Samenvatting van semester 1 en 2 i - am social work met behulp van studieboek: praktijkgerichte ontwikkelingspsychologie. Onder andere worden de onderwerpen: identiteit, hechting, opvoedstijlen, leren communiceren, het begrijpen van de wereld, omgaan met anderen, opgroeien in een gezin, kind en sch...
Samenvatting I am social work - ontwikkelingspsychologie
Week 36
Als baby begint het hechtingsproces, wat later als volwassenen grote invloed heeft op
hoe jij bent als persoon.
Nature/ nurture discussie:
fysieke ontwikkeling: wat gebeurt er lichamelijk. Werking van de hersenen speelt
hierbij een grote rol.
Een peuter is motorisch vaak nog onhandig, vanaf ongeveer 5 jaar wordt de coördinatie
beter. Vanaf deze leeftijd is het jonge kind ook naar volwassenen proporties gegroeid.
Alles is in balans.
Cognitieve ontwikkeling. Intellectuele/ verstandelijke: Hoe ontwikkelen de
hersenen zich. Hoe mensen denken, redeneren en begrijpen.
De 3 belangrijkste theorieën van cognitief denken en het begrijpen van de
beweegredenen van een kind zijn:
1. The theorie of Piaget.
Stadiumtheorie, de ontwikkeling verloopt via stadia. Waarin elke
stadia kwalitatief verschilt van het voorgaande. Je komt niet allen
op dezelfde leeftijd in 1 van de 4 stadia, maar je doorloopt ze wel
allemaal. Kinderen leren het meest door zelf actief op onderzoek
te gaan. Adaptie> je past je aan en vormt je naar je omgeving om
de wereld beter te kunnen begrijpen. Adaptie vindt plaats door 2
processen, assimilatie (je hebt iets geleerd en past het daarna
regelmatig toe. Je leert dingen te grijpen en doet dit daarna met
alles) en accommodatie (je geleerde handeling of gedachte verder
uitbreiden). Door organisatie (het ordenen en linken van
verschillende adaptie aan elkaar zoals leren grijpen en leren kijken) om vervolgens weer
iets nieuws te kunnen. Volgens Paget zijn er 4 stadia – 1. Sensomotorische periode (0-2
jaar), de pre operationele periode (2-7jaar) kenmerkend voor deze periode is de snelle
ontwikkeling van denken en taal. Het kind is in deze periode nog egocentrisch want kan
zich moeilijk in anderen verplaatsen. de concreet-operationele periode (7-11jaar), in deze
periode leren kinderen logisch nadenken en het magische nadenken verdwijnt steeds
meer en de formeel operationele periode (vanaf 11 jaar).
2. Vygotsky’s theorie
In deze theorie is het belangrijkste uitgangspunt dat cognitieve
ontwikkeling plaatsvindt in interactie uit/ met de omgeving. Kinderen
leren geen nieuwe dingen maar de dingen die voor volwassenen al
bekend zijn. Een kind verwoordt voor zichzelf wat hij aan het doen is
door inner speech, op deze manier is er een bewust leerproces.
3. De informatieverwerkingstheorie
Deze theorie ziet de ontwikkeling van kinderen als een geleidelijk proces in plaats van
een proces waarin je door verschillende stadia heen gaat (zoals bij Paget). Eerst komt
informatie binnen via de zintuigen. Alle nieuw opgedane kennis wordt binnen enkele
seconden opgeslagen door sensorische registers (zien, horen, voelen). Dit wordt
opgeslagen in het kortetermijngeheugen. Uiteindelijk kan het worden doorgegeven aan
het lange termijngeheugen. Dit kan worden getraind door middel van rehearsal. Wanneer
je een handeling zoals lezen zodanig beheerst gaan het automatisch.
, De eerste woorden van een jong kind beginnen met 2 lettergreep woorden zoals ma-ma,
pa-pa,
Hechting:
Hoe hecht een mens zich en hoe lang duurt dit proces?
Een kind moet veiligheid voelen door middel van aanraking en troost. Na 8 maanden
krijgt een baby pas voorkeur voor specifieke personen. De maanden daarvoor maakt het
minder uit van wie hij nabijheid krijgt, zolang hij dat maar krijgt, meestal is dit van zijn
primaire verzorgers.
Als een kind dit niet krijgt durft hij/zij niet goed te ontwikkelen, kan niet met affectie
omgaan en gaat achterlopen ten opzichte van leeftijdsgenoten. Het eerste levensjaar is
dus de sensitieve periode.
Ontwikkeling van gehechtheid:
periode tussen 6 mnd en 3 jaar noemt met de separatie- en individuatiefase.
* 2-6 mnd baby kan nog geen onderscheid maken tussen mensen.
* 6-8 maanden exclusieve gerichtheid op een of meerdere zelf gekozen personen.
* 8- 18 mnd oefenfase met eenkennigheid, scheidings-/ verlatingsangst, kind moet
beginnen met exploreren, meer mensen leren kennen etc.
Week 37
Ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met de ontwikkeling van de mens, gericht op
met name onder de 21 jaar. Levenslooppsychologie gaat meer over de ontwikkeling van
volwassenen.
Normale variatie- wanneer een kind zich ontwikkelt onder “normale omstandigheden”
afwijkende ontwikkeling – iets belemmert de ontwikkeling van het kind.
Over diagnostisering – Veel meer letten op bepaalde dingen dan een ander zou doen.
Bijv. ik hou mij bezig met gedragsstoornissen, in het dagelijkse leven let ik veel meer op
kinderen hun ontwikkeling dan een ander dit zou doen.
predispositie – de aanleg die baby’s al vanaf hun geboorte hebben. Bijv. voorkeur aan
sociale prikkels zoals menselijke stemmen en gezichten.
Sensitief reageren – reageren vanuit emotie op basis van wat het kind van je vraagt.
Responsiviteit – vermogen om snel en adequaat te reageren op behoefte van kind.
Intern schema – De ouders hebben voor de geboorte van een kind al een verwachting
hoe alles zal lopen. Hoe goed ze dit schema later kunnen aanpassen hangt af van de
flexibiliteit en zekerheid van de ouder.
Individuelen verschillen – wat maakt een kind en de situatie verschillend. Bijv.
couveusebaby versus gezonde baby.
separatieangst – de angst van een baby om gescheiden te worden van hun primaire
verzorger (dit begint bij ongeveer 8 mnd.)
Individuatie – begint bij 18 mnd en is het creëren van een eigen wil
Veilig gehecht – met aanwezigheid van primaire verzorger durft het kind te ontdekken.
Kan goed worden getroost.
Onveilig-vermijdend gehecht – De aanwezigheid van de primaire verzorgen is van
weinig invloed op wat het kind doet of durft. Voelt weinig vertrouwen en affectie naar
primaire verzorger.
Onveilig ambivalent gehechtheid – toont in onbekende situaties veel weerstand en
boosheid naar primaire verzorger.
Gedesorganiseerd gehecht – wisselend in wat het kind vraagt en wens, ene moment
willen ze dit, andere moment iets totaal verschillend.
De eerste ontwikkelingsdoelen van een pasgeboren baby zijn het wennen aan de wereld
en verwerven van basisvertrouwen. Het 2e doel is het verkennen van de wereld, dit duurt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sachabentinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.