100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H2 | De wereld: een systeem van landen en relaties - De Geo Wereld: Globalisering (5/6 VWO) $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting H2 | De wereld: een systeem van landen en relaties - De Geo Wereld: Globalisering (5/6 VWO)

4 reviews
 269 views  9 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Dit is een samenvatting van H2 | De wereld: een systeem van landen en relaties van het boek De Geo Wereld: Globalisering (5/6 VWO). Alle paragrafen zijn hierin kort uitgelegd met de belangrijke begrippen dikgedrukt. Hopelijk kan dit jou als potentiële koper helpen met het maken van het tentamen!

Last document update: 1 year ago

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2
  • October 28, 2020
  • April 3, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

4  reviews

review-writer-avatar

By: JArbouw • 1 year ago

review-writer-avatar

By: thijmendehaas • 3 year ago

review-writer-avatar

By: otson15 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: fennatempelman • 4 year ago

avatar-seller
De Geo: Globalisering || Samenvatting Hoofdstuk 2: De wereld: een systeem van landen en relaties




H2 | De wereld: een systeem van landen en relaties
§2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem
Begrippen
Centrumland = Land in een hoogontwikkelde rijke regio van het wereldsysteem, waarin de
economische en politieke macht is geconcentreerd. Heet ook wel kernland.
Europeanisering = Overname van Europese waarden en normen, maar ook van politieke en
economische elementen, in andere cultuurgebieden.
Fragmentarische modernisering = Het naast elkaar voorkomen van moderne en traditionele
economische activiteiten in hetzelfde gebied.
Global shift = De verschuiving van het economische zwaartepunt in de wereld.
Hegemoniale staat = Staat die met economische, financiële, politieke en militaire middelen een
dominerende (overheersende en beslissende) rol speelt in het wereldsysteem.
Imperialisme = Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden
door gebieden te veroveren en te controleren.
Internationale arbeidsverdeling = De verdeling van de agrarische, industriële en dienstverlenende
activiteiten over de landen van het wereldsysteem.
Kolonialisme = Systeem waarin vooral Europese landen (overzeese) gebieden bezetten uit
economische en/of strategische overwegingen of als potentieel vestigingsgebied.
Multinationale onderneming = Onderneming met vestigingen in landen verspreid over de wereld.
Periferie = Regio in het wereldsysteem waar de economische activiteiten sterk zijn afgestemd op de
belangen van de kernlanden. Er is een lage productiviteit en een laag inkomen per inwoner, een
eenzijdige structuur en een fragmentarische ontwikkeling.
Semiperiferie = Regio die qua economische en politieke macht een middenpositie inneemt tussen
centrum en periferie. Wordt gekenmerkt door een behoorlijke industrialisatiegraad en een
behoorlijke afzet van de productie in de kernregio’s van het wereldsysteem.
Staat = Begrensd gebied (territorium), waar de bewoners soeverein zijn en dat bestuurd wordt door
gezaghebbend orgaan.
Wereldsysteem = Samenhangend geheel van landen met hun onderlinge politieke, culturele en
economische relaties, bestaande uit kernlanden, periferie en semiperiferie gebieden.

Samenvatting
De wereld als systeem
► Een systeembenadering kan inzicht geven in de samenhang van verschijnselen en gebieden.
● In het wereldsysteem zijn landen elementen die, samen met de economische, politieke en
culturele relaties, het wereldsysteem vormen.
Drie groepen landen
► Met twee criteria deel je de landen in drie groepjes in:
- de soort economische activiteiten en de omvang ervan.
- de soort (economische en politieke) relaties.
● Centrumlanden: hoogontwikkeld, grote rol wetenschappelijke kennis, geavanceerde technologie,
grote arbeidsproductiviteit, gediversifieerde economie, veel hoofdkantoren van internationale
ondernemingen, intensieve handels- en kapitaalstromen, veel politieke macht.
● Semiperiferie: lager bbp/hoofd dan centrumlanden, meer arbeidsintensieve exportindustrie,
hoge industrialisatiegraad, sterk georiënteerd op centrum.
● Periferie: sterk afhankelijk van het centrum en de semiperiferie door leveren land- en/of
mijnbouwproducten en laagwaardige industriële goederen, fragmentarische modernisering.
Start van de globalisering
► Na de Europese middeleeuwen kalfde de geopolitieke macht van de islamitische wereld af.
● Europese staten als Portugal, Spanje, Engeland en Nederland stichtten koloniën.
● West-Europa was de kernregio in de fase van het handelskapitalisme.
Europese machtsuitbreiding
► De industrialisatie van de kernregio vergrootte de macht in het wereldsysteem. De
exploitatiekoloniën, waar spoorwegen aangelegd werden, leverden grond- en hulpstoffen en
energiebronnen.


1

, De Geo: Globalisering || Samenvatting Hoofdstuk 2: De wereld: een systeem van landen en relaties


● De koloniën importeerden industrieproducten en ambachten verdwenen er.
Succes
► Vooral twee factoren zorgden voor succes van Europa:
● de kapitalistische markteconomie.
● de stimulerende rol van de overheid in West-Europa. Bijvoorbeeld de uitbouw van de
infrastructuur door afromen van de winsten uit de periferie.
Vestigingsgebieden voor Europeanen
► Uit de dertien vestigingskolonies aan de oostkust van Noord-Amerika ontwikkelde zich de
Verenigde Staten van Noord-Amerika.
● De V.S. werd een tweede geïndustrialiseerde kernregio in de wereld.
● De V.S. en enkele andere vestigingskolonies speelden een belangrijke rol in de Europese
voedselvoorziening, zoals Argentinië, Zuid-Brazilië, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw Zeeland.
Hegemoniale staten
► In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond het imperialisme.
● Nog niet door Europa onderworpen gebieden werden om strategische of economische redenen aan
het eind van de 19e en begin 20e eeuw volledig en (willekeurig) opgedeeld.
● Groot-Brittannië werd toen de hegemoniale staat, met als concurrenten Duitsland, Frankrijk,
Nederland en de V.S.
Dekolonisatie
► De dekolonisatie in Latijns-Amerika vond vooral plaats in de 19e eeuw.
Pas na de Tweede Wereldoorlog volgden Aziatische en Afrikaanse staten.
● De multinationale ondernemingen hielden de internationale arbeidsverdeling in stand. Men
spreekt over neokolonialisme.
● De V.S. nam de hegemoniale positie van Groot-Brittannië over.
Europeanisering
► Tot aan de dekolonisatie was er vooral sprake van europeanisering.
● Europese talen en de Europese religie verspreidden zich over vestigingskoloniën. Elders waren
handelscontacten van belang bij europeanisering.
Economische stempel
► Rond 1970 kende de wereld vooral een tweedeling: tegenover de hoogst ontwikkelde landen (in
West-Europa, Noord-Amerika en Japan) stond de vaak straatarme rest van de wereld (met
uitzondering van Japan, Zuid- Korea, Singapore en Taiwan).
● Er was sprake van een centrum-periferieverhouding, waarin het centrum zich ontwikkelde ten
koste van de periferie, vooral door de
internationale arbeidsverdeling. Daarvoor zorgde
onder meer de ruilvoetverslechtering.
● Andere redenen voor slechte ontwikkeling in de
periferie zijn de vernietiging van de traditionele
ambachten en slecht bestuur.
■ Landen met een planeconomie vielen buiten de
tweedeling. Veel van deze landen scoorden
economisch slecht en stapten aan het einde van de
Koude Oorlog (1989) over op een markteconomie.
Global shift
► De ontwikkeling van het wereldsysteem zorgde voor een global shift.
● Het aantal centrumlanden was maar heel klein.

§2.2 Verschuiving in het wereldsysteem
Begrippen
BRICS-land = Politieke en economische organisatie van Brazilië, Rusland, India, China en
Zuid-Afrika die zich (met uitzondering van Zuid-Afrika) in een vergelijkbaar stadium van
economische ontwikkeling bevinden.
Kapitaalstroom = De verplaatsing van geldstromen die te maken hebben met investeringen in de
productiecapaciteit van een ander land.
Multipolaire wereld = Wereldsysteem met meerdere economische en politieke machtscentra.


2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Justin1303. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  9x  sold
  • (4)
Add to cart
Added