Geschiedenis 1 havo/vwo. Samenvatting van Hoofdstuk 4 De tijd van de monniken en ridders, in de samenvatting staan de paragraven 3 Leven op het platteland, 4 De verspreiding van het christendom en 6 Trouw aan de heer. Daarin worden de begrippen uitgelegd en de deelvragen worden beantwoord. Ook st...
Could you be more clear why you're giving it a star?
That's how I can improve it for next time.
Thank you in advance!

By: emiliaradowiecka • 3 year ago
Translated by Google
There's not enough info!
By: FloorvG • 3 year ago
Translated by Google
Could you tell me what information I'm missing so I can change it for the next time?
Seller
Follow
FloorvG
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 4 De tijd van de monniken en ridders
Paragraaf 3 Leven op het platteland
Begrippen:
Domein; de grond van machtige boeren die bestonden uit drie delen:
1. de woeste gronden (zoals bossen en rivieren),
2. vroonland (landbouwgrond van de heer, alle opbrengsten van de akkers, weilanden en
boomgaarden waren voor de heer zelf)
3. hoeveland (was verdeeld in boerderijtjes (hoeven) waar een boer en zijn gezin leefden en
werkten. De grond was eigendom van de heer, maar de boeren mochten een deel van de
opbrengst zelf houden)
Horigen; zijn boeren die op een domein van een heer wonen. Een horige was niet vrij en moest voor
veel zaken toestemming vragen en een deel van de opbrengst aan de heer geven.
Herendiensten; de horigen moesten klussen doen voor de heer bv op het vroonland werken en het
onderhouden van de hoeve van de heer.
Hofstelsel; de heer beschermt de horigen in ruil voor herendiensten en een deel van de oogst.
De vraag: Hoe was het leven op het platteland?
Door het wegvallen van het Romeinse bestuur en legers hadden de boeren behoefte aan
bescherming van de herenboeren tegen de oorlogen en overvallen/ plunderingen van de rovers.
Wanneer je bescherming wilde van een herenboer moest je je land en je vrijheid opgeven. Je werd
dan een horige. Wanneer je een zelfstandige boer bleef moest je meevechten in de oorlogstijd met
het leger van de koning. Dat kostte veel tijd en veel geld om wapens te kopen.
Paragraaf 4 De verspreiding van het christendom
Begrippen:
Heidenen; de naam die christenen gaven aan mensen die geloofden in natuurgoden en -krachten.
Kloosters; hier leefden monniken of nonnen onder strenge godsdienstige regels. Het gebouw is
afgescheiden van de buitenwereld.
Priesters; geestelijke die hielp gelovigen om te leven volgens de christelijke regels. De mensen
geloofden dat de priesters contact hadden met God
Standen; Geboorte bepaalde in welke stand je terecht kwam;
1. geestelijkheid (de kerk)
2. de adel
3. boeren en burgers (stedelingen)
De vraag: Wat was de invloed van het christendom op de middeleeuwse maatschappij?
Ze bepaalde hoe het dagelijks leven eruit zag; waar je in moest geloven en hoe je je moest gedragen.
Deed je dit niet dan probeerde ze je goed of kwaadschiks te bekeren.
Paragraaf 6 Trouw aan de heer
Begrippen:
Paus; De leider van de christelijke (katholieke)kerk, woon achtend in Rome. Hij wordt gezien als de
plaatsvervanger voor Christus.
Leenmannen; Iemand die de heer hielp bij het bestuur, de rechtsspraak en de oorlogsvoering en als
beloning een stuk land in leen had.
Ridders; zij vochten voor de leenmannen in ruil voor een stuk grond in leen, hierdoor werden zij
achterleenmannen van de koning.
Adel; Leenmannen en achterleenmannen samen vormden de adel. Groep mensen met bepaalde
voorrechten: de edelen hadden een erfelijke titel, bezaten veel grond en kastelen, vanwaaruit ze een
gebied bestuurden. Samen vormden deze groep de tweede stand.
Leenstelsel; Economisch systeem waarbij een heer stukken land aan leenmannen uitdeelde, in ruil
voor hun trouw en steun.
, Leenheer; Iemand die stukken land uitdeelde aan leenmannen in ruil voor hun trouw en steun.
De vraag: hoe werkte het leenstelsel?
Economisch systeem waarbij een heer stukken land aan leenmannen uitdeelde, in ruil voor hun
trouw en steun. Hierdoor kon een leenheer bv Karel de Grote snel een goed geoefend leger op de
been brengen en zijn grote rijk besturen.
De hoofdvraag voor de eerste periode: “Welke taken hadden de drie standen in de middeleeuwse
samenleving en hoe veranderden deze taken van tijdvak 3 naar tijdvak 4?”
Tijdvak 3: 500-1000 na Chr, de tijd van de monniken en ridders
Tijdvak 4: 1000-1500 na Chr, de tijd van steden en staten
De geestelijkheid (de kerk) had als taak de mensen te bekeren tot het Christendom en de gaven de
mensen geloofsregels hoe je moest leven. Bijvoorbeeld de aanval op Bonifatius. De geestelijke
zorgde ervoor dat alle mensen naar de kerk kwamen en dat de mensen daar bidden en biechten.
Hierdoor zouden de mensen in de hemel komen en niet in de hel.
De adel had als taak om hun land te besturen en te verdedigen. Ze moesten ook mee oorlog voeren
voor de koning. Bijvoorbeeld
De boeren en burgers (stedelingen) hadden als taak om te werken op het land en huishoudelijke
klussen uit te voeren. Bijvoorbeeld de boeren werkte op het land en stonden een deel van het gewas
af aan hun landheer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FloorvG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.