Rechtspersonen en Personenvennootschappen (RGBPR00305)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
laurens_meiavonden
Reviews received
Content preview
Rechtspersonen en
personenvennootschappen
WEES SPECIFIEK MET ARTIKELEN EN LID INDIEN VAN TOEPASSING, OOK SOMS MET SPECIFIEKE ZIN.
Week 1A personenvennootschappen
Er is een tweedeling tussen rechtspersonen en personenvennootschappen:
- Boek 2 BW: rechtspersonen (NV, BV, Vereniging, Coöperatie, Stichting
- Personenvennootschappen: hebben naar huidig recht geen rechtspersoonlijkheid (maatschap,
vof en commanditaire vennootschap)
o Roham: HR verduidelijkt dat personenvennootschappen naar huidig recht geen
rechtspersoonlijkheid hebben.
o Het ontbreken van de rechtspersoonlijkheid heeft o.a. gevolgen voor toe- en
uittreding van vennoten en herstructurering (fusie en omzetting). Als goederen zich
bevinden bij een rechtspersoon blijven de goederen bij de rechtspersoon ook al
worden aandelen door een aandeelhouder overgedragen. Bij
personenvennootschappen zorgt het uittreden van de vennoot dat de goederen (voor
een deel) met de vennoot mee zouden gaan. Een oude vennoot zal dan ook moeten
overdragen aan een nieuwe vennoot.
o Naar huidig recht kan een personenvennootschap ook niet juridisch worden omgezet
naar een BV. Vereist is dan dat eerst de personenvennootschap wordt ontbonden en
vereffend en een nieuwe BV/NV wordt opgericht. Dit wordt een feitelijke omzetting
genoemd. De juridische omzetting waarin de goederen van rechtswege over zouden
gaan naar de BV/NV is niet mogelijk.
o Personenvennootschap is een bijzondere overeenkomst, waarbij sprake is van een
samenwerkingsvorm in beroep en bedrijf.
o De regelingen voor personenvennootschappen zijn te vinden in Boek 7A BW en het
Wetboek van Koophandel.
Belangrijkste wijziging in het Voorontwerp personenvennootschappen:
- Samenwerkingsverband dat kwalificeert als personenvennootschap (art. 800) is van
rechtswege een Boek 7-rechtspersoon.
o Komt in Boek 7 te staan, omdat de personenvennootschap primair wordt gezien als
een overeenkomst.
o Toe- en uittreding van vennoten en andere vormen van herstructurering van de PV
worden vereenvoudigd.
o Anders dan bij de Boek 2-rechtspersonen is hier oprichting per notariële akte niet
vereist.
Maar nu geldt de oude, versnipperde regeling nog:
- Art. 1655 – 1688: Boek 7A BW (maatschap)
o Moedervorm van alle personenvennootschappen
▪ Regels die voor de moedervorm gelden, gelden ook voor de VOF en de CV,
tenzij de bijzondere regeling van de VOF/CV daarvan afwijkt.
- Art. 15 – 34 WvK (VOF)
1
, - Art. 19 – 21 WvK (CV)
- Art. 189 – 194 Boek 3 BW (gemeenschap)
o Want een personenvennootschap is geen rechtspersoon, dus ontstaat er een
gemeenschap als er goederen door de vennoten worden ingebracht.
o Volgens art. 3:189 BW gelden de bepalingen zodra de personenvennootschap wordt
ontbonden. Zolang de personenvennootschap niet is ontbonden kunnen de regels
over de gemeenschap soms naar analogie worden toegepast.
- Opdrachtregeling Titel 7 Boek 7 BW
o Beroepsbeoefenaren die in een maatschap samenwerken, werken heel vaak op basis
van een overeenkomst tot opdracht. Dit is van belang, omdat in die opdrachtregeling
bijzondere aansprakelijkheidsregels zijn opgenomen, met name in artt. 404 en 407.
- Jurisprudentie
o Veel belangrijke beslissingen gevormd in de jurisprudentie.
o O.a.: personenvennootschap heeft geen eigen vermogen, maar wel een afgescheiden
vermogen.
o HR: als toegetreden wordt tot VOF/CV ben je als toetreder óók aansprakelijk voor wat
in het verleden is gebeurd (Carlande)
Bij personenvennootschappen is een notariële akte niet vereist. Eveneens is inschrijving in het
Handelsregister niet vereist voor het ontstaan en bestaan van personenvennootschappen. Het is wél
verplicht, maar dus geen ontstaansvoorwaarde. MAAR:
- Als niet wordt gedaan wel sprake van een economisch delict (= strafbaar feit) ex art. 47 Hregw
2007 jo. Art. 1 sub 4 WED
- Civielrechtelijke sanctie bij VOF en CV: art. 29 WvK → als niet is ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel, dan wordt men ten aanzien van derde als algemeen en voor alle zaken en als
geen van de vennoten uitsluitende van het recht om voor de vennootschap te handelen en te
tekenen.
Voordelen personenvennootschap
- Fiscale transparantie:
o Als winst wordt gemaakt, hoeft de personenvennootschap zelf geen belasting te
betalen. De belasting die dan wordt geheven, wordt bij de vennoten geheven. Stel
twee vennoten:
▪ Vennoot A: natuurlijke persoon, dus betaalt inkomensbelasting
▪ Vennoot b: rechtspersoon, dus betaalt vennootschapsbelasting
Maar bij de personenvennootschap zelf wordt dus niet geheven. A kan dus aftrekposten bij de
inkomensbelasting meenemen. Stel dat A naast deze personenvennootschap die een computerzaak is
een eenmanszaak heeft waar hij computeropleidingen verzorgd. Stel nu de eenmanszaak draait verlies
en de personenvennootschap winst. A kan nu de winst en verlies salderen, zodat per saldo over een
lager bedrag belasting moet worden betaald; er ontstaan geen wins- en verlieseilanden.
- Civiele voordelen
o Vormvrijheid: mondelinge overeenkomst volstaat al, alhoewel niet verstandig. Geen
notariskosten.
o Inrichtingsvrijheid: betrekkelijk vrij om onderlinge relatie zelf vorm te geven.
o Geen verplichtingen openbaarmaking jaarrekening (uitzondering: art. 2:360 lid 2 BW)
o Geen verplichting tot openbaarmaking vennootschapscontract
- MAAR: dus wel persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten jegens
vennootschapscrediteuren.
o Maatschap: in beginsel gelijke delen, tenzij (art. 7A:1680 BW)
o VOF/CV: hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 en 19 WvK)
2
,Voorontwerp: personenvennootschap is rechtspersoon, maar naast de rechtspersoon zijn nog steeds
de achterliggende vennoten ook persoonlijk aansprakelijk. Wat verandert dan wel: in het voorontwerp
wordt geen onderscheid gemaakt tussen de persoonlijke aansprakelijkheid wat betreft beroeps- of
bedrijfsuitoefening. Er is dus geen verschil meer qua aansprakelijkheid tussen maatschap en VOF/CV.
Iedereen is in Voorontwerp dan hoofdelijk aansprakelijk, dus niet meer voor gelijke delen. Naar huidig
recht is dit namelijk anders.
Eerst moet worden vastgesteld of sprake is van een personenvennootschap alvorens de regels omtrent
de personenvennootschap worden toegepast.
- De naamgeving van de vennoten is niet doorslaggevend; niet beslissend. Voldaan moet
worden aan de wettelijke kenmerken. Omgekeerd geldt dat natuurlijk ook. Ook al wil men
absoluut geen personenvennootschap zijn, maar wordt wel voldaan aan de kenmerken dan is
sprake van een personenvennootschap.
- Dierenartspraktijk: een personenvennootschap kan ook stilzwijgend zijn.
Stap 1 – Basisvorm: ‘’maatschap’’ (art. 7A:1655 BW)
- Overeenkomst tot samenwerking
o Vormvrije overeenkomst; kan stilzwijgend
- Samenwerking op voet van gelijkwaardigheid
o Als sprake is van een ondergeschiktheidsrelatie moet eerder worden gedacht aan een
arbeidsovereenkomst. Vennoten hoeven geen gelijke positie in te nemen.
Gelijkwaardigheid staat namelijk ongelijk aan gelijkheid.
- Inbreng
o Geld, (jur./econ./genot) goederen, arbeid
o Verplichting tot inbreng is voldoende! Niet is vereist dat na een verplichting ook
daadwerkelijk al de inbreng is verricht; geëffectueerd. De verplichting tot inbreng is
dus de ontstaansvoorwaarde en niet de daadwerkelijke inbreng geldt als
ontstaansvereiste.
o Goederen kunnen op de volgende manier worden ingebracht:
▪ Juridisch eigendom:
• Het goed moet worden geleverd en dus overgedragen aan de
medevennoten. De vennoten worden dan gezamenlijk eigenaar
• Waardeverandering goed komen voor rekening van de vennootschap
▪ Economisch eigendom:
• Je blijft als persoon juridisch eigenaar van het ingebrachte goed, maar
• Waardeverandering goed komen voor rekening van de vennootschap
▪ Genot
- Vermogensrechtelijk voordeel voor alle deelnemers
- Verdeling van voordeel onder de vennoten; art. 7A:1672 BW; elke vennoot heeft recht op een
deel van de winst. Geen enkele vennoot mag dus (geheel) worden uitgesloten.
N.B. 2: oppassen met verdunde winstrechten; beherend vennoot die naast vaste vergoeding bijv.
gerechtigd is tot 0,0001% van de winst; gevaar dat vennootschap als nietig wordt aangemerkt.
Stap 2 – met welk type personenvennootschap te maken?
- Openbare maatschap
o Uitoefening van beroep: persoonlijke kwaliteiten dienstverlener staan voorop;
tuchtrecht
▪ Artsen, advocaten, fysiotherapeuten, fiscalisten, maar bijv. geen boer of
kapper, dat zijn in de uitwerking van bedrijf i.p.v. beroep.
▪ Literatuur:
3
, • Bij beroepen staan de persoonlijke kwaliteiten van de dienstverlener
voorop;
• Is sprake van een bepaalde vertrouwensrelatie tussen de
dienstverlener en de afnemer;
• In de regel sprake van tuchtrecht.
o Als eenheid naar buiten optredend onder gemeenschappelijke naam
- Stille maatschap
- Vennootschap onder firma
o Variant van de maatschap
o Bedrijfsuitoefening onder gemeenschappelijke naam
o Maatschapsregels gelden (art. 15 WvK)
o Plus bijzondere bepalingen (Art. 16-18 en 22-34 WvK)
o VOF kent andere wettelijke hoofdregels voor o.a. vertegenwoordiging en persoonlijke
aansprakelijkheid van vennoten.
- Commanditaire vennootschap
o Variant van vennootschap onder firma
o Bedrijfsuitoefening onder gemeenschappelijke naam met één of meer bijzondere
vennoten
o CV: gewone en commanditaire vennoten (die geen vertegenwoordigingsbevoegdheid
hebben, met volmacht van een gewone vennoot kunnen zij wel vertegenwoordigen)
o Art. 19 – 21 WvK
o Commanditair (‘’geldschieter’’: stille vennoot
▪ Bedrag commanditaire inbreng en aantal comm. Vennoten in handelsregister
vermelden
▪ Ontleent geen vertegenwoordigingsbevoegdheid aan de wet
▪ Hoofdregel: niet aansprakelijk voor zaakschulden (art. 20 lid 3 WvK)
▪ Uitzondering: overtreding van verboden
• Beheersverbod (art. 20 lid 2 WvK): commanditaire vennoot mag in
ieder geval niet extern optreden. Of intern wel opgetreden kan
worden als dat optreden zo overheersend wordt is onduidelijk. Twee
tegengestelde stromingen namelijk in de literatuur.
• Naamsverbod (art. 20 lid 1 WvK): naam commanditaire vennoot mag
niet in de firma naam staan, tenzij uitzondering van art. 30 lid 2 WvK
van toepassing is.
• Sanctie: op overtreding beheersverbod/naamsverbod: hoofdelijke
aansprakelijkheid commandiet jegens zaakscrediteuren (art. 21 WvK)
o Persoonlijke aansprakelijkheid ziet op toekomst én verleden.
Zie voor uitleg art. 20 lid 2 en 21 WvK Lunchroom De Katterug
o Lunchroom de Katterug: was sprake van echtpaar De Voer.
Echtpaar had een zoon die een lunchroom wilde exploiteren.
Voor de bedrijfsruimte wilde de verhuurder dat de ouders van
de zoon (die commanditaire vennoot zijn) borg stellen voor
de verhuur. Ouders tekenen mee. Een aantal jaren later wordt
de verhuurovereenkomst beëindigt. Ouders tekenen dan ook
mee. Partij zegt dat echtpaar beheersverbod heeft
overtreden door naar buiten toe optreden door extern
optreden. Partij wil dan ook verhaal halen op zaken van het
echtpaar. HR: sanctie art. 21 WvK moet gerechtvaardigd zijn.
Alleen aansprakelijkheid indien de commandiet enig verwijt
treft. Geldt geen (volledige) aansprakelijkheid indien niet ten
4
, volle gerechtvaardigd is. Wetenschap van de derde dat hij een
commandiet tegenover zich heeft kan relevant zijn.
Interne verhoudingen; winst en verliesdeling
- N.b.: societas leonina is nietig (art. 7A:1672 BW)
- N.B.: vaststelling winstdeel mag niet worden overgelaten aan vennoot of derde (art. 7A:1671
lid 1 BW)
- Maar afspraak dat een van de vennoten de verliezen draagt, is wel geldig (art. 7A:1672 lid 2
BW)
Stel vennootschapsovereenkomst bevat geen regeling: art. 7A:1670 lid 1 BW verdeling naar rato van
inbreng.
- Bepalend is daadwerkelijk inbreng
Casus
Stel vennootschapsovereenkomst bevat geen regeling. Art. 7A:1670 lid 1 BW is dus van toepassing,
naar rato van inbreng moet worden verdeeld. Bepalend is de daadwerkelijke inbreng.
Winst VOF = €100.000
Inbreng vennoten:
- A: bedrijfspand: €200.000 → krijgt 50% van de winst, want totale inbreng is €400.000. A krijgt
dus €50.000 winstuitkering
- B: geldsom: €150.000 → 37,50 %, dus 37.500 winstuitkering
- C: geldsom: €50.000 → 12.5%, dus 12.500 winstuitkering
Stel C geen geld ingebracht, maar arbeid dan moet volgens art. 7A:1670 lid 2 BW worden gewaardeerd.
Arbeid moet worden gebracht op het aandeel dat de laagste inbrenger heeft ingebracht. De laagste
inbrenger is dan dus B met €150.000. Verdeling wordt dan ook als volgt:
- A: bedrijfspand: €200.00 → 2/5, dus €40.000 winstuitkering
- B: geldsom: €150.000 → 3/10, dus €30.000 winstuitkering
- C: arbeid: wordt ook gezet op €150.000 → ook 3/10 dus €30.000 winstuitkering
Casus verliesdeling CV
Verlies CV: €135.000
- Beherend vennoot A: €40.000
- Beherend vennoot B: €40.000
- Commanditaire vennoot C: €10.000 → 1/9 ingebracht dus in beginsel ook 1/9 van het verlies
bijdragen = € 15.000 MAAR kan niet ex art. 20 lid 3 WvK, want commanditaire vennoot kan
nooit meer bijdragen in verlies dan zijn inbreng. Dus 135.000 – 10.000 = 125.000. Dat
resterende verlies moet vervolgens in dit geval in gelijke mate worden verdeeld over A en B,
dus elk €62.500
Art. 33 WvK: bij ontbinding aanzuivering liquidatiekas. Of dat ook gedurende het bestaan van de
personenvennootschap geldt is onzeker.
Mag een vennoot met de personenvennootschap in concurrentie treden?
De wet zwijgt hierover. Verstandig is het dan ook om in het vennootschapscontract op te nemen. Naast
de winst- en verliesrekening is het verstandig hier van tevoren afspraken over te maken. Zwijgt het
vennootschapscontract hierover, dan moet worden gekeken naar redelijkheid en billijkheid van art.
6:2 en 6:248 BW. Daarnaast Akkoca: in de regel moet ervan worden uitgegaan dat degene die een VOF
aangaat de vennootschap geen concurrentie mag aandoen.
Bestuur (intern)
Naar huidig recht ook aangeduid met beheer, maar in de literatuur wordt de voorkeur gegeven aan de
term bestuur waaronder namelijk ook beschikkingshandelingen kunnen vallen. Regels omtrent het
5
, bestuur van de vennootschap zijn met name van belang voor de interne verhouding van de vennoten
onderling. Bestuurshandelingen komen voor gemeenschappelijke rekening van de vennoten → zodat
hieruit een interne draagplicht ontstaat.
Omvang bestuursbevoegdheid:
- Verrichten van rechtshandelingen die gelet op het concrete doel van de desbetreffende
vennootschap tot haar normale werkzaamheden behoren. Deze rechtshandelingen mag
besturend vennoot verrichten. Voor andere rechtshandelingen is in beginsel de instemming
van alle vennoten vereist.
- Als vennoten zelf niets hebben geregeld → terugvallen op wettelijke regeling (art. 7A:1676
BW)
o Uitgangspunt: iedere vennoot is volledig bestuursbevoegd (art. 7A:1676 sub 1 BW)
o Iedere vennoot heeft een preventief vetorecht, dat niet door een
meerderheidsbesluit onwerkzaam kan worden gemaakt (art. 7A:1676 sub 1 slot BW)
- Contractuele bestuursregeling:
o Afwijking van art. 7A:1676 BW mogelijk bij de oorspronkelijke overeenkomst, maar
ook later (art. 7A:1673 lid 2 BW)
▪ Eén vennoot is bestuurder
▪ Bepaalde vennoten zijn bestuurder
▪ Derde-bestuurder(s)
- Bestuur: regeling in oorspronkelijke overeenkomst
o Als bij de oorspronkelijke vennootschapsovereenkomst zelf één vennoot als
bestuurder is aangesteld, is deze bevoegd alle bestuursdaden te verrichten, zelfs in
weerwil der overige vennoten → dus dan i.b. geen vetorecht
o Bevoegdheid kan niet zonder gewichtige reden ontnomen worden (art. 7A:1673 lid 2
eerste zin BW
- Bestuur: regeling in later contract
o Als bij later contract één vennoot als bestuurder is aangesteld, is deze bevoegd alle
bestuursdaden te verrichten, zelfs in weerwil der overige vennoten → dus dan ook in
beginsel geen vetorecht
o Maar wel is in dit geval de bestuursbevoegdheid herroepelijk zonder gewichtige
reden, tenzij (art. 7A:1673 lid 2, tweede zin BW)
- Bestuur: bij meer dan één vennoot:
o In overeenkomst is opgenomen dat meerdere vennoten, maar niet alle belast zijn met
bestuur
o Ieder van hen afzonderlijk tot alle handelingen dat het beheer (= bestuur) betreffende
bevoegdheid (art. 7A:1674 BW)
o In dat geval in beginsel geen vetorecht
Bestuur door een derde:
- Ook een niet-vennoot kan als bestuurder worden aangesteld
- Het verlenen en intrekken van een bestuursopdracht aan een derde valt buiten de
bestuursbevoegdheid der vennoten; dus in principe de instemming van alle vennoten vereist
Goed onderscheiden: bestuur en vertegenwoordiging
- Bestuur: intern: onderlinge draagplicht
- Vertegenwoordiging: extern: in hoeverre is vennoot bevoegd om namens de vennootschap
rechtshandelingen met een derde aan te gaan?
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurens_meiavonden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.