100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jurisprudentie Internationaal en Europees Strafrecht $6.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Jurisprudentie Internationaal en Europees Strafrecht

 102 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Volledig jurisprudentieoverzicht Internationaal en Europees Strafrecht

Preview 4 out of 67  pages

  • November 2, 2020
  • 67
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT RUG | S3152731


HC 1A: Inleiding en rechtsbronnen

Begrippen:
• Internationaal strafrecht: er is geen algemeen aanvaarde definitie. Het gaat om het
grensgebied tussen het volkenrecht en het nationale recht en strafprocesrecht.
Ditzelfde geldt voor het Europese strafrecht.
• Droit pénal international: wanneer je het recht bekijkt vanuit een nationale
invalshoek. Het gaat om problemen op nationaal vlak, die het gevolg zijn van
grensoverschrijdende criminaliteit.
• Droit international pénal: de nadruk ligt op de internationale invalshoek. Het gaat
om misdrijven van internationale herkomst (bijvoorbeeld genocide,
oorlogsmisdrijven, enzovoorts). Ook tribunalenrecht valt hieronder, maar ook het
recht van de Europese Unie.
• Supranationaal strafrecht: strafrecht dat afkomstig is van een autonome rechtsorde.
Dat is ook het geval bij het strafrecht dat afkomstig is van de Europese Unie. Alle
lidstaten hebben een deel van hun soevereiniteit ingeleverd aan de Europese Unie
en daarmee ook een stukje van hun zelfstandigheid en autonomie.
• Transnationaal strafrecht: het recht dat betrekking heeft dat betrekking heeft op
verplichtingen die staten op zich hebben genomen om gedragingen strafbaar te
stellen en samen te werken. Daarnaast gaat het om de toepassing van het nationale
recht ter uitvoering van die verplichtingen. Het ziet vooral op het recht zoals je dat
kunt vinden in verdragen.
• ‘Internationaal en Europees strafrecht’: de inhoud die er in dit vak aan gegeven
wordt, is de inhoud die we vinden in hoofdstuk 2 t/m 8 in het handboek. We
behandelen binnen het kader van dit vak dus niet hoofdstuk 9.

Belangrijke aandachtspunten:
• Internationalisering van de strafrechtspleging: er komt hier steeds meer aandacht
voor. Ten eerste is het een technologische kwestie. Er is een steeds grotere
mobiliteit van personen en goederen. Er zijn ook steeds betere
communicatiemiddelen. Van deze middelen maakt de criminaliteit ook gebruik. De
gebeurtenissen in de WO-II ook een impuls hebben gegeven om meer te gaan
samenwerken wat betreft de internationale misdrijven (genocide, oorlogsmisdrijven).
Daarnaast is ook de Europese Unie een belangrijke impuls. Dit had voorheen niets
met het strafrecht te maken, het was een economische gemeenschap. De EU
handelt op dit gebied tegenwoordig actief. Er komen steeds meer verordeningen en
richtlijnen.
• Rechtsvorming, bronnen en actoren: wie stelt de regels? En waar kun je deze regels
vinden? Wie spelen een rol in de nationale en Europese strafrechtspleging?
• Soevereiniteit, intergouvernementeel versus supranationaal: hoe werken staten met
elkaar samen?
• Harmonisatie van materieel en formeel strafrecht: het aanpassen van regels aan
elkaar, zodat ze meer met elkaar overeenkomen of zelfs het helemaal gelijk trekken
van regels in verschillende staten. De EU heeft hier diverse bevoegdheden.
• Vertrouwensbeginsel en beginsel van wederzijdse erkenning.




1

, INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT RUG | S3152731

• Fundamentele rechten: bijvoorbeeld bij de internationale samenwerken. Mag je
iemand uitleveren aan een staat waar na een eventuele veroordeling de doodstraf
wacht? Het antwoord is nee. Dit is opgelegd door fundamentele rechten. Echter kan
het ook positieve verplichtingen in het leven roepen voor staten. Ze kunnen verplicht
zijn om samen te werken. België had de overlevering aan Spanje geleverd omdat de
detentieomstandigheden niet goed zouden zijn. Echter werd de persoon verdacht
van een levensdelict. Het Straatburgse Hof zegt dat het recht op leven niet alleen
een beperking is, maar ook een positieve verplichting oplevert (grondig onderzoek
doen). Dit bracht het Hof ertoe dat België niet zomaar de overlevering had mogen
weigeren aan Spanje. België had de detentieomstandigheden namelijk onvoldoende
onderzocht (door bijvoorbeeld onderzoek op zeer oude rapporten).
• Ne bis in idem: de situatie is denkbaar dat iemand wordt vervolgd in het ene land,
terwijl in het andere land diezelfde persoon al is veroordeeld of zelfs is
vrijgesproken.

Soevereiniteit:
• Intern: een soevereine staat heeft de bevoegdheid om binnen zijn territoir bindende
beslissingen te nemen.
• Extern: de soevereine staat hoeft geen inmenging te dulden van andere staten.
Þ Dat is de reden dat staten afspraken met elkaar maken in verdragen om samen te
werken.
o Intergouvernementeel perspectief: soevereine staten binden zichzelf in
onderlinge samenwerking. Je kunt dit vergelijken met het sluiten van een
contract.
o Supranationaal perspectief: de regels worden niet gesteld door de lidstaten
onderling, maar door een internationale of Europese instelling waaraan
lidstaten een deel van hun soevereiniteit hebben overgedragen. Dit laatste
speelt vooral bij de Europese Unie.

Rechtshulp in strafzaken:
• Primaire rechtshulp:
o Staat A doet afstand van uitoefening recht tot vervolging/strafexecutie.
o Staat B neemt vervolging/strafexecutie over.
• Secundaire rechtshulp:
o Staat B verricht ondersteunende handeling ten behoeve van
opsporing/vervolging/berechting/strafexecutie in staat A. Ook hier zijn weer
twee vormen te onderscheiden:
§ Uitlevering/overlevering.
§ ‘Kleine’ rechtshulp (bijvoorbeeld doorzoeking en inbeslagneming). Je
verricht hier maar een kleine, ondersteunende handeling. Het kan ook
zijn het horen van een verdachte of een getuige, maar ook het
betekenen van stukken/vonnis. Het kan ook betrekking hebben op
het aftappen. Er zijn diverse mogelijkheden, maar het zijn allemaal
ondersteunende handelingen.




2

, INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT RUG | S3152731

Rechtshulp in strafzaken:
• Op klassieke grondslag: verzoek (!) Staat A verzoekt rechtshulp aan staat B en staat B
beslist of hij dat verzoek inwilligt. We noemen dit ook wel het verzoekbeginsel. De
ruimte die staat B heeft bij het inwilligen van het verzoek is heel ruim. De verdragen
perken de ruimte wel enigszins in, maar de ruimte is toch nog wel erg groot.
• Op beginsel van wederzijdse erkenning: bevel (!) Rechterlijke autoriteit van lidstaat A
geeft bevel, rechterlijke autoriteit van lidstaat B erkent dat gevel en legt het ten
uitvoer, alsof het een nationaal bevel was.
o In de praktijk zijn er weigeringsgronden, maar die gronden zijn vergeleken
met de klassieke grondslag veel beperkter en moeten zeer strikt worden
uitgelegd.

Hoe werkt rechtshulp en welke belangen spelen daarbij een rol? Er zijn twee modellen om
dit te bekijken:
• Diachroon model: opsporing > vervolging > berechting > appel/cassatie > executie.
• Synchroon model: OM vervolgt verdachte en legt zaak voor aan de rechter. De
rechter neemt vervolgens een beslissing.




Bij het Europese strafrecht is het spanningsveld tussen de soevereiniteit en de autonome
rechtsorde belangrijk.




3

, INTERNATIONAAL EN EUROPEES STRAFRECHT RUG | S3152731

Onderwerpen in verdere colleges:
• Handvest van de Grondrechten
o Artikel 4 en artikel 47 zijn belangrijk.
§ Jurisprudentie: als je eenmaal hebt vastgesteld dat iemand
persoonlijk het risico loopt door schending van de rechten van een
onafhankelijk gerecht, mag die persoon niet worden overgeleverd
(bijvoorbeeld bij overlevering aan Polen).
• Harmonisatie materieel/procesrecht
o Welke grondslagen zijn er? De bevoegdheden bepalen op welke gebieden
en voor welke doelen de Europese Unie regels mag stellen die het materiele
en procesrecht van lidstaten harmoniseren.
• Politiële en justitiële samenwerking
• Europese handhaving instanties
o Europol en het Europese OM bijvoorbeeld.

Toepassing van geharmoniseerde rechtsregels in de strafrechtspraktijk kan op verschillende
manieren voorkomen:
• Rechtstreekse toepassing;
• Omzetting in nationale wetgeving ® Nederland is vaak te laat met het omzetten van
Richtlijnen en Kaderbesluiten. Als een richtlijn niet is omgezet, terwijl dat al wel had
gemoeten of het is niet goed gebeurd, dan kan een richtlijnbepaling rechtstreekse
werking hebben. De verdachte kan die bepaling dus inroepen. Als er een nationale
bepaling is die in strijd is met die bepaling, kan het zijn dat die nationale bepaling
opzij moet worden gezet;
• Rechtstreekse werking;
• Conforme interpretatie ® nationaal recht moet altijd in overeenstemming worden
gebracht met net unierecht (ook als het al een bepaling is die voor het Unierecht
bestond). Er zijn hier uiteraard wel grenzen. De nationale rechter is niet verplicht zijn
nationale wet contra legem uit te leggen. Een andere beperking is dat de rechter
niet een uitleg mag geven die in strijd is met het beginsel van terugwerkende kracht.

Rechtsmacht ® Materiele rechtsmacht gaat over de gelding van het materiele Nederlandse
strafrecht. Is dit recht van toepassing op gedragingen buiten Nederland. Bij de formele
rechtsmacht gaat het over het toepassen van dwangmiddelen of opsporing in het
buitenland.
• Artikel 2 tot en met 8d Sr en lagere regelgeving (Besluit dat hangt aan artikel 6 Sr).
• Een aantal bijzondere wetten bevatten bepalingen over rechtsmacht (bijvoorbeeld
de Opiumwet).

Het territorialiteitsbeginsel: het Nederlandse strafrecht is van toepassing op gedragingen
die zijn verricht op het Nederlandse grondgebied. Maar wat als gedragingen die buiten
Nederland zijn verricht? We hebben het dan over het extraterritoriale beginsel. Het recht is
van toepassing op een Nederlander die buiten Nederland een bepaalde gedraging verricht,
onder bepaalde voorwaarden. Dit is bijvoorbeeld van belang bij de Syrië-gangers. Is het
Nederlandse strafrecht op wat zij daar hebben gedaan? Dat hangt dus af van het actief
territorialiteitsbeginsel.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marrithofman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84146 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.07  8x  sold
  • (0)
  Add to cart