100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 8 Burgers en Stoommachines Feniks Kenmerkende Aspecten $4.25
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 8 Burgers en Stoommachines Feniks Kenmerkende Aspecten

 54 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle kenmerkende aspecten van hoofdstuk 8 Burgers en Stoommachines aantekeningen. Deze kenmerkende aspecten zijn gemaakt aan de hand van het boek Feniks voor 4, 5 en 6 VWO

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 8
  • October 30, 2020
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • Economie en Maatschappij
  • 6
avatar-seller
Hoofdstuk 8: Burgers en Stoommachines
Aantekeningen:

-




Hs 8: Tijd van Burgers en Stoommachines 1800-1900

,Kenmerkend aspect: De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde
voor een industriële samenleving

1. Uitgebreide uitleg aspect

Huisnijverheid versus stedelijk gilde:
In de periode van de Vroegmoderne Tijd was er een agrarisch-urbane samenleving:
landbouw was het belangrijkste middel van bestaan en in de steden vond
ambacht/nijverheid en handel plaats. De ambacht/nijverheid was het monopolie van de
stedelijke gilden. Een gilde bepaalde alles voor een ambacht: hoeveel werkplaatsen er
mochten zijn, de kwaliteit van het product, de prijs van het product enz. Dit gilde monopolie
had ook nadelen: aanbod bleef beperkt, dus prijzen bleven kunstmatig hoog, geen
technische verbeteringen.
Om aan de macht van de gilden te ontkomen ontstond er op het platteland huisnijverheid:
een ondernemer leverde de grondstoffen en thuiswerkers produceerden waarna de
ondernemer de materialen ophaalde en zorgde voor afzet. (handelskapitalisme)

Technische uitvindingen leidden tot de Industriële Revolutie (allereerst in textielindustrie
vanwege groei bevolking)
Uitvinding van de schietspoel zorgde voor het sneller weven, waarna er verbeteringen
moesten komen voor het sneller spinnen: de spinning Jenny. De spinmachine werd
revolutionair verbeterd door het waterframe, een spinmachine die aangedreven werd door
waterkracht. Deze machine was zo groot dat de productie verschoof van thuis naar een
fabriek, de zogenaamde mill. Deze fabriek moest wel langs een rivier gebouwd worden om
gebruik te maken van waterkracht. Dit veranderde met de komst van de stoommachine. De
fabriek kon nu op elke willekeurige plaats gebouwd worden.

Veranderende arbeidsverhoudingen
De vrije thuiswerkers werden nu fabrieksarbeiders. Waren de arbeiders eerst vrij om zelf hun
werktijden te bepalen, nu bepaalde de machine de werktijden en het werktempo. De
arbeiders in de fabrieken waren ongeschoold, dit in tegenstelling tot de goed opgeleide
vakmensen in de gilden. In een werkplaats kent de meester/eigenaar zijn personeel
persoonlijk, maar in een fabriek wordt de verhouding onpersoonlijk. De eigenaar
bekommerde zich niet om zijn personeel. Er was immers genoeg aanbod van arbeiders.

, Verschillen agrarisch-urbane samenleving en industriële samenleving:
Agrarisch urbane samenleving Industriële samenleving
Middelen van bestaan: landbouw, Industrie wordt het belangrijkste middel van bestaan
ambacht, handel
Huisnijverheid/gilden Fabrieken
Handwerk Machines
Energiebronnen: Waterkracht/stoomkracht/elektriciteit/aardgas/
paardenkracht/windkracht aardolie/kernenergie
Ambachtsman, geschoold Fabrieksarbeider/ongeschoold
Productie op bestelling/maatwerk massaproductie
Afwisselend werk, ambachtsman Lopende band/ arbeidsdeling: saai werk, eentonig
maakt geheel product
Werk- en woonomstandigheden Slechte woon-en werkomstandigheden: ongezond,
redelijk/goed lange werkdagen, gevaarlijk, machine bepaalt
werktempo, woningnood, geen riolering of stromend
water
Eigenaar kent personeel Arbeidsverhoudingen veranderen: eigenaar kent
personeel niet persoonlijk
Infrastructuur verandert: spoorrails, bruggen,
kanalen, wegen
Milieuvervuiling
Handelskapitalisme Industrieel kapitalisme
Platteland/steden Urbanisatie neemt toe


2. Kernbegrippen met uitleg

Huisnijverheid: het aan huis maken van producten. Een ondernemer levert hiervoor de
grondstoffen en hulpmiddelen, en neemt de eindproducten af.

Industriële samenleving: samenleving waarin de meeste mensen in fabrieken werken en in
steden wonen.

Industriële revolutie: overgang van een economie van vooral landbouw en (huis)nijverheid
naar een economie waarin goederen vooral machinaal en in fabrieken worden
geproduceerd.

Urbanisatie: het verschijnsel dat mensen in steden gaan wonen. In de negentiende eeuw
gebeurde dat massaal.

3. Noteer, voor zover mogelijk, de VOGGP-onderdelen:

a. Verschijnsel: mechanisatie, kapitalisatie, wereldeconomie, globalisatie
b. Ontwikkeling: De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor
een industriële samenleving
c. Gebeurtenis: 1780, begin industriële revolutie in Engeland
d. Gedachte: (industrieel) kapitalisme
e. Personen: -
Hs 8: Tijd van Burgers en Stoommachines 1800-1900

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verakuijpers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.25  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added