100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle leerdoelen Internationaal publiekrecht P3 $4.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle leerdoelen Internationaal publiekrecht P3

3 reviews
 134 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle leerdoelen, week 1 t/m 6, van Internationaal publiekrecht P3 zijn uitgewerkt

Preview 3 out of 17  pages

  • Unknown
  • November 1, 2020
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: manisha_sardjoe • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: tessaderechtenstudent • 3 year ago

Translated by Google

Thank you for your review!

review-writer-avatar

By: dvrencken • 3 year ago

review-writer-avatar

By: farahlzr • 2 year ago

avatar-seller
Internationaal publiekrecht leerdoelen P3

Week 1
(literatuur: H1)

 Een omschrijving geven van het internationaal publiekrecht:
1. Het geheel van internationale rechtsregels
2. dat de publiekrechtelijke rechtsbetrekkingen regelt
3. tussen internationale rechtssubjecten. (rechtssubject= de drager van rechten
en plichten).

> De functie van het internationaal recht is het scheppen van orde en rechtszekerheid in de
internationale betrekkingen tussen staten.

Het internationaal publiekrecht is van oudsher het recht tussen staten onderling.
Internationaal gelden er regels die staten waardevol vinden om daadwerkelijk na te komen.
Het publiek of openbaar gezag bedenkt immers regelgeving om internationale problemen
het hoofd te bieden. De afwezigheid van een internationaal systeem van handhaven is
kenmerkend voor de internationale rechtsorde.

 De synoniemen van het internationaal publiekrecht benoemen:
Volkenrecht > deze term geeft de indruk dat de enige spelers in het internationaal
recht alleen volken zouden zijn. Het tegendeel is waar. Staten zijn de belangrijkste
spelers in de internationale rechtsorde. Ook internationale organisaties en
individuen spelen een grote rol.
> Hierdoor doet de term volkenrecht geen recht aan de brede opvatting van het
internationale recht.

 Internationaal publiekrecht onderscheiden van internationaal privaatrecht
en Nederlands publiekrecht:
De term ‘publiek’ staat tegenover ‘privaat’.
 Internationaal privaatrecht > richt zich met name op geschillen tussen
natuurlijke personen en/of rechtspersonen onderling.
 Met internationaal privaatrecht hebben we te maken als in een
privaatrechtelijke situatie sprake is van verbinding tussen twee of
meer landen. (Vb. als men via internet in het buitenland een product
koopt of in situaties waarin iemand in het buitenland trouwt of gaat
scheiden).
 Staten kunnen zelf bepalen welke regels van internationaal
privaatrecht ze maken. Nederland kan dus regels maken waarin staat
welke rechter bevoegd is om een zaak van internationaal privaatrecht
te behandelen en welk nationale recht in dat geval van toepassing is.
 Onderscheid tussen formeel en materieel recht.
> Formeel recht: onder meer internationaal procesrecht
> Materieel recht: het gaat om de vraag welk (nationaal) recht van
toepassing is.

,  Internationaal publiekrecht > is het geheel van internationale rechtsregels
dat de publiekrechtelijke rechtsbetrekkingen regelt tussen internationale
rechtssubjecten.
 Het internationaal recht behoort tot het publiekrecht en beschrijft het
recht tussen staten onderling.

 De kenmerken van de internationale rechtsorde benoemen en toelichten:
 Decentraal karakter:
 Geen centrale wetgevende, uitvoerende of rechterlijke macht’
 Afwezigheid van een centraal geregeld internationaal systeem van
rechtshandhaving
> In de internationale gemeenschap leven staten de regels na die uit
onderlinge afspraken voortvloeien.
 Horizontaal karakter:
 Gelijkheid tussen staten
> staten zijn zelfstandig bevoegd om rechtsbetrekkingen met elkaar
aan te gaan. Met andere woorden, staten zijn soeverein. Staten
kunnen zelf beslissingen nemen en oefenen daarmee hun recht tot
zelfbeschikking uit.
 Afhankelijkheid tussen staten
> staten hebben elkaar nodig om wederzijds afspraken met elkaar te
maken. Grensoverschrijdende kwesties kan een staat niet alleen
oplossen.
Een ander belangrijk element in de internationale rechtsorde is het
uitgangspunt dat staten vreedzaam naast elkaar samen willen leven
(=vreedzame co-existentie).
 Invloed van politieke factoren en machtsverhoudingen
> de internationale rechtsorde kan niet los worden gezien van het
politieke klimaat in een land.
> de politieke, economische en militaire macht kan erg verschillen
tussen staten (vb. de VS en China hebben hierin veel grotere macht
dan vb. Estland).

 De doorwerking van internationaal publiekrecht in de Nederlandse
rechtsorde beschrijven, uitleggen en toepassen op een casus:
Een lidstaat kan het monistische of het dualistische stelsel hebben ingevoerd.
 Monistisch stelsel: het internationale recht is dan automatisch onderdeel van
het nationale rechtsorde.
> Omzetting van internationaal recht naar nationaal niveau via een speciale
wet is dan niet nodig.
 Dualistisch stelsel: het internationaal recht moet dan eerst worden omgezet
in het nationaal recht via een aparte wet.

 Nederland heeft een gematigd monistisch stelsel. Het gevolg hiervan voor personen
vinden we terug in art. 93 GW. Mensen moeten zich aan bepaalde regels van
verdragen en van besluiten van internationale organisaties houden of er rechten aan
kunnen ontlenen, maar pas nadat de Nederlandse regering die heeft bekendgemaakt

, door publicatie in het Tractatenblad. Nederland hoeft voor deze regels dus niet een
aparte Nederlandse wet te maken, zoals veel andere landen dit wel doen.
 Er kan in Nederland een beroep worden gedaan op een ieder verbindende
bepaling van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties,
als ze zijn bekengemaakt door publicatie in het Tractatenblad.

 Het toetsingsverbod van art. 120 GW toelichten en toepassen op een casus:
Om te bepalen of een ieder verbindende verdragsbepaling voorrang heeft op
nationaal recht dat in strijd is met de verdragsbepaling, moet de rechter de
Nederlandse wet toetsen aan de desbetreffende verdragsbepaling. Andersom mag
niet o.g.v. art. 120 GW.
 De rechter beoordeelt niet of een verdrag in overeenstemming is met het
verdrag, maar of de Nederlandse (Grond)wet in overeenstemming is met het
verdrag = toetsingsverbod.

Wanneer het internationale recht botst met het internationale recht gaat het
internationale recht alleen voor als het verdrag ‘ieder verbindend’ was. De rechter
mag verdragen niet toetsen aan de Grondwet. Hierdoor blijft de Trias politica
behouden (art. 120 GW).
> Een verdrag mag niet worden getoetst aan de Grondwet. Een verdrag staat hoger
dan de Grondwet.


Week 2
(literatuur: H2 en H3)

 Aangeven wie rechten kan ontlenen aan het internationaal publiekrecht en
welke rechten dit zijn:
Rechtssubjecten zijn ook de zelfstandige dragers van rechten en plichten. Met
andere woorden alle actoren die rechtsbevoegdheid bezitten. In het nationale recht
kennen we natuurlijke personen en rechtspersonen als rechtssubjecten.

 Uitleggen welke rol de afzonderlijke rechtssubjecten spelen in de
internationale rechtsorde en wat hun onderlinge rechtsverhoudingen zijn:
o Natuurlijke personen
o Rechtspersonen: internationale publieke bedrijven zijn onderdeel van het
internationaal publiekrecht. Deze bedrijven zijn een samenwerking van de
overheid en private rechtspersonen. Hier horen ook NGO’s bij
(= privaatrechtelijke organisaties die grensoverschrijdende doelen
nastreven).
o Staten
o Internationaalrechtelijke organisaties
o De-factoregeringen: opstandige groeperingen die in feite de efficiënte en
daadwerkelijke zeggenschap in gebieden hebben. Zij hebben een niveau van
gezag en stabiliteit bereikt dat lijkt op dat van staten. Soms werken staten
samen met de-factoregeringen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessaderechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86  8x  sold
  • (3)
  Add to cart