100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jeugdrecht in de praktijk $4.77
Add to cart

Summary

Samenvatting Jeugdrecht in de praktijk

 56 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Jeugdrecht in de praktijk. In 18 pagina's het hele boek!

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • October 29, 2020
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Jeugdrecht in de praktijk
Hoofdstuk 1 Familierecht
Het familierecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen personen op het
terrein van families en relaties. Verticaal: afstamming en ouderlijk gezag. Horizontaal:
huwelijk en geregistreerd partnerschap.
Juridisch ouderschap
Het afstemmingsrecht regelt de afstamming tussen ouders en kinderen. Het is een
dwingend recht=geen ruimte om op dit gebied zelf dingen te regelen. Het afstemmingsrecht
is hevig in beweging. Er is bijvoorbeeld een voorstel gedaan om 3 of 4 ouders te kunnen
hebben. Ook is het sinds 2014 mogelijk om twee moeders juridische ouder van het kind te
laten zijn.
Het EVRM heeft in Nederland een rechtstreeks werking. Dat wil zeggen dat de
rechterlijke macht alle wetgeving en bestuurd direct aan het EVRM moet toetsen en dat
personen in Nederland bij de rechter tegen beslissingen van de overheid bepalingen uit het
EVRM kunnen inroepen.
Moeder door geboorte
‘De vrouw uit wie het kind geboren is; is voor de Nederlandse wet de juridische
moeder met alle rechten en plichten die daarbij horen. Ook van toepassing wanneer een
eicel van een andere vrouw is ingebracht. Draagmoeder of wensmoeder heeft geen
rechtsgeldigheid als het over afstamming gaat.
Ouders van rechtswege
‘Huwelijksvaderschap’: de vader van een kind is de man die op het moment van
geboorte van het kind gehuwd is met de vrouw uit wie het kind geboren is. Sinds 2014 ook
geregistreerd partnerschap. Als het kind hierbuiten wordt geboren ontstaat geen vaderschap
van rechtswege maar zal de man het kind moeten erkennen.
Sinds april 2014 is ‘moederschap vanwege rechtswege’ voor de tweede moeder
mogelijk gemaakt onder twee voorwaarden: tijdens geboorte sprake van een formele relatie
(huwelijk of geregistreerd partnerschap) en het kind moet zijn verwekt door kunstmatige
inseminatie met behulp van een onbekende donor. Dit is zo geregeld omdat de donor op
grond van biologische afstamming eveneens juridisch ouderschap zou kunnen claimen,
hetgeen in strijd is met het uitgagspunt dat het kind maximaal twee ouders kan hebben.
De meemoeder kan ook erkenning aanvragen, als de juridische moeder dit weigert
kan de meemoeder naar de rechter stappen die erkenning zal toestaan wanneer hij oordeelt
dat dit in het belang is van het kind. De route van erkenning is voor vrouwenparen in twee
gevallen van belang: als ze samen een kind krijgen met een bekende donor die geen
ouderschap claimt; en als er sprake is van een onbekende donor maar beide vrouwen nog
geen formele relatie hadden op het moment van de geboorte van het kind.
Ouder door erkenning
Erkenning staat los van biologisch ouderschap. Erkenning schept een juridische
relatie tussen de man die het kind erkent en het kind. Erkenning komt tot stand wanneer de
man bij de burgerlijke stand van de gemeente verklaart dat hij het kind erkent. Dit kan voor,
meteen na de geboorte en veel later. Een cruciaal verschil met ouderschap van rechtswege
is dat voor erkenning toestemming van de moeder is vereist. Stemt de moeder niet in en kan
de man aantonen dat hij de verwekker van het kind is, dan kan hij der rechter om
vervangende toestemming vragen voor de erkenning. De rechter wijst dit toe als het belang
van het kind niet schaadt en de relatie tussen moeder en kind niet schaadt. Een kind vanaf
12 kan ook de erkenning blokkeren. Verder is erkenning niet mogelijk als het kind al 2 ouders

,heeft, ook wanneer een man een te nauwe verwantschap met de moeder heeft is het niet
mogelijk (broer, oom, vader). Ten derde is het niet mogelijk wanneer de man nog geen 16
jaar is.
Ouder via gerechtelijke vaststelling
Ouder via gerechtelijk vaststelling betreft ongeveer het omgekeerde van erkenning,
het gaat hierbij met name om partners die geen juridische ouder willen zijn. Louter op grond
van de conclusie dat de man de verwekker was, legde de rechter op verzoek van de moeder
het juridisch vaderschap op aan de man.
Sinds april 2014 is een vergelijkbare procedure ontwikkeld voor een vrouw die het
meemoederschap ontkent. Het gaat hierbij uiteraard niet om verwekkerschap maar op
grond dat deze als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met de daad die de
verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad.
Ouderschap via adoptie
In Nederland kun je via adoptie juridisch ouder worden. Alle gevolgen die de
Nederlandse wet aan het ouderschap verbindt zijn ook van toepassing op de ouders die door
adoptie een kind krijgen. Zo ontstaan er niet alleen familierechtelijke relaties tussen het
adoptiekind en de adoptieouders maar ook tussen het kind en de familie van de
adoptiefouders.
Gevolgen ouderschap
Afstammingsrecht leidt allereerst tot het ontstaan van een familierechtelijke
betrekking tussen het kind, zijn ouders en bloedverwanten. Het juridisch ouderschap heeft
nog diverse andere rechtsgevolgen.
Juridische ouders hebben meestal het gezag over hun kind (of ze kunnen hierom
vragen). Dit wil zeggen dat zij hun kind mogen opvoeden en verzorgen en zeggenschap over
het kind hebben.
Juridisch ouderschap garandeert ook een recht op (en plicht tot) omgang met het
kind. Na een eventuele scheiding mogen ouder en kind elkaar regelmatig blijven zien.
De onderhoudsplicht houdt in dat ouders verplicht zijn om de kosten van de
verzorging en opvoeding te dragen tot het einde van diens minderjarigheid. Wat onderwijs
betreft, tot 21e jaar.
Daarnaast zijn kinderen erfgenaam van hun juridische ouders en kunnen omgekeerd
ouders ook van hun kinderen erven.
Verder rechtsgevolgen wat betreft familienaam, nationaliteit, fiscaal (erf- en
schenkbelasting), sociale zekerheid en diverse procesrechtelijke gebieden. Kind krijgt
achternaam ouders, zij kiezen voornaam.
Adoptie
Soorten adoptie: kinderen van binnen de Nederlandse grenzen en buiten de grenzen.
Hiervoor gelden verschillende regels. ‘Nederlandse’ adopties moeten in kennelijk belang van
de jeugdige zijn, vaststaan dat het kind niets meer van zijn biologische ouders in de rol van
ouder te verwachten heeft, alleen adoptie als het kind onder de 18 is. Mening van het kind
speelt een rol. Wanneer het kind 12 (of ouder) is onderzoekt de rechter hoe het kind over
adoptie denkt. Rechter kan ook gewicht toekennen aan de mening van een kind jonger dan
12. Grootouders kunnen geen kleinkind adopteren.
De biologische en adoptiefouders moeten aan een aantal eisen voldoen. Ten eerste
gaat de adoptie niet door als de biologische ouders afwijzend staan tegenover de adoptie.
Tenzij er sprake is van mishandeling, verwaarlozing of niet/nauwelijks met hun kind in
gezinsverband hebben samengeleefd. Ten tweede dient de biologische moeder op het

, moment van de adoptie ten minste 16 jaar oud te zijn en dient zij op dat moment niet meer
het gezag over haar kind uit te oefenen.
De adoptief ouders moeten al ten minste 18 jaar ouder zijn dan het kind dat ze willen
adopteren. Ten tweede moet er al iets ‘bewezen’ zijn: 3 jaar samenwonen (stabiele relatie)
en het kind moet voordat het geadopteerd kan worden al ten minste een jaar bij hen thuis
wonen en door hen verzorgd en opgevoed worden.
In het Haags Adoptieverdrag staan de belangrijkste regels voor interlandelijke
adoptie. Allereerst moten kandidaat-adoptiefouders een verzoek indienen bij ministereie
van Justitie en Veiligheid. Hierna volgt een onderzoek door Raad van de kinderbescherming
naar de geschiktheid van de ouders voor adoptie. Daarna volgt een verplichte
voorlichtingscurcus over de gevolgen van adoptie. Hierna verleent minister
beginseltoestemming. Via een door de overheid erkent bemiddelingsbureau kunnen ze dan
op zoek gaan naar een adoptief kind in het buitenland. Adoptie is in Nederland mogelijk voor
getrouwde en niet-getrouwde stellen, homoseksuele en lesbische paren en voor
alleenstaanden.
Minderjarigheid
Het jeugdrecht hanteert met het oog op rechtszekerheid vaste leeftijdsgrenzen,
onafhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige. Maar het probeert
tegelijkertijd met name door het vastleggen van meerdere leeftijdsgrenzen toch zo veel
mogelijk rekening te houden met het dynamisch kindbeeld (zo goed mogelijk recht doen op
de ontwikkeling naar autonomie en eigen verantwoordelijkheid).

-12 Geen vervolging voor verdenking op strafbare feiten
12-18 Apart jeugdstrafrecht
Vanaf 18 Gewone strafrecht

Een rechter moet een kind van 12 jaar horen maar hij hoeft geen rekening te houden
met een mening van een kind van 10. Schade toegebracht door kinderen van 14 kan hun
aangerekend worden. Daarvoor zijn de ouders aansprakelijk (risicoaansprakelijkheid). Bij 14-
en 15-jarigen ligt de verantwoordelijkheid iets minder eenzijdig bij de ouders. In principe zijn
de aansprakelijk tenzij ze kunnen aantonen dat hun niet verweten kan worden dat zij de
gedragingen van het kind niet hebben verhinderd (bv. ze waren er niet bij). Vanaf 16 jaar zijn
kinderen zelf aansprakelijk voor gedragingen die andere schade toekennen.
Minderjarigheid en ouderlijk gezag
Sinds 1 januari 1988 is de grens 18 jaar geworden voor het onderscheid tussen
minder- en meerderjarigheid. Minderjarigen staan onder gezag van hun ouders of voogd.
Gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het beheer over het vermogen
en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen.
Handelingsonbekwaam
De ouders of voogd beslissen over kwesties als woonplek, schoolkeuze en medische
behandeling. Minderjarigen kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het juridische verkeer of
zelfstandig dure artikelen aanschaffen. Handlichting betekent dat de rechter een
minderjarige op diens verzoek en met instemming van zijn ouders voor bepaalde
rechtshandelingen handelingsbekwaam kan verklaren. (bv zeer uitzonderlijk minderjarige in
familiebedrijf en ouders kunnen zelf de bedrijfsvoering niet meer doen of minderjarige
moeder wil gezag over haar kind).
Hoorrecht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller racheluu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.77  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added