HC2 Filosofie: Wetenschapsfilosofie
Epistema = wetenschap = zoeken naar rationele verklaringen. Boekje inleiding wetenschapsfilosofie
bestaat uit:
1. Standaardwetenschapsmodel (natuurkunde)
2. Karl Popper: historisch rationalisme
3. Kuhn: geschiedenis van de wetenschap
De samenleving is afhankelijk van onze perceptie.
Standaardwetenschapsmodel
Singuliere feiten worden waargenomen. Door deze te generaliseren ontstaat een algemene wet: dit
proces heet inductie. De algemene wet verklaart de theorie. Empirische wetten kunnen vervolgens
weer singuliere feiten voorspellen.
Inductie moet onafhankelijk zijn van eigen mening van de wetenschapper en ontstaat via statische
modellen, wiskunde of logica. Een demacatiecriterium bepaald wat wetenschappelijke kennis is. In
het standaardwetenschapsmodel is het demacatiecriterium verificatie. Voorbeeld van een theorie:
zwaartekracht. Dit verklaart op een dieper niveau de empirische wet dat alles valt. Een wet moet:
Logisch consistent zijn
Verifieerbaar zijn
Gebaseerd zijn op theorievrije waarnemingen
Geformuleerd worden met wiskunde, statistiek of logica.
Kennis accumuleert: dat betekent dat het opbouwt. De ‘context of discovery’ mag irrationeel zijn,
een wetenschapper ontdekt iets per toeval. De ‘context of justification’ moet wel altijd
wetenschappelijk geverifieerd zijn.
Popper: kritiek op standaardwetenschapsmodel
Popper heeft twee soorten kritiek op het standaardwetenschapsmodel:
1. Logische kritiek: inductie is geen geldige redeneervorm. Het werkt niet, omdat je nooit alle
gevallen kunt toetsen (zwarte zwaan)
2. Kennistheoretische kritiek: een theorievrije waarneming is onmogelijk. Alles is gebaseerd op
theorie, het is de bril waardoor je zoekt naar nieuwe kennis. We kunnen niet naar de ‘rock
bottom of knowledge’.
Volgens Popper is een theorie pas wetenschappelijk indien je kunt zeggen wanneer deze niet geldt,
het demacatiecriterium is hier falsificatie. Kritiek op Popper: zijn falsificatiecriterium is erg normatief,
je weet nooit zeker wanneer kennis klopt en moet altijd blijven toetsen.
, Thomas Kuhn: paradigma
Volgens Kuhn wordt de wetenschap bepaald door paradigma’s: het heersende wereldbeeld op een
bepaald moment / in een bepaalde discipline. Een theorievrije waarneming bestaat volgens hem niet
want het paradigma bepaald de blik van de wetenschapper. Een omwenteling van paradigma wordt
revolutie genoemd. Paradigma’s zijn niet vergelijkbaar: we begrijpen niet steeds beter, maar steeds
anders. Het is hier dus niet zo dat kennis steeds accumuleert zoals bij het
standaardwetenschapsmodel. Op basis van dezelfde informatie trekken we steeds andere conclusies
omdat het perspectief waar binnen de wetenschap valt steeds verandert.
Pre-paradigmatische wetenschap is onderzoek voor een bepaald paradigma is ontstaan. Normale
wetenschap is onderzoeken binnen een bepaald paradigma, het inpassen van alle puzzelstukjes.
Anomalieën zijn onverklaarbare verschijnselen, als die er te veel zijn ontstaat er een crisis (mensen
gaan buiten het heersende paradigma denken) en uiteindelijk ontstaat er dan een nieuw paradigma
(d.m.v. revolutie, ontwikkelen van nieuwe theorieën). Binnen een paradigma is het moeilijk om een
heersende theorie te falsificeren omdat dit algemeen geloofd wordt. Uiteindelijk introduceren
ontdekkingen nieuwe standaarden.
Is er nu een economische paradigmacrisis? We moeten de crisis niet alleen bekijken vanuit financiële
maatstaven maar ook kijken naar bijvoorbeeld werknemerstevredenheid.
Kenmerken van een paradigma:
1. Vakwetenschappelijke grondbegrippen en theorieën
2. Filosofische uitgangspunten
3. Waarden van de wetenschap
4. Prestaties van voorgangers zijn maatgevend in normale wetenschap: paradigmatische
voorbeelden.
Er is geen rationele grond om paradigma’s te vergelijken.
Wat zegt Poppers over Kuhn? Kuhn beschrijft hoe wetenschap werkt en niet hoe wetenschap zou
moeten zijn. Hierbij verliest wetenschapsfilosofie haar normatieve taak. Kuhn is een historicus en laat
zich teveel inspireren door sociale of psychologische theorieën en de levensloop van de mens.
Dus: verificatie, falsificatie, paradigma.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dopvdw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.