100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Plantenfysiologie deel 2 $5.98   Add to cart

Class notes

Plantenfysiologie deel 2

1 review
 44 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting plantenfysiologie deel 2 gevolgd aan de Universiteit Utrecht voor de studie Biologie. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere: vegetatieve groei en organogenese, flowering en floral development, biotische interacties, abiotische stress,

Preview 3 out of 27  pages

  • November 2, 2020
  • 27
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: mbleeker • 3 year ago

avatar-seller
Plantenfysiologie Deel 2

College 1 – Woensdag 25 september – Vegetative Growth and Organogenesis Chapter 19

Blad structuren:
Bladsteel = petiool
Midrib = centrale vaatbundel
Puntje blad = apicale kant
Okselknop = rustend meristeem waaruit zijscheuten ontstaan
Bovenkant blad = adaxiale kant
➔ Meer bladharen
➔ Waslaagje
➔ Xyleem
➔ Veel trichomes
Onderkant blad = abaxiale kant
➔ Meeste huidmondjes
➔ Vaatbundelsysteem
➔ Floëem
➔ Minder trichomes
Steunblaadje/stipule; ligt aan basis ontwikkelende blad = bron voor auxine voor
uitgroei/ontwikkeling blad
Blad vouwt zich om stengel (monocotylen) → bladschede

Stappen van bladontwikkeling:
-> Auxine maximum: cellen worden gerekruteerd in primordium
-> Primordium groeit uit tot blad of bloem

Ontwikkeling adaxial-abaxiale blad polariteit:
-> Onder invloed van SAM

Patroonvorming
-> YABBY en KANADI zorgen voor abaxiale ontwikkeling; mutanten hebben geen
normale onderkant

College 2 – Vrijdag 27 september – Vegetative Growth and Organogenesis part 2 -
Chapter 19
Grenslaag tussen ab en adaxiale laag → grens is ook belangrijk voor volledig uitgroeien
van een blad.
➔ Factoren die een rol spelen bij definitie van ab en adaxiale zijde:
o TF voor programmeren bovenkant:
▪ HD-ZIPIII
▪ AS1 en AS2
Als deze afwezig zijn → blad die aan alle kanten een onderkant
gedefinieerd heeft.
o TF voor programmeren onderkant:
▪ KANADI
▪ YAB5
Als deze afwezig zijn → blad die aan alle kanten aan bovenkant
weefsel bestaat.

1

,Genexpressie in gehele primordium is
hetzelfde; geen duidelijk
boven/onderkant.
Vanuit SAM migreert miRNA naar
toekomstige onderkant van het
bladprimoridum → target van miRNA
zijn de HD-ZIPIII mRNA.
HD-ZIPIII + miRNA → herkend door dicer → knipt mRNA in 2 → geen translatie van
mRNA → geen functioneel eiwit → geen functie van HD-ZIPIII.

Onderste helft afbraak HD-ZIPIII mRNA
Bovenkant blijven HD-ZIPIII intact doordat miRNA niet zo ver reikt → eerste verschil.

Primordium groeit uit, cellen vanuit het meristeem die KANADI tot expressie brengt,
worden geïncorporeerd in het primoridum. KANADI komt in de basis van het meristeem
tot expressie → KANADI tot expressie brengende cellen komen alleen voor in de
onderkant van het primordium
Functie KANADI = onderdrukken AS2 genexpressie
→ Aan de onderkant nu ook onderdrukking AS2
Functie AS2 (wat nog wel tot expressie komt in de bovenkant) = indcueren van TAS3
gen → gen wat codeert voor een aantal siRNA; targeting van ARF TF → die juist weer
aan de onderkant tot expressie komen.
➔ Gradient van siRNA vanuit de bovenkant die langzaam afneemt richting de
onderkant → In de bovenkant komen geen ARFs tot expressie
➔ Weinig siRNA in de onderkant → stabiele transcriptie van ARFs

→ Volledig gepolariseerd orgaan
Na vaststellen van alle genexpressie domeinen → wederzijdse inhibitie →
situatie blijft gestabiliseerd.

Tussen blad en meristeem ook een grenslaag → kenmerkt zich door een hele lage
celdelingsactiviteit.
➔ 1 vd. belangrijkste genen die in deze grenslaag tot expressiekomt: CUC-genen
➔ Hormonaal niveau: geen axuine en brassionsteroiden
Zonder CUC → gefuseerde cotylen in embryogense

Petiool:
➔ Belangrijke factor TF: BLADE on petiool (BOPs)
o Als deze ontbreken loopt foto synthetiserend actieve deel (bladschijf)
loopt door op de petiool → geen duidelijk gedefinieerde petiool.

Belangrijk voor normale uitgroei blad:
➔ Grenslaag: WOX1 en WOX3 (=PRS); komen voor in bladpunt
-> Als beide missen → kleiner bladoppervlak dan in WT + gemixte
identiteit van ad en abaxiaal weefsel.
TF (WOX1 en 3) sturen zelf ook een eiwit (KLUH) aan → over-expressie resulteert in een
heel groot blad. (KLUH=HULK)




2

, Onderscheid bladeren di-cotylen bladeren: drietallig, handdelig,
oneven/dubbel/drievoudig veerdelig → = samengestelde bladeren

Eigenschappen van primordium: brengen geen STM (=KNOX) tot expressie
-> Stabiele down-regulatie
KNOX genen vormen de basis van samengestelde bladeren

-> Normaal gesproken: down-regulatie van KNOX genen in het meristeem daar waar
priomordium gaat ontstaan
-> In plant met samengestelde bladeren: downregulatie wordt opgeheven. Tijdelijke
down regulatie; als primordium zich vormt komen de KNOX genen weer tot expressie.

Downregulatie STM wordt veroorzaakt door lokaal auxine maximum → plek waar
primordium ontstaat + accumulatie van GA.

STM onderdrukt GA biosynthese en simuleert GA afbraak
➔ Netto effect KNOX
o Lagere GA status
o Cytokinine biosynthese gaat omhoog
Cytokine en GA → antagonisten
Actieve KNOX eiwitten: weinig GA, hoog cytokinine → samengesteld blad
Geen KNOX eiwitten: hoge GA, laag cytokinine

Lage CO2 concentratie → meer huidmondjes
In begin ontwikkeling primordium al snel ontwikkeling huidmondjes
➔ TF betrokken bij ontwikkeling huidmondjes:
o SPCH → mutant mist huidmondjes; alleen epidermis cellen
▪ Verantwoordelijk voor het verkrijgen van meristeoïde moeder
identiteit + overgang meristeoïde moedercel naar situatie met
asymmetrische celdeling
o MUTE → mutant mist huidmondjes
▪ 1 differentiatiestap verder: wel asymmetrische celdeling maar
geen huidmondje
o FAMA → mutant mist huidmondjes
▪ Belangrijk voor allerlaatste celdeling van guard mothercell
(verkrijgen van 2 sluitcellen) → guard mothercel differentieert
niet uit tot sluit cel maar blijft wel delen.
➔ TF vormen steeds een dimeer met elkaar
➔ ICE1/SCRM2
Protoderm cellen kunnen of epidermis cel worden of differentiëren tot huidmondje

Meristoïde moedercellen produceren een ligand wat de cel uit kan en wat door de
buurcellen kan worden waargenomen (receptor like kinases)
➔ EPF2 komt tot expressie in de meristoïde moedercel; registratie buurcellen
door receptordimeer (ERECTA + TMM) → remt differentiatie van meristioide
moedercel en verder → laterale inhibitie:
Cel die de identiteit heeft gekregen produceert een remmer van die identiteit
➔ EPF1; vorming normale epidermis cellen


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jackybouman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  2x  sold
  • (1)
  Add to cart