advies in het voorstel heeft aangebracht.


- De Afdeling advisering stuurt het vastgestelde advies naar de betrokken minister.
- Opnieuw overweegt de minister of hij de door de Afdeling voorgestelde wijzigingen zal
aanbrengen hij is niet verplicht dit te doen maar zal het meestal wel doen omdat de Afdeling
advisering in deze als het ware als het bestuurlijk geweten van de regering fungeert. Als de
minister naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering belangrijke wijzigingen in
het voorstel overweegt, moet de ministerraad daarover opnieuw beraadslagen (art. 4 lid 2 sub
A3 RvO MR


2.4 Zending naar Koning
- Nadat het advies van de RvS in het wetsvoorstel is verwerkt, zal de minister de koning
verzoeken om het voorstel te zenden aan de Tweede Kamer (art. 83 Gw).
- Het advies en de ondertekende memorie van toelichting wordt met het wetsvoorstel
meegezonden (art. 26 RvS).
- De Koning verzendt het met een ‘koninklijke boodschap’ (een door de Koning ondertekende
aanbiedingsbrief), tenzij tot indiening ‘vanwege’ de Koning – bijv. door een minister met
koninklijke machtiging– besloten wordt.


2.5 Voorbereidend onderzoek Tweede Kamer
- Als het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer is verzonden (met koninklijke boodschap,
memorie van toelichting en advies van de Afdeling advisering van de Raad van State), zal het
wetsvoorstel voor het eerst openbaar worden gemaakt.
- De Kamervoorzitter zal het wetsvoorstel aan een vaste of algemene commissie zenden (art. 90
RVOTK). Er kan ook worden gekozen dat er eerst een debat over de hoofdlijnen van het
voorstel wordt gehouden (art. 91 RVOTK).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delisav. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.88
  • (0)
  Add to cart