100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting probleem 3 $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting probleem 3

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

zelf een 8,4 gehaald voor het tentamen!!

Preview 3 out of 17  pages

  • November 1, 2020
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Probleem 2: Voor wat, hoort wat.

Leerdoelen:
1. Hoe komt een wet tot stand?
2. Mogen de Eerste en Tweede kamer iets toevoegen/ aanpassen aan een wetsvoorstel?
3. Hoe wijzig je de grondwet?
4. Wat is decentralisatie?
5. Wat zijn de organen van de gemeente en wat zijn hun verhoudingen?
6. Wat is de APV en wie stellen deze vast?

Bronnen:
- Beginselen van het Nederlandse Staatsrecht Hoofdstuk 8 par 2-16, HS 9 , HS 10 par 5 en 6,
HS 15 en 16 par 8-17
- Arresten:
o Vloekverbod Ermelo
o Zuid- Afrika

__________________________________________________________________________________
Hoe komt een wet tot stand?

De wetgever
- Art. 81 GW: “De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal
gezamenlijk.”
- De regering en de Staten-Generaal oefenen samen één functie uit→ de wetgevende macht
o Hier begint al direct de scheiding tussen orgaan en functie  de wet kan niet tot
stand komen zonder medewerking van de Staten-Generaal en zonder medewerking
van de Koning en de ministers ook niet.
- De Koning bekrachtigt het wetsvoorstel door het te ondertekenen→ betrokken minister/
staatssecretaris tekent mee→ Wetgever is dus de combinatie parlement-regering.
- De wetgever kan een opdracht tot wetgeving aan andere organen geven, als de GW zich
daartegen niet verzet  Delegatie van wetgevende bevoegdheid. Bijv. regering die regels
vaststelt voor een AMVB.

Het legaliteitsbeginsel
- Wet in formele zin→ een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal.
- Wet in materiële zin→ een besluit dat algemeen is, dat voor herhaalde toepassing vatbaar is,
dat bestemd is om buiten de administratie te werken en dat burgers en overheidsorganen
bindt. Niet de vorm maar de inhoud is hier het criterium.
- Algemeen→ voor herhaalde toepassing vatbaar, als de regel op meerder personen of
gevallen valt→ algemeen bindend voorschrift
- WIMZ is dus een Algemeen bindend voorschrift→ grondslag in de wet of GW, anders is de
bepaling ‘niet verbindend’

De totstandkoming van de wet. Interne voorbereiding door de regering
In beginsel zijn de regering en de Tweede kamer gelijkberechtigd tot het indienen van
wetsvoorstellen. De Tweede kamer heeft het recht van initiatief, de Eerste niet. Is in 1815 in de GW
opgenomen.

,Het initiatief tot het maken van een wetsvoorstel, wordt meestal door de regering genomen,
daarom eerst de normale procedure van indiening door de regering:

- Art. 81 GW: “De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal
gezamenlijk.”

Voorbereiding van een wetvoorstel
 Eerste moeilijkheid→ wetsvoorstel moet een centrale gedachte en vorm
krijgen, het moet dus geredigeerd worden en hierbij zijn allerlei problemen
van juridische en rationele aard→ oplossing: met het ontwerpen van
wettelijke regelingen belaste ambtenaren van het departement van de
minister.
 Ambtenaar kan soms moeilijkheden ondervinden om tot een beslissing te
komen, ambtenaren kunnen dat ook niet oplossen  Commissies kunnen
worden ingesteld als er moeilijkheden optreden→ als het onderwerp
bijzonder belangrijk is→ staatscommissie.
 Om reacties buiten het parlement uit te lokken komt het regelmatig voor
dat een voorontwerp van wet via internet ter consultatie wordt
aangeboden. Ook kan, om reacties in het parlement uit te lokken, een nota
met betrekking tot de voorgenomen wetgeving aan de Tweede Kamer
worden gezonden
Ministerraad
 Eerste stadium waarbij ‘het wetsvoorstel het departement verlaat’→ o.g.v.
art. 4 lid 2 sub a.1 van het reglement van orde voor de ministerraad.
 Wordt aan alle ministers rondgezonden→ zij raadplegen hun ambtenaren en
maken o.g.v. de verkregen adviezen, in de raad, politieke of technische
opmerkingen→ kunnen leiden tot wijzigingen van het wetsvoorstel.
Advies van de Raad van State
 Wanneer de ministerraad akkoord is  wetsvoorstel wordt door de Koning
aanhangig gemaakt op voordracht van de betrokken minister of door
betrokken minister krachtens koninklijke machtiging.
 De Afdeling advisering van de Raad van State van de Wet moet o.g.v. Art. 73
GW jo. Art 17. van de Wet op de Raad van State over voorstellen van wet
worden gehoord→ geven een advies over voorstellen van de wet→ wordt
naar de minister gestuurd.
 Toetsing: beleidsmatige inhoud, juridische kwaliteit (past het in het
rechtssysteem van nu) en de wetstechnische kwaliteit.
 Staten-Generaal kunnen kennisnemen van het advies→ art. 80 GW
 Wijziging→ minister overweegt het→ hoeft niet persé de wijzigingen aan te
brengen→ indien wel→ terug naar de ministerraad en opnieuw
beraadslagen→ art. 4 lid 2 sub a.3 van het Reglement van orde voor de
ministerraad.
Indiening bij de Tweede kamer
 Nadat het wetsvoorstel, en de bijbehorende door de minister ondertekende
memorie van toelichting, naar aanleiding van het advies is omgewerkt of
bijgewerkt, zendt de minister het aan de Koning met het verzoek het te
voorstel te zenden aan de Tweede Kamer
 Namens de koning wordt het verzoek van het voorstel gezonden naar de
Tweede kamer→ de koning doet een koninklijk boodschap.

, Voorbereidend onderzoek door de Tweede Kamer
 Hiermee treedt het wetsvoorstel ( met koninklijke boodschap, mvt, en
advies RvS) voor het eerst in de openbaarheid.  wordt gedrukt ten
behoeve van de leden en openbaar gemaakt.
 Procedure die door 2de kamer gevolgd wordt is geregeld in haar RvO.
 Art. 90→ Wetsvoorstellen worden in handen van een commissie gesteld
door de voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter→ Of: art.91→ de
kamer wil eerst een debat over de hoofdlijnen van het wetsvoorstel en
daarna pas door naar de commissie.
 Art.94→ Commissie onderzoekt het wetsvoorstel en brengt verslag uit→ Of:
art.93a→ commissie belast een rapporteur met deze taak→ verslag aan
betrokken minister gestuurd→ minister nader verslag n.a.v. opmerkingen.-->
minister voegt eventueel een nota van wijziging toe
 Zij kan in iedere stand van het onderzoek schriftelijk en mondeling met de
regering in overleg treden: art. 27-28.
 Met toestemming van de kamer kan de commissie tot een
wetgevingsoverleg besluiten: art. 39.
 Minister doet er verstandig aan zoveel mogelijk in overeenstemming met de
commissie te komen→ Tweede kamer leden hebben immers krachtens art.
84 het recht van amendement. =Recht om wijzigingen in het voorstel voor te
stellen
 Recht gesteund door commissie in haar geheel? → Aanneming van het
amendement wel verzekerd.
Openbare behandeling. Amendementen
 Van voorbereidend onderzoek naar openbare behandeling in de plenaire
kamer→ leden Tweede kamer kunnen o.g.v. art. 84 GW amendementen
voorstellen (kan eerder o.g.v. art. 96 RvO TK).
 Tweede kamer neemt een amendement aan? → wetsvoorstel is gewijzigd.
 Minister kan een wetsvoorstel zelf ook wijzigen zoals eerder genoemd→
nota van wijziging.
 Tijdens de openbare beraadslaging kan de minister zich laten bijstaan door
personen, door hem aangewezen o.g.v. art. 69 lid 3 GW.

Wat gebeurt er als de minister bezwaar heeft tegen een voorgesteld
amendement?
 Hij kan het laten bij ontraden en, bij aanneming van het
amendement, berusten in de aangebrachte wijziging
 Hij kan echter ook verklaren dat het amendement voor hem
onaanvaardbaar is. Als er geen politieke consequenties mee
gemoeid zij, kan het betekenen dat de regering het wetsvoorstel zal
intrekken.  minister heeft daartoe het recht ogv art. 86 GW zolang
de eerste kamer niet heeft beslist.
o Het kan echter ook betekenen dat hij bij aanneming zijn
ontslag zal indienen.
 Ten slotte kan een amendement onaanvaardbaar zijn voor het
gehele kabinet of voor een aantal ministers, dit pleegt na overleg in
het kabinet in de kamer te worden aangekondigd. De kamer weet
dan dat zij door het amendement te aanvaarden een totale of
gedeeltelijke kabinetscrisis uitlokt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmennn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (0)
Add to cart
Added