Leerdoelstellingen Inleiding
Hoofdstuk 1: inleidend hoofdstuk
De gebruikte definities kunnen citeren.
Toerisme is reizen met recreatieve of zakelijke doeleinden. Toeristen zijn
mensen ‘die reizen naar plaatsen buiten hun gebruikelijke milieu, en daar
niet langer dan één jaar voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden
Toerisme
verblijven’. (WTO)
Recreatieve activiteit die buiten deeigen woning wordt ondernomen en
waarbij men minimaal een uur van huis is.
Vrijetijdsactiviteit
Vrijetijdsactiviteit van minimaal twee uur, waarbij men zich verplaatst
naar een toeristische locatie en dezelfde dag terug naar de eigen woning
Dagtoerisme reist, dus zonder een overnachting. De activiteit vindt plaats buiten de
gebruikelijke omgeving. Vaak stelt men ook dat men zich minimaal 20km
verplaatst om te kunnen stpeken over dagtoerisme.
Deelname aan een reis, vakantie waarbij men verblijft en overnacht
(minimaal één nacht) in een andere dan de gebruikelijke omgeving.
Verblijfstoerisme
De som van verblijfstoerisme en dagtoerisme, zowel vrijetijdstoerisme
(leisuretoerisme) als zakelijk toerisme (business toerisme). Dus de
Vrijetijdseconomie
volledige economische sector die bijdraagt aan het toerisme en de vrije
tijd.
Reizen waarbij alle verrinchtingen, vaak recreatief, voldoen aan het
Leisure toerisme verlangen naar ontspannen, beleven en ontdekken. Vaak gekoppeld aan
verblijf en overnachting.
Business toerisme MICE-toerisme en zakelijk toerisme
MICE is het acroniem voor de woorden Meetings, Incentives,
Conferences, Exhibitions/Events. Tegenwoordig spreekt met evenwel
vaker over het ‘meetingtoerisme’. Het gaat bij MICE om dagtoerisme of
verblijfstoerisme, waarbij mensen samenkomen met een bijzonder doel,
MICE-toerisme binnen werkomstandigheden en verloond. Incentives worden meestal
ondernomen als een beloning voor personeel of klanten, met als
primaire doel entertainment en samenzijn. Een meetcentive is een
vergadering of samenkomst gekoppeld aan een belevingsvolle
vrijetijdsactiviteit.
Onder zakelijk toerisme verstaan we een- of meerdaagse reizen met
Zakelijk toerisme
zakelijke motieven, vaak individueel. Bijvoorbeeld het bezoeken van
, klanten en filialen of het tijdelijk ingeschakeld worden in een ander bedrijf.
Bij zakelijk toerisme werk je en ontvang je een loon.
De reisagent is een bemiddelaar of tussenpersoon. Hij verkoopt
pakketreizen of losse onderdelen van een reis (hotel, vlucht, trein,
verzekering, huurwagen); de reisagent leeft van een commissie die hij
Reisbureau,
krijgt van de leverancier of van een dossierkost die hij aanrekent aan de
reisagent9
klant.
Maakt de brochures met daarin pakketreizen (hotel + vervoer). Normaal
gezien verkoopt hij pakketreizen via een reisagent. Soms verkoopt hij
Touroperator10 rechtstreeks aan de klant.
overheidsdienst die tot doel heeft het toerisme naar een bepaalde streek
Dienst voor te bevorderen. Ze wordt ook toeristische dienst of VVV genoemd. Ze is
toerisme geen commerciële organisatie die winst wil maken. Ze geeft informatie aan
toeristen via websites, infokantoren en folders.
regelmatige lijndienst van een luchtvaartmaatschappij of carrier. De uren
worden gepubliceerd op een website. Je vindt de uurregeling ook terug op
Lijnvlucht verschillende computerreserveringssystemen.
afgehuurde vlucht. Meestal wordt een vliegtuig met bemanning afgehuurd
Chartervluchten door een touroperator. Deze vult het toestel met klanten die een
pakketreis geboekt hebben uit een brochure. Chartervluchten vliegen niet
noodzakelijk op regelmatige tijdstippen en de uurregeling is niet op
officiële websites terug te vinden.
IATA International Air Transport Association
World Travel Tourism Iouncil
WTTC
ILO of IAO international labour organization of Internationale arbeidsorganisatie.
severe acute respiratory syndrom
SARS
MDG millenium development goals
UNTWO United Nations World Tourism Organization
UNSTAT United Nations Statistical Commission
De Tourism Satellite Account is een instrument om de economische impact
TSA
van het toerisme te becijferen.
,Een basiskennis van het toerismesysteem kennen.
Leiper houdt op een accurate manier rekening met heel wat onderwerpen bij het
overdenken van het fenomeen toerisme door de tijdsfacetten van de reisindustrie te
koppelen aan geografische, maatschappelijke, politieke en economische aspecten.
Er zijn drie basiselementen in Leiper’s model: toeristen, geografie, toeristische sector.
• Toeristen zijn de actoren in dit systeem. Toerisme werkt uiteindelijk met menselijk
kapitaal die de reis als een ervaring voorbereiden, ondergaan en soms herinneren als
verwezenlijking van een levensdroom. In het volgende hoofdstuk zullen we de toerist
typeren en onderbrengen in soorten.
• Geografische elementen:
o Traveller-generating region: vertegenwoordigt de markt waar toerisme
gegenereerd kan worden m.a.w. waar de “push” factoren liggen om reizen te
stimuleren en motiveren. Het is op deze markt dat de toerist informatie zal
zoeken, reservaties zal maken en tenslotte zal vertrekken.
o Tourist destination region: of de bestemmingsregio waar de toerist zal
belanden. Hier wordt de activiteit ten volle gevoeld door de planning- en
management strategieën die er werden ingevoerd. De “pull” factoren om de
bestemming te bezoeken, activeren het gehele toerisme systeem en creëren
de vraag naar toerisme in de generating region. Daarom zullen hier eerder
innovaties opduiken via nieuwe producten.
o Transit route region: beperkt zich niet enkel tot de korte periode om naar de
bestemming te reizen, maar omvat ook de tussenliggende plaatsen die
kunnen bezocht worden onderweg. Leiper zegt hierover (1990): “er is altijd
wel een pauze tijdens de reis wanneer de reiziger het gevoel heeft dat hij zijn
thuis achterliet maar nog niet arriveerde op zijn eindbestemming.”.
, • De toeristische sector: bestaat in dit model uit een reeks bedrijven en organisaties
betrokken bij de levering van het toeristisch product. Het model laat toe om de
locatie van de verschillende industriële sectors in ogenschouw te nemen. De
reisagenten en de touroperators bevinden zich meestal in de toeristen-genererende
regio; de attracties en de onthaalaccommodatie zijn dan weer in de
bestemmingsregio gelegen, de transport industrie is sterk vertegenwoordigd in de
transit route regio.
Elk van de elementen van Leiper’s toerisme model staat in onderling contact en levert
telkens een verschillende context:
• bij de levering van het toeristisch product;
• bij de transacties;
• bij de invloed.
Het feit dat toerisme ook een sector is vol contrasten wordt geïllustreerd door twee
belangrijke elementen van Leiper’s model te bestuderen. De vraag naar toerisme in de
generating destination is inherent volatiel (van nature uitvluchtig), seizoensgebonden en
irrationeel. Toch wordt deze vraag ingevuld door de bestemmingsregio (destination region)
waar het aanbod gefragmenteerd en niet flexibel is en bovendien gedomineerd wordt door
vaste investeringskosten, wat uiteraard een mogelijk verklaring kan geven voor de financiële
instabiliteit van bestemmingsregio’s.
De grote voordelen van Leiper’s model zijn de algemene toepasbaarheid, de eenvoud en de
gebruiksvriendelijkheid. Er zijn ook nog andere voordelen van deze benadering:
• Het biedt de mogelijkheid om een post-disciplinaire benadering van toerisme te
benadrukken omdat het zich niet vastpint aan één specifieke studie.
• Het is mogelijk om het model op elk niveau te gebruiken: van een regionaal resort tot
de internationale industrie.
• Het model is flexibel: enerzijds zien we de assimilatie van verschillende vormen van
toerisme, anderzijds worden ook hun gelijkenissen worden getoond. Het erfgoed- en
ecotoerisme kunnen bijvoorbeeld samen worden geanalyseerd via het gebruik van
het model. In de volgende casestudie zien we dat deze vormen geen volledige
nieuwe benadering nodig hebben maar simpelweg een analyse van elk afzonderlijk
kenmerk.
• Tot slot benadrukt het model het belang van de interactie tussen de toerisme-
actoren. In hoofdzaak bestuderen we een systeem van klanten en leveranciers die
toerisme producten en diensten vragen en leveren. Eerst elk afzonderlijk, later
gelinkt aan elkaar zodat we een echt inzicht krijgen in het hele toerisme systeem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkeeeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.