100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennistoets Orthopedie 1 Anatomie en fysiologie 1 Leerjaar 2 $8.88
Add to cart

Summary

Samenvatting Kennistoets Orthopedie 1 Anatomie en fysiologie 1 Leerjaar 2

4 reviews
 23 purchases
  • Course
  • Institution

De samenvatting Orthopedie 1 Anatomie en fysiologie 1 is uitgewerkt met behulp van de colleges. Onder de uitwerking staan de leerdoelen vermeld die bij dat college horen, zo kun je na het leren jezelf toetsen of je het college begrijpt en de leerdoelen kunt beantwoorden. Daaronder staat ook precies...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 5 out of 80  pages

  • October 30, 2020
  • April 6, 2021
  • 80
  • 2020/2021
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: tesseboers • 1 year ago

review-writer-avatar

By: hanvandedonk89 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: fayvanb • 3 year ago

review-writer-avatar

By: kirstenmassaar • 4 year ago

avatar-seller
SAMENVATTING
Kennistoets: Orthopedie 1 Anatomie en Fysiologie 1

, Anatomie onderbeen, enkel en voet
Uitwerking
Het skelet van het onderbeen, de enkel en de voet
Het onderbeen wordt gevormd door de tibia en de fibula, de enkel bestaat voor een deel uit de
voetwortelbeenderen en de voet bestaat uit de metatarsalia en de phalangen. De
voetwortelbeenderen bestaan uit twee rijen. De laterale rij en de mediale rij. In de laterale rij
bevinden zich de calcaneus en het cuboideum. In de mediale rij bevinden zich de talus, het naviculare
en de cuneiformen.

Als je kijkt naar het onderbeen, dus de tibia en de fibula zie je bovenaan een gewrichtje zitten. Dit is
het art. tibiofibularis proximalis. Onderaan zit ook een gewrichtje tussen de tibia en de fibula, deze
noemen we het art. tibiofibularis distalis. In feite zit er ook nog een gewrichtachtige structuur tussen
de beide botstukken in het midden. De botstukken bewegen ten opzichte van elkaar, doordat ze
verbonden zijn. Deze verbinding in het midden, tussen de tibia en de fibula, wordt het membrana
interossea genoemd.




Als je kijkt naar het skelet van de enkel en de voet dan zie je dat de calcaneus en het cuboideum aan
de laterale zijde liggen. Deze botstructuren zijn ook een beetje aan de onderkant van de voet te
vinden. De voetwortelbeenderen aan de mediale zijde, dus de talus, het naviculare en de
cuneiformen, leunen als het ware op de laterale rij en dan voornamelijk op de calcaneus. Een
belangrijk steunpunt op de calcaneus is het sustentaculum tali.

,Dus de gewrichten die we vinden in het onderbeen en de enkel zijn:
- Art. tibiofibularis proximalis
- Art. tibiofibularis distalis
- Membrana interossea cruris (syndesmosis)
- Art. talocruralis (bovenste spronggewricht → tibia , fibula en talus)
- Art. subtalaris (onderste spronggewricht → talus, calcaneus en naviculare)

Syndesmosis tibiofibularis
De syndesmosis is een belangrijke bindweefselachtige verbinding tussen de tibia en de fibula. Als je
het art. tibiofibularis distalis door zou snijden, dan zul je zien dat er aan de voorkant, aan de
achterkant maar ook in het midden een verbinding is tussen de tibia en de fibula.

Bovenste spronggewricht
Zoals hierboven als is gezegd noemen we het bovenste spronggewricht ook wel
art. talocruralis. Dit gewricht bestaat uit de tibia, de fibula en de talus. Als je dit
gewricht goed bekijkt, zie je dat de tibia en de fibula als een soort vork om de
talus heen zit. In dit gewricht zijn plantair- en dorsaalflexie mogelijk en die
worden mooi gestuurd door de vorm van het gewrichtsoppervlak. Aan de
mediale en laterale zijden bevinden zich ligamentaire structuren. Die
ligamentaire structuren bevinden zich ook tussen de talus en de calcaneus.



Onderste spronggewricht
Het onderste spronggewricht bestaat uit twee delen. Een deel van het onderste spronggewricht is
het art. subtalaris. Dit gewricht wordt gevormd door de talus en de calcaneus. Dit gewricht bestaat
niet uit één groot kraakbeen oppervlak tussen de beide botstukken, maar het zijn meerdere facetten
op de calcaneus die verbinden met de talus. Dit heeft te maken met het feit dat in de ossale
structuren ligamenten zitten die verbinden met de bovenliggende talus. Daardoor ontstaat er ruimte
aan zowel de voorkant als de achterkant. De calcanaeus heeft aan de voorkant ook nog een
gewrichtsoppervlak dat contact maakt met het naviculare. Het deel waar de calcaneus en de talus
contact maken met elkaar wordt de voorste kamer genoemd (art. subtalaris) en het deel waar de
calcaneus, de talus en het naviculare contact met elkaar maken wordt de achterste kamer (art.
talocalcaneonavicularis) genoemd. In het onderste springgewricht kunnen de in- en eversie worden
gemaakt.




Als je van de mediale zijde naar het onderste spronggewricht kijkt, zie je dat de ligamentaire
verbindingen tussen het onderbeen en de voet een sterke deltavormige mediale band vormt waar
vrijwel nooit een ruptuur in ontstaat bij een trauma. Wanneer er wel een ruptuur ontstaat breekt er
meestal ook een stukje bot af. Er ontstaat dan een avulsiefractuur van de tibia.

,Als je van de laterale zijde kijkt, zie je dat tussen de talus en de
calcaneus een soort ruimte. Deze ruimte wordt de sinus tarsi
genoemd. Dit is een ruimte waar je via de laterale zijde doormiddel
van een injectie het onderste spronggewricht relatief makkelijk kunt
benaderen. Voor artsen is dit een belangrijke ruimte om bijvoorbeeld
ontstekingsremmende middelen in het gewricht te kunnen spuiten.




Ligamenten in de enkel
Aan de laterale zijde van de enkel bevinden zich een aantal ligamenten. Dit zijn het lig. talofibulare
anterius, het lig. talofibulare posterius en het lig. calcaneofibulare.

Aan de mediale zijde van de enkel bevinden zich ook een aantal ligamenten. In het geheel worden
deze ligamenten het lig. deltoideum genoemd. Dit ligament bestaat uit de volgende vier delen:
- Lig. tibiotalaris anterior
- Lig. tibiotalaris posterior
- Lig. tibiocalcanea
- Lig. tibionavicularis




Een ander ligament dat nog belangrijk is om te weten en wat ook wel eens aangedaan is bij een
inversietrauma is het lig. bifurcatum. Dit ligament bestaat uit een deel dat van de calcaneus naar het
cuboideum loopt (lig. bifurcatum pars calcaneocuboidea) en een deel dat van de calcaneus naar het
naviculare loopt (lig. bifurcatum pars calcaneonavicularis).

, Bewegingsassen in de enkel
Als je de bewegingsassen van de enkel plaatst in het plaatje en de uitleg van de anatomie van de
enkel, zie je dat in het bovenste spronggewricht een bewegings-as dwars door de mediale en laterale
malleolus loopt. Van daaruit worden de dorsaal- en de plantairflexie min of meer uitgevoerd. De in-
en eversie zijn bewegingen rondom een bewegings-as die als het ware door de talus en het
naviculare heen loopt van dorsaal naar ventraal.




Zoals hierboven is gezegd hebben we een bewegings-as voor de plantair- en dorsaalflexie en een
bewegings-as voor de in- en eversie. Als je kijkt naar de positie van de spieren ten opzichte van de
bewegings-as kun je een voorspelling maken welke spieren actief zijn bij een beweging.

Bewegingen in de enkel
Als je dieper in gaat op de bewegingen van de enkel, weten we dat de vorm van de trochlea tali min
of meer een zadelgewricht is. Door de structuur en de bewegingen die mogelijk zijn heeft functioneel
gezien meer een beeld van een scharniergewricht. De dorsaalflexie is ongeveer 20 graden en de
plantairflexie komt ongeveer tussen de 45-50 graden.

De trochlea tali ‘’loopt’’ door de enkelvork heen, dus bij het uitvoeren van de dorsaalflexie in het
bovenste spronggewricht weten we dat de talus vastloopt. Er is dan weinig beweging naar binnen en
buiten mogelijk. Wanneer de talus helemaal in de eindgrens staat, noemen we dat de close packed
position. De kuitspieren kunnen ook de ROM van de dorsaalflexie beperken.

De loose packed position is natuurlijk het tegenovergestelde van de close packed posititon. Dit is
wanneer de trochlea tali zich niet tot bijna niet in de enkelvork bevindt. Het gewricht is dan wat
instabiel. Als je op deze manier landt met een sprong is het ook moeilijker om gelijk de stabiliteit te
vinden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenfokke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70089 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.88  23x  sold
  • (4)
Add to cart
Added