Complete hoorcollege aantekeningen van het vak Internetrecht I (eerste periode) aan de VU. Duidelijk en overzichtelijk geschreven. Succes met je tentamen!
Career Office:
Initium 2e verdieping
Cv- & briefcheck
Oefengesprek sollicitatie
Stagemogelijkheden (vu-rechten.jobteaser.com)
Loopbaancoaching
Vacaturebank voor stages en startersmogelijkheden
Stage:
1 EC per week stage (fulltime werkweek)
Max 6 EC
Juridisch relevant werk (niet bijbaan)
Stageverslag (vormvrij)
Ondertekende stagebeoordeling
Overig:
Oude, uit de lucht gehaalde sites: web.archive.org
Recht & Computer (Recht en Praktijk)
Alle HC’s worden opgenomen, werkgroepen niet (slidecast.vu.nl)
Computers en programmeren
Computer:
Central processing unit (CPU), instructieset (het hart)
Operating system (besturingssysteem)
Hardware zijn de fysieke onderdelen
Applicatiesoftware (app’s):
Op verschillende niveaus
Algoritme = stappenplan van input naar output (daartussen zit een heel secuur
programma (algoritme), welke de input naar output omzet)
o Algoritme is een soort ja/nee-stappenplan
o Zelf specificeren
o Zelflerend: machinelearning/deeplearning (AI) (het algoritme heeft dan een
zelflerend algoritme)
Programmeertalen
Van source-code naar object-code
Programmeren:
Links staat de broncode (sourcecode)
Groene opmerkingen zijn bedoeld voor eventuele latere programmeurs om te begrijpen wat en
waarom je het hebt gedaan
IE rust zowel op de sourcecode als op de object-code
Internet
1
,Architectuur:
Netwerk van netwerken
In tijden van oorlog wil je te allen tijde kunnen communiceren, ook als een
communicatiepunt wordt platgebombardeerd. Zo werkt internet ook; netwerken zijn
onderling verbonden.
Packet-switching, TCP/IP
De boodschap wordt in pakketjes verdeeld, die bij de eindbestemming weer samen
worden gevoegd tot de originele boodschap. Dit komt de snelheid ten goede.
ftp, usenet, telnet, smtp, http (wordt gebruikt op ’t www)
OSI-model: van computer 1 naar computer 2 via router 1 naar router 2 via de volgende 7 lagen
1. Physical: de kabels
2. Data link
3. Network
4. Transport
5. Session
6. Presentation
7. Application
IP-adres
Geldt voor ieder apparaat
Statisch (altijd hetzelfde) /dynamisch (wordt toegwezen)
Whatsmyip.com
In geval van Internet of Things (toekomst) krijgt alles een IP-adres
Via de provider kan men de fysieke locatie achterhalen
VPN = virtual private network (IP-adres verbergen)
Het IP-adres vertelt niks over de fysieke gebruiker, andere kunnen van datzelfde IP-
adres gebruikmaken. Alleen bewijs via een vingerafdruk of webcam volstaat.
Domeinnaam: DNS
1. Domeinnaam via gebruiker
2. Provider IP
3. Vraag om IP
4. Verkrijgt IP-adres
Soms kan men aan de domeinnaam zien welk land er achter zit (.nl, .com, .es)
Ga voor informatie over o.a. de domeinhouder naar sidn.nl
Functioneel:
Web 1.0: 100.000 websites (read-only web)
Web 2.0: 100.000.000 websites (read-write web)
Gebruikers kunnen hier informatie aan toevoegen (published content)
Web 3.0: 100.000.000.000 websites (read-write web) (published content)
Surface web (zichtbare deel, door google geïndexeerd, publicly available information), deep
web (is aan het oog onttrokken, waar je moet inloggen, information that’s access-controlled),
dark web (vaak illegalen praktijken, gecensureerde praktijken, kijken mag aankomen niet,
need special software to reach).
Contract of OD?
ISP (NAW-gegevens: naam, adres, woongegevens) of accessproviders
o Zender (tussenpersonen) kan gedagvaard worden op grond van het toestaan
(faciliteren) dat strafbare feiten via diens dienst worden gepleegd en is tevens
in de positie deze te voorkomen/verwijderen. Het OM kan dit gemakkelijker
dan een eiser.
Peer-to-peer
o Geen tussenpersoon (geen centraal platform), behalve je ISP dan
o Gebruikt voor file-sharing en blockchain
o Er is geen regulatie doordat er geen tussenpersoon is
Platforms voor user-generated content (YouTube, Facebook, Marktplaats, etc.)
2
, Page rank
Termen:
SaaS: software as a service (voor de gewone gebruiker, vb. word doc, gmail, facebook)
PaaS: platform as a service (google)
Iaas: Infrastructure as a service (hardware)
Cybercrime
Cybercrime:
Hacken (computervredebreuk) (white hat hacker (ethisch), black hat hacker (niet-ethisch)
DDos
Virussen, ransomware (losgeld betalen binnen een bepaalde tijd)
Phising, scams, ID-fraude (als slachtoffer moet je bewijzen dat je iets niet gedaan hebt)
Beveiliging:
Passwords – brute force attack (zo vaak mogelijk proberen)
Biometrie (lichaamseigen kenmerken, zoals irissen en vingerafdrukken, niet 100% waterdicht)
Two factor authentication (vb. wachtwoord en een sms-code)
Hashing
Asymmetrische encryptie
Werkgroep
Groep 1: WG B opdracht 2
Opdracht komt op Canvas. Positieve berichtgeving. Discussiëren over opdrachten, alleen laatste
opdracht telt.
Opdracht: kies een internetontwikkeling uit 2018/2019. Geef aan waarom het om internetrecht gaat en
wat het belang van de ontwikkeling is. Het moet iets positiefs zijn.
WEEK 2 HC INTERNETRECHT
Cybercrime:
Technische computer criminaliteit (direct betrekking op systeem, informatie, data);
Minder Technische computer criminaliteit (internet fungeert dan niet als het doel maar als het
middel, vb. cyberpesten, belediging, zedendelicten).
Actualiteiten:
Informatieveiligheid (CIA = confidentially, integrity and availability).
Internet of Things = Alle apparaten verbonden met het internet (zoals een slimme koelkast).
Via systemen communiceren deze apparaten onderling en met het internet (vb. bijvullen van
de koelkast, etc.).
CLI = Centre for law and internet (anno nu).
Internetrecht omvat alle traditionele rechtsgebieden (strafrecht (cyber, criminaliteit), staats- en
bestuursrecht (grondrechten), privaatrecht, Europees recht, migratierecht, sportrecht).
Regulering:
Regulering = the intentional influencing of someone’s or something’s behaviour (dus de
technolgie zelf en het gebruik ervan).
Ratio/doel:
Controle, risico-reductie (bedreiging)
Economische groei en concurrentie (kans)
3
, Factoren bij regulering van technologie:
Toolbox juridische instrumenten: formeel (vedrag, wet)/softlaw/
zelfregulering/informeel (lobby);
Regulators: statelijke of niet-statelijke actoren (lokaal, nationaal, EU, internationaal);
Perspectief: underlying of implicitly feeding technology regulation (culture, tradition,
religion);
Tijdstip: wat is het beste moment van regulering?
o Pacing problem, trage wetgever: wetgeving betreft een traag proces.
Wetgeving loopt altijd achter op de technologische werkelijkheid.
o Collingridge dilemma: Keuze tussen nieuwe technologie reguleren vs de
mogelijkheden van de nieuwe technologieën afwachten (regulering achteraf).
Voor- en tegenstanders van technologie
Utopisme (19e eeuw) (internet als utopie/walhalla)
Dystopisme (20e eeuw)
Ambivalentie (21e eeuw)
Stroming:
Technologisch determinisme (technocratie);
Sociaal constructivisme: de mens staat aan het roer van de technologie.
Maatschappelijke acceptatie van nieuwe technologie (innovatie): people are very open-minded
about new things – as long as they’re exactly like the old ones (anchoring innovation). Dit
komt de herkenbaarheid voor de consument ten goede.
Internetrecht-regulering:
50 jaar ARPANET.
35 jaar CLI.
30 jaar wereldwijde web (www).
25 jaar eerste commerciële gebruik (pizzahut.com).
20 jaar Google.
Exceptionalisme: specifieke eigenschappen van het internet:
Schaalbaarheid;
Anonimiteit;
Grenzeloosheid;
Datagedrevenheid;
Snelheid;
Veranderlijkheid.
Non-exceptionalisme (“bestaande recht van de analoge wereld voldoet”).
4 modalities and the patheric dot: the market, law, norms and architecture (code) reguleren het
internet.
Grooming= online kinderlokken (strafbaar gesteld, art. 248e Sr). Grooming is een
voorbereidingsdelict (gedrag in de voorfase, terwijl het eigenlijke delict nog moet plaatsvinden);
lokpuber; poging tot grooming is tevens strafbaar. Bij herhaaldelijk aandringen op een ontmoeting,
wordt voldaan aan de eis en is dus strafbaar.
Grooming is een voorbeeld van: dystopisch (oog voor de gevaren en deze reguleren), detereminisme,
norms (zedelijk gedrag wordt afgekeurd), law (gedrag beïnvloeden), code (virtuele creatie is een vorm
van code/architectuur), exceptionalisme, pacing problem.
WEEK 3 HC NAAR EEN DEFINITIE VAN HET BEGRIP ‘INTERNETRECHT’
Spreker: Arnoud Engelfriet
Wat is internetrecht?
Internetrecht:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RomeevdBoom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.