Een zelfgemaakt oefententamen voor het vak inleiding psychologie. Alle onderdelen worden getoetst in 58 multiple-choice vragen. De goede antwoorden staan achterin.
Test Bank for Psychological Science, 6th Edition, Michael Gazzaniga.pdf
All for this textbook (48)
Written for
VU - Vrije Universiteit
Psychologie
Inleiding in de psychologie
All documents for this subject (1)
8
reviews
By: bobbivankampen • 4 year ago
By: elisadewolff • 4 year ago
By: labroere • 4 year ago
By: silkesss • 4 year ago
By: jgoede • 4 year ago
By: filizcam • 4 year ago
Translated by Google
Error in reply 13
Number of questions strangely formulated, but convenient to practice.
By: bezismit00 • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
maritberghuis
Reviews received
Content preview
Oefententamen inleiding psychologie
1. Als we weten dat het gen voor blauwe ogen recessief is, wat kunnen we dan concluderen
over de ouders van iemand met blauwe ogen?
a. Beide ouders hebben ook blauwe ogen.
b. Beide ouders dragen het gen voor blauwe ogen bij zich, maar hoeven zelf geen
blauwe ogen te hebben.
c. Minimaal een van de ouders heeft blauwe ogen.
d. Minimaal een van de ouders draagt het gen voor blauwe ogen bij zich, maar hoeft
zelf geen blauwe ogen te hebben.
2. Er zijn wel meer dan 400 genen die invloed hebben op de lengte van iemand, hoe wordt dit
ook wel genoemd?
a. Monogene erfelijkheid
b. Polygene erfelijkheid
c. Dominante erfelijkheid
d. Diploïde erfelijkheid
3. Een man heeft hersenschade opgelopen bij een ongeluk waardoor hij geen nieuwe
herinneringen meer kan maken. Hij kan zich nog alles herinneren van voor het ongeluk, maar
kan sinds het ongeluk niks meer onthouden. Deze man heeft waarschijnlijk last van …
amnesie, door schade in de … kwab.
a. Retrograde; pariëtale
b. Retrograde; temporale
c. Anterograde; pariëtale
d. Anterograde; temporale
4. Wat is GEEN natuurlijke manier van het lichaam om de hoeveelheid neurotransmitters in een
synaps te controleren?
a. Heropname (reuptake)
b. Deactivatie enzymen
c. Nabootsen van een neurotransmitter
d. Autoreceptor
5. Het autonoom zenuwstelsel regelt de … processen in het lichaam, door communicatie tussen
het centrale zenuwstelsel en ….
a. Onbewuste; interne organen
b. Onbewuste; spieren
c. Bewuste; interne organen
d. Bewuste; spieren
6. Wat is de functie van de hypothalamus?
a. Het maken van nieuwe herinneringen
b. Het ontvangen van zintuiglijke informatie
c. Plannen maken en bewegen
d. Behouden van homeostase
, 7. Welke methode maakt gebruik van een radioactieve injectie?
a. EEG
b. PET
c. MRI
d. fMRI
8. Om een neurotransmitter te remmen wordt een … toegediend, om het effect van een
neurotransmitter juist te verhogen wordt een … toegediend.
a. Agonist; agonist
b. Agonist; antagonist
c. Antagonist; antagonist
d. Antagonist; agonist
9. Het deel van de neuron die verantwoordelijk is voor het ontvangen van signalen van andere
neuronen heet: …. Het deel van de neuron die verantwoordelijk is voor het uitscheiden van
chemische signalen heet: ….
a. Axon; Dendriet
b. Dendriet; Axon
c. Axon; Terminale knoppen
d. Dendriet; Terminale knoppen
10. Een gespleten-brein patiënt kan alleen vertellen over informatie die hij ziet met zijn … oog,
doordat de functie om te spreken in de … zit.
a. Rechter; linkerhersenhelft
b. Rechter; rechterhersenhelft
c. Linker; linkerhersenhelft
d. Linker; rechterhersenhelft
11. Het cocktail party fenomeen laat zien dat je aandacht kan hebben voor..
a. Alles in je omgeving
b. Meerdere dingen in je omgeving, afhankelijk wat interessant is
c. Een beperkt deel van je omgeving
d. Een beperkt deel van je omgeving, terwijl je onbewust ook andere informatie
opvangt.
12. Wat is het idee achter de theorie van het circadiaans ritme?
a. We slapen om ons lichaam te repareren
b. We slapen zodat ons lichaam rust krijgt
c. We slapen ’s nachts als een product van natuurlijke selectie: de nacht was gevaarlijk.
d. We slapen om geleerde informatie te versterken in ons brein.
13. Subliminale perceptie heeft voor een … tijd, … invloed op complex gedrag.
a. Korte; veel
b. Korte; weinig
c. Lange; veel
d. Korte; weinig
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritberghuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.