Samenvatting Cursus Internationale Betrekkingen en
Veiligheid.
Literatuur: Het boek Wereld in beweging en enkele artikelen.
Door de eeuwen heen kunnen we vier hoofdvormen van grote politieke organisaties onderscheiden:
Het keizerrijk
Het feodale systeem
Stadstaten
Het stelsel van aparte ‘nationale’ staten met redelijke vastomlijnde grenzen
Politiek betekend oorspronkelijk stadsbestuur. Het Griekse woord ‘polis’ betekend ‘stad’.
Internationale betrekkingen: hoe naties of landen of staten met elkaar omgaan en welke afspraken
en gebruiken zij daarbij maken en volgen.
De meeste moderne begrippen en basisregels van internationale betrekkingen zijn in Europa
ontwikkeld. Vrijwel alle termen van internationale betrekkingen en recht zijn tot stand gekomen
binnen de Europese context.
Soevereiniteit:
In essentie gaat soevereiniteit over de zelfbeschikking van staten. Een staat is soeverein
wanneer hij binnen zijn grondgebied het hoogste gezag voert. Wanneer bijvoorbeeld een
andere staat of een bepaalde groepering machtiger is dan de staat, wordt deze staat gezien
als niet (geheel) soeverein.
het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat
verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan. Legitimatie van dit gezag kan vanuit
verschillende gezichtspunten benaderd worden, zoals volkssoevereiniteit of
godssoevereiniteit.
Soevereine staat:
Staat met een territorium met grenzen waarover het zelfbeschikkingsrecht uitoefent. Verder:
- een permanente bevolking en een overheid
- onafhankelijke macht aan het hoofd
- de mogelijkheid om internationale betrekkingen aan te gaan met andere soevereine staten.
Soevereine staat is het beginpunt van bijna alle theorieën van internationale betrekkingen.
Internationale betrekkingen (IB) is de academische studie van ‘international relations’(IR):
Studie van relaties en interacties tussen staten.
De wereld bestaat uit verschillende politieke gemeenschappen (primair staten).
De staat heeft een grote invloed op de manier waarop mensen denken en leven.
Het is praktisch onmogelijk om het systeem van staten te ontlopen.
IB gaat over thema’s die ons allen aangaan zoals oorlog, globalisering, mensenrechten en
internationale veiligheid.
ANARCHIE EN HET SECURITY DILEMMA
- Er is geen internationale autoriteit, staten zijn elkaars gelijken.
- Staten hebben geen directe controle over elkaar.
- Er is onzekerheid over elkaars motieven.
- In reactie op onzekerheid bewapenen staten zich.
- Bewapening kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot onveiligheid.
,De rol van de staat
Verzorgen van:
Vrijheid
Veiligheid
Orde
Gerechtigheid/rechtspraak
Welvaart
Veel staten trachten dit te doen, sommigen doen dit niet of nauwelijks.
Weak states & strong states
‘Staat als een overheid’ versus‘ staat als een land’.
- Intern is de overheid soeverein(de overheid is het hoogste gezag binnen het land)
- Internationaal is de staat een bevolkt gebied met een overheid en samenleving.
De staat als een formele/juridische eenheid.
Erkenning en onafhankelijkheid (Palestina, Quebec, Schotland, etc,)
Status quo over het algemeen beschermd door staten (verzet tegen afsplitsing)
Weak Power:
- De staat als een substantiële politieke, economische en nationale eenheid.
- Nederland is een voorbeeld van een weak power.
Strong Power:
- Een staat als militaire grootmacht zijn.
- Rusland is een voorbeeld van een strong power
Laag ‘empirical statehood’ betekent dat staten zwakke instituties hebben, economisch vaak onder
ontwikkeld zijn en dat er weinig nationale eenheid is.
Wij noemen dit soort staten ‘quasi states’ of ‘weak states’. De aller zwakste staten worden ook wel
‘failed states’ genoemd.
Strong Power Weak Power
Strong state USA, China, Frankrijk NL, Singapore
Weak/quasi state Pakistan, Noord-Korea Somalië, libië
Kenmerken van ‘Failed States’:
- verlies controle geweld monopolie.
- Afname autoriteit collectieve beslissingen.
- Geen/weinig publieke diensten
- Onvolwaardig lid internationale gemeenschap
Oorspronkelijke statensysteem Huidig statensysteem
Kleine groep insiders, allemaal sterke staten Bijna alle staten zijn insiders en worden
formeel/juridisch als staat erkend
Heel veel outsider: koloniën De ongelijkheid tussen staten is groot: strong
states, weak/failes/quasi states
, De wereldgeschiedenis in vogelvlucht.
De vrede van Westfalen (1648)
- Vrede maakte einde aan Dertigjarige oorlog (huidig Duitsland) en de Tachtigjarige oorlog
(Nederland-Spanje).
- Eerste keer dat het idee van staatssoevereiniteit wordt verankerd.
- Staten sluiten verdragen zonder toestemming van de kerk.
- Erkenning soevereine staat door andere staten wordt hierdoor essentieel.
- De institutionele en juridische aard van de staat wordt belangrijker dan de willekeurige en
persoonlijke aard.
- In de praktijk wordt staatsoevereiniteit nog maar beperkt erkend
Revoluties in de 18e eeuw
- Amerikaanse revolutie
Britse koloniën in Noord-Amerika
“No taxation without representation”
4 juli 1776 onafhankelijkheidsverklaring
- Amerikaanse grondwet 1787 maakt VS voorbeeld voor de wereld:
Franse revolutie van start in1789 met de ‘Eed op de Kaatsbaan’
Revoluties in heel Europa volgen
Gevolgen van de revoluties in Europa
- Agrarische revolutie (midden 18e eeuw) zorgt voor bevolkingsgroei en het einde keuterboer
- Industriële revolutie (midden 18e eeuw) leidt tot een verhoogd productieniveau, specialisatie
(Adam Smiths’ Invisible hand), verstedelijking en het Britse imperium
- Einde absolutisme (macht komt niet meer van God)
- Volk centraal, opkomst Grondwet
- Uiteindelijk algemeen kiesrecht
Reacties op revoluties: congres van Wenen (1815)
- Herstel van de monarchie, al wel verzwakt
- Veel instituties van de revoluties bleven intact
- Poging creëren Europees machtsevenwicht
Creatie van de Duitse Bond en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
- Resulteert in het Concert van Europa (tot 1914)
De opkomst van naties en nationalisme
- ‘De staat’ was simpelweg een republiek of koninkrijk
- Een natie betreft echter een groep mensen met een gedeeld grondgebied, taal, cultuur,
verleden en toekomst
- Natievorming wordt in de 19eeeuw een streven van staten, en hiermee ontstaat
nationalisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouksmit2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.