100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de ziekteleer - les 2 leverziekten $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de ziekteleer - les 2 leverziekten

 31 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting ziekteleer les leverziekten. Uitgebreide lesnotities geïntegreerd met slides vanuit de les waardoor dit document een goede uitleg geeft van de lesmaterie.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Hoofdstuk leverziekten
  • November 1, 2020
  • 8
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
LES 2: LEVERZIEKTEN
1. Anatomie en functie van de lever.
Lever: Rboven in de buik, bestaat uit 2 lobben: grote R en kleinere L. Elk orgaan heeft
toevoerend met zuurstofrijk bloed en afvoerend bloedvat dat gebruikte bloed wegvoeren
richting het hart). Lever = 2 toevoerende (slagader en poortader (grootste toevoer vanuit
darmen)) en 1 afvoerend bloedvat.
 Donkerblauw: poortader; al het bloed dat uit de darmen komt moet eerst via de lever voor het
naar de rest van het lichaam gaat.
 Rood: slagader.
 Lichtblauw: afvoerend bloedvat.
 Groen: galkanaal (voert aangemaakt gal in de lever af).

Bovenstaande bloedvaten zijn altijd terug te vinden tot op het kleinste niveau!

1.1 Galwegen
Deze lopen zij aan zij met de bloedvaten in de lever maar voeren af in andere
richting nl. naar onder, richting de darmen.
 De lever maakt gal aan in kleine kanaaltjes die afvoeren langs R en L kant van
de lever --> opgevangen in de hoofdgalweg --> 12vingerige darm waar het
met voeding wordt vermengd.
 Galblaas: reservoir, niet strikt noodzakelijk voor normaal functioneren.
 Afvoerkanaal van alvleesklier/pancreas: komt ook uit in de hoofdgalweg en
komen op net dezelfde plaats in de 12vingerige darm uit (net onder maag).

1.2 Soorten levercellen
o Intrinsieke levercellen = hepatocyte: deze staan in voor:
• Metabolisme van suikers, eiwitten, vetten en geneesmiddelen (toxische stoffen).
• Aanmaak van galzouten die een belangrijke functie hebben bij vertering van voedsel.

o Immuuncellen: Kupffercellen: belangrijke rol in afweer van het lichaam (macrofagen (immuniteit)).

o Stellaatcellen: vet-stapelende cellen. Kunnen transformeren naar myofibroblasten: bron van littekenweefsel
(fibrose) en portale hypertensie.

1.3 Functies
• Metabolisme van koolhydraten = op moment we eten wordt veel opgeslagen. Als we enkele uren nuchter zijn of
gaan sporten worden deze suikers vrijgelaten: zorgt voor constante suikerspiegel in het bloed.
o Postprandiaal/interprandiaal/vasten.
• Metabolisme van triglyceriden en vetzuren.
• Metabolisme van cholesterol en synthese van galzouten = medicijnen tegen cholesterol en vet in het bloed werken
in op de lever zoals statines, colestyramine en fibraten.
• Metabolisme van medicatie = kan via renale (nieren) of hepatische (lever) klaring.
 Nieren zijn ook een belangrijk filterorgaan! Er zijn medicamenten die bijna uitsluitend door nieren of de lever
worden verwerkt. Iemand met een slechte leverfunctie kan dan medicatie krijgen dat via nieren wordt
verwerkt. Vb. dafalgan wordt sterk door lever verwerkt --> beter niet geven aan iemand met een slechte lever.
 Galmetabolisme = gal is een waterige vloeistof met galzouten, cholesterol en bilirubine pigment ( = afbraakstof van
bloed dat in gal terecht komt). Gal speelt een belangrijke rol bij de vertering van voeding!
 Tussen de maaltijden: opstapeling van gal in galblaas: concentratie gal.
 Bij maaltijd: vrijzetting van cholecystokinine (hormonen) door duodenale mucosa --> galblaas trekt samen -->
relaxatie sfincter van Oddi --> gal komt in 12vingerige darm terecht komt waar het interageert met het voedsel.
 Afbraak van rode bloedcellen = haemoglobine: geeft rode kleur aan bloed, is een eiwit waar een ijzer aan hangt.
RBC zorgen voor binding van zuurstof en voorzien het lichaam van energie. Epo: hormoon dat de aanmaak van RBC
stimuleert: hoe meer RBC -> hoe meer zuurstof en energie -> hoe sterkere prestaties.
 RBC leven slechts 100dagen: worden dus continue aangemaakt en afgebroken.

,  Afbraak: RBC wordt volledig uit elkaar gehaald; haemoglobine afgebroken tot bilirubine (sterk geel pigment) -->
komt in de lever terecht als niet-oplosbaar en potentieel toxisch. Vb. kleine kinderen die geel zien onder de
lamp omdat de stof schadelijk is voor de hersenen.
 In de lever: gaat bilirubine koppelen aan een bepaalde suikergroep --> wateroplosbaar zodat het uitgescheiden
kan worden in de gal. Bilirubine geeft het gal een geelgroene kleur! Indien het de darm passeert, zorgt het voor
de bruine kleur.

Bij afbraak van RBC kunnen vele zaken mislopen: geelzucht/icturus =
- Door bloedafbraak (hemolyse): te veel RBC afbreken --> te veel bilirubine --> lever kan het niet allemaal verwerken
waardoor het nog niet gekoppeld is aan een suiker (niet wateroplosbaar).
- Door lever- of galproblematiek: vb. de lever kan het niet koppelen aan suiker of de lever werkt goed maar de
galblaas werkt niet goed vb. door obstructie in galkanaal.

1.4 Onderzoeken van de lever
Interpretaties van bloedwaarden: men gaat kijken naar =
o Cytolysetesten (bij schade): stoffen in het bloed stijgen bij beschadiging/lekken van hepatocyten.
• AST: aspartaat aminotransferase. • ALT: alanine aminotransferase.

o Excretietesten (bij galafvloeihinder): indien ergens een blokkade stijgen deze waarden.
• (Direct, geconjugeerd) bilirubine. • -GT: Gamma-glutamyltranspeptidase.
• ALP: Alkalische fosfatase.

o Functietesten (bij insufficiëntie): lever speelt belangrijke rol bij bloedzuivering. Indien niet genoeg zuivering zullen
afvalstoffen stijgen in het bloed die men kan opsporen zoals: albumine, stollingsfactoren (mensen met slechte
leverfunctie hebben weinig stollingsfactoren en neigen dus snel en veel te bloeden) en ammonia (NH3)

Onderzoek van de leveranatomie: CT, (N)MR, Echo. Met echo kan men de lever gemakkelijk zien omdat er geen
darmen of botten voor zitten. Echo wordt gebruikt om te kijken naar de leverstructuur.

Onderzoek van de lever op microscopisch niveau: indien men de oorzaak van het probleem via het bloed en anatomie
niet kan achterhalen, doet men een leverbiopsie (percutaan of transjugulair). Kan op 2 manieren =
 Klassiek en eenvoudigste manier; percutaan: rechtstreeks prikken via de huid waarbij huid en vlies van de lever
verdoofd worden. Met iets dikkere naald in de huid binnen gaan om een klein staaltje te nemen.
 Sinds 10jaar via bloedbaan: in de hals in een ader prikken onder lokale verdoving en via buis/katheder opschuiven
tot men in de lever is om van binnenuit een staaltje te nemen. Het bloedingsrisico is iets minder in de huid (deze
mogelijk heeft men niet bij een percutane bioptie) en men kan zo ook de druk in de lever meten.

Onderzoek van de galwegen:
o Echo = weinig details te zien, enkel of ze uitgezet zijn of niet.
o (N)MRCP (MR-cholangiopancreaticografie) = specifiek gericht om galkanaal en structuur in kaart te brengen. Een
steentje zou men vb snel kunnen zien.
o ERCP/PTC = iets invasiever. Galkanalen worden gevisualiseerd én aan gewerkt van binnenuit. Methode: camera
(endoscopie) via de mond -> maag -> 12 vingerige darm -> met klein buisje/katheder in galkanaal binnen gaan.
Men kan hier de steentjes mee weghalen of extensie in steken om galkanaal open te zetten bij tumor.
o Cholangioscopie= kijken in galkanaal met een nog kleinere camera. Sinds 5-10j mogelijk.

Onderzoek voor leverfibrose:
o Fibroscan.
o Elastografie: elasticiteit lever nakijken. Lijkt op echo: stift tegen de huid die tikjes geeft op niveau van lever. Een
gezonde lever is heel soepel en zacht (lage score), bij veel litteken is er veel stijfheid (hoge score). Soort van
gezondheidsonderzoek om schatting krijgen van eventuele vorming van littekens. Niet pijnlijk.

2. Meest frequente leveraandoeningen volgens oorzaak.
Acute hepatitis = plotse leverontsteking.
• Asymptomatisch vs. symptomatisch.
 Asymptomatisch: indien geen pijn of last. Enkel waardes in het bloed die hierop wijzen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentKULeuven1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart