100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuur en Beleid $3.77
Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuur en Beleid

1 review
 306 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek 'De bestuurlijke kaart van Nederland' voor het vak Bestuur en Beleid. Inclusief begrippenlijst.

Preview 4 out of 66  pages

  • Yes
  • May 17, 2014
  • 66
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: rubenboss • 8 year ago

avatar-seller
Samenvatting
Bestuur
&
Beleid
1

Hoofdstuk
1

De
bestuurlijke
kaart
van
Nederland

1.1
Wat
is
openbaar
bestuur?

openbaar
bestuur;



-­‐
verschillende
uitgangspunten
kunnen
worden
gebruikt
om
de
werkelijkheid
om
ons
heen
in
te
delen








wanneer
iets
‘openbaar’
is




-­‐-­‐>
juridisch
gezien:






*
alle
organisaties
met
publiek
bevoegdheden
zijn
openbaar










(regering
/
politie
/
Stichting
Vamex
(=
ANWB
en
drie
watersportbonden))





*
onder
openbaar
kan
de
publiekrechtelijke
voor
van
een
organisatie
worden
verstaan










(stichting
is
privaatrechtelijk,
dus
in
dit
geval
Stichting
Vamex
niet)




-­‐-­‐>
economisch
gezien:





*
openbare
organisaties
verkrijgen
hun
inkomsten
uit
belastingen,









private
organisaties
door
goederen
en
diensten
op
de
markt
te
verkopen



-­‐
uitgangspunt
is
dat
het
openbaar
bestuur
in
Nederland
niet
kan
worden
benaderd
als
een
gesloten,
helder







begrensd
deel



maatschappelijk
middenveld;




-­‐
dienstverlenende
instellingen
zoals
ziekenhuizen
en
culturele
stichtingen
die
geen
winstoogmerk
hebben











en
worden
gefinancierd
uit
belastingopbrengsten
en
premieheffingen



-­‐
organisaties
zijn
onderdeel
van
de
private
sector,
die
tevens
commerciële
actoren
(bedrijven)
omvat




-­‐-­‐>
actoren
die
van
grote
invloed
zijn
op
het
functioneren
van
het
openbaar
bestuur
in
Nederland



kenmerken
van
het
Nederlands
openbaar
bestuur;



-­‐
Nederland
is
een
constitutionele
monarchie




-­‐-­‐>
koning(in)
is
het
staatshoofd,
anders
dan
in
een
republiek,
maar
dat
(in
tegenstelling
tot
in











absolute
monarchie)
het
handelen
van
een
koning
gebonden
is
aan
een
grondwet,
ofwel











geschreven
constitutie)



-­‐
Nederland
is
een
rechtsstaat




-­‐-­‐>
het
overheidshandelen
is
onderworpen
aan
de
regels
van
het
recht,
zodat
de
overheid
niet
naar











willekeur
mag
handelen
>
legaliteitsbeginsel:
de
overheid
mag
alleen
handelen
op
grond
van











wettelijke
bevoegdheden




-­‐-­‐>
burgers
beschikken
over
grondrechten,
zoals
vrijheid
van
godsdienst
/
drukpers
/
vergadering



-­‐
Nederland
kent
een
gedeeltelijke
scheiding
der
machten




-­‐-­‐>
de
wetgevende,
de
uitvoerende
en
de
rechtsprekende
macht
is
in
sterke
mate
onafhankelijk
van











elkaar
en
controleren
elkaar



-­‐
Nederland
kent
ook
een
scheiding
van
kerk
en
staat
(er
is
geen
staatskerk)



-­‐
Nederland
heeft
een
parlementair
stelsel




-­‐-­‐>
bevolking
kiest
rechtstreeks
het
hoogste
besluitvormende
orgaan,
de
Tweede
Kamer,
waaraan











de
regering
verantwoording
schuldig
is




-­‐-­‐>
tegenovergestelde
is
een
presidentieel
stelsel
(zoals
in
de
Verenigde
Staten)




-­‐-­‐>
men
noemt
Nederland
ook
wel
een
representatieve
of
indirecte
democratie





-­‐
waarmee
tot
uitdrukking
komt
dat
de
democratie
in
Nederland
behelst
dat
de
bevolking








vertegenwoordigers
kiest
die
vervolgens
besluiten
nemen



-­‐
2
pijlers
van
het
parlementaire
stelsel




-­‐-­‐>
ministeriële
verantwoordelijkheid:
ministers
zijn
verantwoordelijk,
ook
voor
het
optreden
van











het
staatshoofd
en
voor
het
doen
en
laten
van
de










rijksambtenaren




-­‐-­‐>
vertrouwensregel:
ministers
worden
geacht
af
te
treden
zodra
zij
het
vertrouwen
van
de








volksvertegenwoordiging
verloren
hebben


-­‐
parlementair
stelsel
is
dualistisch




-­‐-­‐>
volksvertegenwoordiging
is
onafhankelijk
van
de
regering
en
ministers
kunnen
geen
deel











uitmaken
van
de
Staten-­‐Generaal




-­‐-­‐>
hetzelfde
geld
voor
gemeenten
en
provincies:






-­‐
gemeenteraden
en
Provinciale
Staten
zijn
gescheiden
van
respectievelijk
het
college
van









burgemeesters
en
wethouders
en
het
College
van
Gedeputeerde
Staten






, Samenvatting
Bestuur
&
Beleid
2

-­‐
Nederlandse
bevolking
kiest
geen
bestuurders




-­‐-­‐>
leden
van
de
gemeenteraden
en
van
Provinciale
Staten
benoemen
respectievelijk
de











wethouders
en
de
gedeputeerden,
de
Kroon
benoemt
formeel
de
ministers,
de
burgemeesters












en
commissarissen
van
de
Koning(in)



-­‐
Nederlandse
kiesstelsel
is
gebaseerd
op
een
stelsel
van
evenredige
vertegenwoordiging




-­‐-­‐>
aantal
zetels
voor
partij
is
in
overeenstemming
met
aanhang
van
die
partij
onder
de
bevolking




-­‐-­‐>Nederland
heeft
geen
kiesdrempel:
geen
minimaal
stemmenpercentage
dat
een
partij
moet










halen
om
zetels
te
mogen
bekleden



-­‐
Nederland
is
een
gedecentraliseerde
eenheidsstaat




-­‐-­‐>
enerzijds
is
er
sprake
van
een
rijksoverheid
die
allerlei
zaken
aan
lagere
overheden
kan











opleggen,
anderzijds
zijn
allerlei
taken,
verantwoordelijkheden
en
bevoegdheden
overgedragen











aan
lagere
overheden



-­‐
constitutioneel
hof
is
in
Nederland




-­‐-­‐>
zodat
er
geen
onafhankelijke
rechterlijke
instantie
is
die
wetten
toetst
aan
de
Grondwet




-­‐
Nederland
kent
niet
het
fenomeen
juryrechtspraak




-­‐-­‐>
in
de
meeste
democratieën
zijn
leken
door
middel
van
jury’s
betrokken
bij
de
rechtspraak,
in










Nederland
blijft
de
rechtspraak
echter
het
exclusieve
domein
van
onafhankelijke
en
deskundige











rechters




-­‐
Nederland
kent
een
omvangrijk
functioneel
bestuur




-­‐-­‐>
bestuursorganen
die,
anders
dan
de
drie
territoriale
bestuurslagen
Rijk,
provincie
en
gemeente,











een
beperkt,
wettelijk
vastgelegd
takenpakket
hebben





*
waterschappen:
zijn
belast
met
waterkering
en
waterbeheersing





*
bedrijfslichamen:
behartigen
het
gemeenschappelijk
belang
van
een
bedrijfssector









of
bedrijfstak



voorgaande
kenmerken
van
het
Nederlandse
openbaar
bestuur
zijn
voor
een
deel
het
resultaat
van
wetgeving;



-­‐
Thorbeckes
Grondwet
van
1848
heeft
de
grondslag
gelegd
voor:




*
het
principe
van
ministeriële
verantwoordelijkheid





*
de
gedecentraliseerde
eenheidsstaat
(het
‘Huis
van
Thorbecke’)



internationaal
vergelijkend
is
het
Nederlandse
openbaar
bestuur
als
‘inclusief’
te
typeren;



-­‐
door
alle
formele
en
informele
spelregels
worden
veel
politieke
besluiten
pas
genomen
als
er
brede
steun







voor
bestaat
onder
de
betrokken
politieke
actoren
(politieke
fracties
in
de
volksvertegenwoordiging,
maar







ook
maatschappelijke
organisatie)




-­‐-­‐>
met
andere
woorden:
de
nadruk
ligt
op
de
draagkracht
in
de
besluitvorming,
de
mate









waarin
besluiten
gedragen
ofwel
gesteund
worden
door
politieke









actoren



Nederlandse
bestuursstijl
is
te
karakteriseren
met
behulp
van
‘zes
co’s’;



-­‐
coalitie








-­‐
collegialiteit



-­‐
compromis








-­‐
consensus



-­‐
coöptatie
(snelle
opname
van
nieuwkomers
in
het
bestel)


-­‐
coöperatie



veelgeprezen
elementen
van
het
Nederlandse
openbaar
bestuur;



-­‐
draagkracht
van
de
besluitvorming



-­‐
openheid
voor
nieuwkomers



daar
staat
tegenover
dat
volgens
velen
het
openbaar
bestuur
zich
ook
kenmerkt
door;



-­‐
gebrek
aan
daadkracht



-­‐
grote
afstand
tussen
kiezers
en
gekozen










, Samenvatting
Bestuur
&
Beleid
3

Hoofdstuk
2

De
Nederlandse
staat

vier
kenmerken
van
het
begrip
staat;



-­‐
er
is
sprake
van
een
specifiek
grondgebied
(territorium)





-­‐-­‐>
Nederlandse
staat
wordt
begrensd
door
andere
staten
en
door
de
Noordzee



-­‐
er
is
een
bevolking



-­‐
er
is
een
wettelijke
ordening
en
er
is
een
bestuurlijke
organisatie
die
gezaghebbend
de
wet-­‐
en






regelgeving
kan
handhaven




-­‐-­‐>
Nederland
heeft
een
grondwet
en
andere
daarop
aansluitende
wet-­‐
en
regelgeving
en
er
is
een










complex
aan
politieke
en
bestuurlijke
instanties
die
zich
bezighouden
met
wetgeving,










rechtspraak
en
beleidsuitvoering





-­‐-­‐>
geweldsmonopolie:

alleen
de
staat
is
bevoegd
geweld
te
gebruiken,
ten
behoeve
van
de










handhaving
van
openbare
orde
en
bescherming
van
de
veiligheid
van
de










burgers
(politie
/
krijgsmacht
zijn
de
instituties
die
de
veiligheid
moeten









garanderen
en
daartoe

onder
voorwaarden
geweld
mogen
gebruiken



-­‐
is
erkend
door
andere
staten
(lid
van
de
Verenigde
Naties)
=
soevereine
staat




-­‐-­‐>
soevereine
staat:
onafhankelijke
staat
die
in
het
internationaal
recht
gelijk
is
aan
alle







andere
staten



Staat
der
Nederlanden;




-­‐
is
een
rechtspersoon
en
het
begrip
is
de
juridische
term
voor
‘de
Nederlandse
overheid’




-­‐-­‐>
de
staat
is,
et
als
een
individu,
bevoegd
rechtshandelingen
te
verrichten





*
koopovereenkomsten
met
een
burger
aangaan





*
verdrag
met
een
andere
staat
sluiten





*
aan
burgers
belastingaanslagen
opleggen



The
Unrepresented
Nations
and
Peoples
Organization;



-­‐
inheemse
volkeren,
minderheden
en
vertegenwoordigers
van
niet-­‐erkende
staten
en
bezette
gebieden





(vrijheidsstrijders
en
regeringen
in
ballingschap)
die
hun
krachten
hebben
gebundeld




-­‐
doel:
mensenrechten,
culturele
rechten
en
het
leefmilieu
van
de
leden
te
beschermen
en
geweldloze




oplossingen
te
vinden
voor
de
conflicten
waarmee
ze
te
maken
hebben



Koninkrijk
der
Nederlanden;

Nederland,
Aruba,
Curaçao
en
Sint
Maarten



-­‐
Statuut
voor
het
Koninkrijk
der
Nederlanden




-­‐-­‐>
regelt
het
bijzondere
samenwerkingsverband
en
is
van
een
hogere
orde
van
de
Nederlandse










grondwet
(‘Grondwet
neemt
bepalingen
van
Statuut
in
acht’



-­‐
staatshoofd:
Nederlandse
koning(in)




-­‐-­‐>
in
Aruba,
Curaçao
en
Sint
Maarten
wordt
de
koning(in)
vertegenwoordigd
door
de
gouverneur,



-­‐
regering
van
het
koninkrijk:
koning(in)
en
de
raad
van
ministers
(alle
Nederlandse
ministers
en
drie








gevolmachtigde
ministers
van
Aruba,
Curaçao
en
Sint
Maarten,
benoemd








door
de
koning(in))



wetgevende
macht;
wordt
uitgeoefend
door
de
regering
van
het
koninkrijk
samen
met
de
Nederlandse








Staten-­‐Generaal



-­‐
in
het
Nederlandse
kabinet
is
één
bewindspersoon
(minister
of
staatssecretaris)




-­‐-­‐>
is
in
het
bijzonder
belast
met
koninkrijksrelaties




-­‐-­‐>
verbonden
aan
het
ministerie
van
Binnenlandse
Zaken
en
Koninkrijksrelaties



constitutionele
monarchie;

staat
waarin
het
koningschap
verankerd
is
in
een
constitutie,
de
koning








staat
niet
boven
de
wet,
maar
is
daaraan
ondergeschikt



-­‐
constitutie:
geheel
van
elementaire
geschreven
en
ongeschreven
regels
met
betrekking
tot
de






organisatie
van
een
staat
(regels
kunnen
(gedeeltelijk)
zijn
vastgelegd
in
een
grondwet)



-­‐
Nederland
sinds
de
grondwet
van
1815



Thorbecke;
architect
van
de
nieuwe
Grondwet
van
1848,
waarin
de
uitgangspunten
zijn
neergelegd
die






nog
steeds
zijn
terug
te
vinden
in
de
huidige
Grondwet



*
parlementair
stelsel


*
rechtstaat


*
gedecentraliseerde
eenheidsstaat


, Samenvatting
Bestuur
&
Beleid
4

2.1
Parlementair
stelsel

Nederland;








-­‐
is
een
democratie
waarin
de
bevolking
vanaf
19
jaar
haar
hoogste
besluitvormende
orgaan
kiest




-­‐-­‐>
Tweede
Kamer
(kern
van
ons
parlementaire
stelsel)



twee
principes
van
het
parlementair
stelsel:



-­‐
ministeriële
verantwoordelijkheid




-­‐-­‐>
koning(in)
ins
onschendbaar
en
de
ministers
zijn
verantwoordelijk




-­‐-­‐>
ministers
moeten
verantwoording
afleggen
over
de
handelingen
en
uitingen
van
leden
van
het












koningshuis
en
over
het
functioneren
van
het
ambtenarenapparaat
dat
namens
de
regering












beleid
voorbereidt
en
uitvoert




-­‐-­‐>
op
nationaal
niveau
ligt
de
bestuursmacht
dan
ook
bij:






-­‐
de
ministers
(zij
worden
gecontroleerd
door
het
parlement)



-­‐
vertrouwensregel




-­‐-­‐>
kabinet
(ministers
en
staatssecretarissen)
moet
het
vertrouwen
van
een
meerderheid
in
de












Tweede
Kamer
hebben





-­‐-­‐>
vertrouwen
wordt
niet
uitdrukkelijk
uitgesproken,
maar
verondersteld
tot
het
tegendeel
blijkt,










wordt
dit
tegendeel
bewezen:
dan
moet
de
desbetreffende
kabinet
/
minister
aftreden



koninklijke
familie;
familie
van
Oranje-­‐Nassau

Koninklijk
Huis;

omvat
die
leden
van
de
koninklijke
familie
voor
wie
ministeriële







verantwoordelijkheid
bestaat,
deze
is
geconcentreerd
bij
de
minister-­‐president



2.2
Rechtsstaat

Nederland
is
een
rechtsstaat;
de
Nederlandse
staat
is
onderworpen
aan
de
regels
van
het
recht



kenmerken
van
de
rechtsstaat;



-­‐
al
het
overheidshandelen
dient
te
zijn
gebaseerd
op
bevoegdheden
die
zijn
vastgelegd
in
wetten,







de
overheid
mag
dus
niet
handelen
naar
willekeur



-­‐
er
dienst
sprake
te
zijn
van
een
machtenscheiding
in
de
staat
(Montesquieu)




-­‐-­‐>
trias
politica:
wetgevende
(legislatieve)







onafhankelijk
van
elkaar
en









uitvoerende
(executieve)


controleren
elkaars
functioneren







rechtgevende
(jurisdictieve)



-­‐
het
bestaan
van
vrije
en
geheime
verkiezingen




-­‐
het
bestaan
van
grondrechten
zoals:




*
recht
op
vrijheid
van
meningsuiting





*
recht
op
gelijke
behandeling


garanderen
de
burger
een
staatsvrije
(private)
sfeer




*
recht
van
vereniging
en
vergadering




*
vrijheid
van
godsdienst



-­‐
het
bestaan
van
vrije
en
onafhankelijke
media
(persvrijheid)




-­‐-­‐>
media
vervullen
in
een
rechtsstaat
de
belangrijkrijke
rol
van
‘waakhond’,
zij
kunnen
misstanden











aan
de
kaak
stellen
die
zonder
hun
aanwezigheid
onopgemerkt
zouden
blijven



2.3
Een
gedecentraliseerde
eenheidsstaat

decentralisatie;
heeft
betrekking
op
de
overdracht
van
taken
en
bevoegdheden
aan
lagere






rechtsgemeenschappen
of
bestuurslagen




-­‐
bijvoorbeeld:
gemeenten
mogen
onderling
afwijkende
regels
opstellen



eenheidsstaat;
wijst
daarentegen
op
samenhang
en
coördinatie
die
centraal
worden
opgelegd



-­‐
dat
veronderstelt
eenvormigheid
van
wet-­‐
en
regelgeving



-­‐
zo
mogen
gemeentelijke
voorschriften
niet
in
strijd
zijn
met
de
nationale
wet-­‐
en
regelgeving

verhouding
tussen
decentralisatie
en
eenheid
komt
tot
uitdrukking
in
de
begrippen;



-­‐
autonomie:

eigen
bevoegdheden
een
provincie
/
gemeente
met
betrekking
tot
de
taken
op







hun
grondgebied
(de
‘huishouding’)





-­‐-­‐>
algemene
plaatselijke
verordeningen
(APV’s)
kunnen
per
gemeente
verschillen



-­‐
medebewind:

wanneer
provincies
/
gemeenten
regels
opstellen
in
opdracht
van
een
hogere

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kimmmmm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  5x  sold
  • (1)
Add to cart
Added