100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting bestuursprocesrecht $6.97
Add to cart

Summary

samenvatting bestuursprocesrecht

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting bestuursprocesrecht Hoofdstuk 1, 3 ,5, 12, 13, 14, 15, 16, 17,

Preview 4 out of 39  pages

  • Unknown
  • October 30, 2020
  • 39
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting bestuursprocesrecht

H1 Inleiding tot het bestuursrecht en dit boek
1.1 Wat is bestuursrecht?
Bestuursrecht: heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en burgers
(belanghebbenden). Zowel de overheid als de burger kom je in vele hoedanigheden tegen.
Eenzijdige rechtshandelingen: Het bestuur kan zonder instemming van de burger bepalen wat de rechten
en plichten van de burger zijn. Het bestuur treedt dan op, op grond van een publiekrechtelijke
bevoegdheid: het oefent macht uit. Aan die macht kan de wetgever alleen komen als hem dat wettelijk is
toegekend.
Instrumentele functie: Het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (of instrumenten) om het
algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen.
Waarborgfunctie: Het bestuursrecht geeft aan de burger de middelen om het beleid van het bestuur te
beïnvloeden.
Normerende functie: Het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich bij de uitoefening van
bevoegdheden moet houden.

1.2 Algemeen deel en bijzondere delen
Sinds 1994 kennen we 1 wet waarin de algemene regels voor het bestuursrecht worden gegeven: de
Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het bijzonder bestuursrecht zitten meer de inhoudelijke regels die
rechten en plichten van bestuur en burger in een concreet geval bepalen.
Om een bestuursrechtelijke zaak op te lossen moet je vaak in verschillende wetten en regelingen kijken.

1.3 Bestuursrecht en andere rechtsgebieden
Staatsrecht: gaat het vaak om de organieke wetten en de grondwet. Organieke wetten: wetten die de
organen en organisatie van de staat regelen. In het staatsrecht gaat het niet primair om de verhouding
tussen overheid en burger maar meer om de grondregels voor de organisatie van de Nederlandse staat.
Strafrecht: het bestuursrecht het strafrecht en het privaatrecht vormen The big three. Het strafrecht valt
ook onder het publiekrecht. In het publiekrecht bepaalt de overheid welke rechten zij aan een burger
toekent of afneemt, zonder dat daar instemming van die burger voor nodig is.
Bij het privaatrecht is dit anders, dit betreft burgers onderling. Handhaving van regels vindt niet alleen
plaats door bestuursrechtelijke sancties, maar ook via het strafrecht.
Europees recht: enerzijds beïnvloedt het, het Nederlandse bestuursrecht: de Europese regels moeten
vaak in Nederlandse wetgeving worden omgezet, Nederlandse wetgeving mag niet met Europees recht in
strijd komen en bestuursorganen moeten zich met hun handelen ook aan de Europese regels houden.
Anderzijds maakt het Nederlandse recht deel uit van de Europese rechtsorde en beïnvloedt het
Nederlandse bestuursrecht zo de ontwikkelingen in de jurisprudentie van Europese rechters.

1.4 Ontwikkeling van het bestuursrecht
Het bestuursrecht kan in de 20 e eeuw tot ontwikkeling. Nadat op bijzonder deelgebieden veel wetgeving
tot stand was gekomen, mondde dat pas in 1994 uit in een algemene codificatie: Awb.
Het aantal bestuursrechtelijke regels maakt ook iets duidelijk over het maatschappelijk belang van het
bestuursrecht. Het bestuursrecht is aan alle kanten het maatschappelijke leven binnen gedrongen.

1.5 Bronnen van bestuursrecht
Het bestuursrecht wordt in eerst instantie gevonden in wetgeving. Wetten en belangrijke
uitvoeringsbesluiten worden geplaatst in het Staatsblad. Ministeriële regelingen worden gepubliceerd in
de Staatscourant.
Ook de jurisprudentie is een belangrijke bron van het bestuursrecht. Als een jurisprudentie in een
tijdschrift wordt geplaatst staat er vaak ook een annotatie bij: toelichting van een wetenschapper of
praktijkjurist.
Literatuur: boeken




1

,H3 Bestuur en bestuurden
3.1 Inleiding
Aan de kant van de overheid heet bestuursorganen, en de tegenspelers heten belanghebbenden.

3.2 Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit is een staat met onderdelen die een eigen
bestuursorganisatie en zekere mate van zelfstandigheid bezitten, maar waarvan de onderdelen alleen een
afgeleid gezag uitoefenen.
Nederland is een territoriale decentralisatie: naast regering en parlement, zijn er organen die voor een
bepaald territorium een algemene bevoegdheid hebben gekregen tot het nemen van beslissingen.
Functionele decentralisatie: de wetgever heeft dan bestuursorganen ingesteld, die slechts bevoegd zijn
beslissingen te nemen voor enkele in de wet omgeschreven terreinen of functies.
Een nadeel van bestuurlijke decentralisatie is: dat democratische controle problematisch kan worden.

3.3 Openbare lichamen
Binnen de organisatie van het openbaar bestuur onderscheiden we openbare lichamen. Een openbaar
lichaam is een samenwerkingsvorm van Nederland die bepaalde taken uitvoert. De belangrijkste zijn de
territoriale openbare lichamen (op grond van gebied): staat, provincie en gemeente. Binnen deze
openbare lichamen onderscheiden we verschillende bestuursorganen, die elk apart een taak uitoefenen.
Openbare lichamen bevatten een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Ook heb je functionele openbare lichamen: op grond van doel zoals openbare lichamen voor beroep en
bedrijf.
Al deze openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid: zij kunnen dus deelnemen aan het
privaatrechtelijke rechtsverkeer, ze hebben een vermogen en kunnen contracten sluiten. Als
rechtspersonen zijn ingesteld voor de wet zijn het publiekrechtelijke rechtspersonen. Als rechtspersonen
zijn ontstaan door privaatrechtelijke oprichtingshandelingen zijn het privaatrechtelijke rechtspersonen.
(Vennootschap, verenigingen en stichtingen)

3.4 Bestuursorganen
3.4.1 Algemeen
In het Awb is bepaald dat voor de toepasselijkheid van de Awb er sprake moet zijn van een orgaan dat
bestuurt. Een bestuursorgaan.
Een bestuursorgaan is:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Dus als er sprake is van een publiekrechtelijk rechtspersoon is het een a-bestuursorgaan. (De overheid).
Als er sprake is van een b-bestuursorgaan als de handelingen privaatrechtelijk van aard zijn (bedrijven en
niet-commerciële instellingen)
Uitzonderingen: de Regering en Staten-Generaal, kamers, onafhankelijke rechters, Raad van state en zijn
afdelingen, algemene rekenkamer, nationale ombudsman en de substituut ombudsmannen, voorzitters,
leden en griffiers van de b tot f genoemde organen en de commissie van inlichtingen en veilheidsdiensten.
Overigens zijn de uitzonderingen wel bestuursorganen als zij besluiten nemen in de sfeer van het
ambtenarenrecht.
Als een bestuursorgaan een beslissing neemt over strafrechtelijke rechtshandhaving is zij geen
bestuursorgaan.




2

,3.4.2 A-bestuursorganen
A-bestuursorganen zijn organen van rechtspersonen die hun grondslag vinden in het publiekrecht. Dus als
er in de wet staat … organisatie bezit rechtspersoonlijkheid is het een A-bestuursorgaan. LET OP dat de
publiekrechtelijke rechtspersoon zelf niet het bestuursorgaan is. Haar orgaan moet worden gezien als
bestuursorgaan.
Voorbeelden: organen van de staat, organen van de provincie, organen van de gemeente.
Een orgaan: bevat eigen taken.
Bij a-bestuursorganen kijk je niet naar de taak, omdat alleen al als je het als de overheid beschouwt
voldoende is.

3.4.3 B-bestuursorganen
Bestuursorganen zijn ook andere personen of colleges, het gaat hierbij om particuliere/privaatrechtelijke
instellingen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen. Privaatrechtelijke rechtspersonen
zijn: verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, bv’s en
stichtingen. Op het eerste gezicht is dit niet als ‘overheid’ te herkennen. Toch kunnen zij een
bestuursorgaan zijn, omdat zij door de wetgever met ‘openbaar gezag’ zijn belast. Dit is een wettelijk
openbaar gezag.
Een buitenwettelijk openbaar gezag: privaatrechtelijke rechtspersonen met overheidsachtige taken belast
zonder dat daar een wettelijke grondslag voor is.

3.4.4 Gevolg verschil a- en b- bestuursorganen
Voor de rechtsbescherming maakt het geen verschil of een a- of een b- orgaan een besluit neemt.
Het verschil is dat Awb regels wel van toepassing zijn als A-organen privaatrechtelijke rechtshandelingen
verrichten. Als B-organen privaatrechtelijke handelingen verrichten is de Awb niet van toepassing.

3.5 Belanghebbenden
3.5.1 Inleiding
De overheid behartigt het publieke belang en moet dus beslissingen nemen en handelingen verrichten die
bijdragen aan de verwezenlijking van de algemene belangen.
Definitie belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Reikwijdte: wie zijn er nu belanghebbende. Iedereen.

3.5.2 Belang
Een belanghebbende is rechtstreeks bij een besluit betrokken. Aan de hand van de opera-criteria bepaalt
de rechter op iemand een belanghebbende is.
Objectief: Het mag niet subjectief zijn. Op een mening zijn gebaseerd.
Persoonlijk: Het moet een persoonlijk belang treffen: degene die door het besluit wordt geraakt, moet
zich in voldoende mate onderscheiden van andere personen die ook gevolgen van het besluite zullen
ondervinden.
Eigen: Je kan geen belangen van een ander behartigen.
Rechtstreeks: Het belang moet direct betrokken zijn bij het besluit, er moet voldoende causaal verband
zijn tussen de gevolgen van het besluit en het geraakte belang.
Actueel: Het moet gaan om een actueel belang: vrees voor onzekere toekomstige ontwikkelingen die het
gevolg zouden kunnen zijn van een aangevochten besluit geven geen belang.

3.5.3 Wie is belanghebbende?
In de eerste plaats de aanvrager van het besluit is de belanghebbende. Een aanvrager of geadresseerde
kan een natuurlijk persoon, rechtspersoon en ook een bestuursorgaan zijn.
Men kan ook een derde-belanghebbende zijn.




3

, H5 Bestuurlijk handelen
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staat centraal welke soorten bestuurlijk handelen kunnen worden onderscheiden. De
precieze benoeming van bestuurshandelingen is van belang omdat op basis daarvan kan worden bepaald
bij welke rechter tegen een bepaald handelen kan worden opgekomen.

Wie kan welke handelingen verrichten:




Bestuurshandelingen kunnen op 2 manieren worden bezien. Zij zijn in de eerste plaats middelen om een
bepaald doel te bereiken (instrumenten). Ook kan het worden bezien en ingedeeld naar aard van de
rechtshandeling. Er worden twee handelingen onderscheiden: feitelijke handelingen en
rechtshandelingen. In de laatste categorie kun je privaatrechtelijke en publiekrechtelijke
rechtshandelingen nog onderscheiden.




5.2 Besluiten
5.2.1 Besluit en Awb



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaknol. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added