Bij Biochemie (BIO, 4052BIOC6) worden de basisprincipes van aminozuren, peptides, eiwitten, enzymen, enzymkinetiek, enzymregulatie, lipiden, membranen, membraaneiwitten, spiereiwitten, metabolisme en belangrijke metabole routes, DNA en RNA structuur, DNA replicatie,, DNA transcriptie, RNA splicing,...
Hoofdstuk 8 Structuur van nucleïnezuren
Bouwstenen van nucleotiden
- Ribose & desoxyribose (verschil tussen RNA en DNA)
Ribose is een pentose, zie de structuur hiernaast.
Desoxyribose heeft dezelfde structuur als pentose alleen is er op C2’
sprake van een -H i.p.v. een -OH.
- Base
Gekoppeld aan C1’ van de ribose zit een base. Deze zijn verdeeld in de
pyrimidines (1 ring) en de purines (2 ringen). Pyrimidines (afgekort: Y)
Naam Naam aan een suiker Afkorting Categorie Voorkomen
Adenine Adenosine A Purine DNA & RNA
Guanine Guanosine G Purine DNA & RNA
Cytosine Cytidine C Pyrimidine DNA & RNA
Thymine Thymidine T Pyrimidine DNA
Uracil Uridine U Pyrimidine RNA
binden via de N naast de carbonyl. Purines (afgekort: R) binden via de enkelgebonden N
naast de CH. Een onbekende base wordt gekort met N.
Als de base gekoppeld wordt aan een desoxyribose wordt er een d voor de base
geplaatst. De baseparen zijn G-C (3 H-bruggen), A-T en A-U (2 H-bruggen). In RNA komen
ook U-G baseparen worden met 2 waterstofbruggen. De kant van de base waar deze
waterstofbruggen gevormd worden heet de Watson Crick zijde.
Een combinatie van een base en een (desoxy)ribose heet een nucleoside. Wat betreft
stereochemie zitten de pyridines anti en purines kunnen anti of syn zitten.
- Fosfaatgroep
De fosfaatgroep (PO32-) wordt gekoppeld aan de C5’. Het toevoegen van de fosfaatgroep
maakt van een nucleoside een nucleotide. Het aantal fosfaatgroepen wordt aangegeven in
hoofdletters achter de afkorting voor de base
(bijvoorbeeld ATP, adenosinetrifosfaat). O
O P O
O R1 O O O
DNA- en RNA-polymerisatie
O
O R2
O P O P O P O
DNA en RNA wordt gepolymeriseerd via een
O O O
O
fosfodiesterbandvorming tussen de C3’-OH en de C5’-P.
OH
H
Hierbij worden overige fosforgroepen afgesplitst. Het O
gevolg van het mechanisme telkens van de C3’-OH naar O P O
de C5’-P is dat er een polariteitsverschil ontstaat in de
O R1
O O O
keten, de C3’-OH is meer polair dan de C5’-P. O
+ O P O P OH
R2 O O
O P O
RNA is instabieler dan DNA door de extra OH-groep. In
O
O
een basisch milieu wordt de OH-groep gedeprotoneerd OH
en kan deze als nucleofiel de fosfordiesterband
aanvallen waardoor het RNA splitst.
Bij het noteren van een DNA/RNA sequentie is de C5’ altijd links. Bij
het tekenen is de C5’ van de bovenste streng links en de C3’ van de
onderste streng. Deze strengen lopen antiparallel omdat parallel veel
sterische hindering oplevert.
MARK HEEZEN Pagina 2 van 14
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller markheezen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.