Medische domeinkennis
Interne geneeskunde hoofdstuk 9 en 10.5
Merck manual medisch handboek hoofdstukken 85,86,91,92,251,259,266 en 284, 285, 286 en 301
Hoorcollege 1: diabetes mellitus
Hoofdstuk 10.15
Leerdoelen
Herken en interpreteer de oorzaken, verschijnselen en complicaties van diabetes mellitus
Oorzaken
Diabetes mellitus (= zoete doorloop; urine smaakt zoet door de grote hoeveelheden glucose die
erin voorkomen) is een stoornis in de stofwisseling ten gevolge van een absoluut of een relatief
tekort aan insuline. In veel gevallen is tevens een toegenomen perifere weerstand tegen de
insulinewerking aanwezig, en bestaan er stoornissen in de vet- en eiwitstofwisseling.
Bij het ontstaan van diabetes mellitus zijn meerdere factoren betrokken:
- erfelijkheid.
- auto- immuniteit. Daarbij is sprake van antilichamen tegen de insuline producerende
bètacellen. Geleidelijk verdwijnen deze cellen en ontstaat diabetes mellitus type 1. Een
diabetes patiënt door auto-immuniteit kan lang latent (zonder symptomen) blijven en wordt dan
ook wel aangeduid met LADA (latent auto- immunological diabetes in adults). In een situatie
waarbij het lichaam gestresst raakt (operatie, infectie enz.) kan de suikerziekte onmiddellijk
herkend worden.
-Beschadiging van de pancreas. Acute of chronische ziekteprocessen van de alvleesklier
kunnen dit veroorzaken. Bekend zijn in dit verband virale kinderziekten zoals bof, of een
infectie met het coxsackie-B-virus. Deze infecties treden veel in het voor en na jaar op. Andere
oorzaken van acute- of chronische pancreatitis ( ontsteking alvleesklier) (bv.
alcoholmisbruik) kunnen tot diabetes leiden.
-leeftijd. Bij ouderen komt suikerziekte vaak voor. Men brengt dit onder meer in verband met
veroudering van de alvleesklier, waardoor de functie ervan gaat afnemen. Verder neemt de
perifere gevoeligheid voor insuline af naar mate de leeftijd stijgt.
Stoornis in de stofwisseling bij diabetes mellitus
Onder normale omstandigheden is de bloedglucoseconcentratie gelegen tussen de 3,5-7
mmol/l. De waarde zal zelden 7 mmol/l overschrijden. Dit komt omdat insuline ervoor zorgt
dat glucose weer uit het bloed verdwijnt. Insuline wordt gemaakt door de bètacellen gelegen
in de eilandjes van Langerhans in een pro-insulinevorm. Stijgt de glucosewaarde, dan wordt
de alvleesklier geprikkeld tot loslaten, waarbij pro-insuline overgaat in insuline. Daarnaast
blijken al bij het resorberen van glucose in de ingewanden aldaar hormonen te worden
aangemaakt die via het bloed de alvleesklier sneller stimuleren tot afgifte van insuline.
Insuline wordt na afgifte aan het bloed gebonden aan een receptor op de celmembraan van
cellen die insulinegevoelig zijn. Het gevolg is dat:
- de doorgankelijkheid van het celmembraan voor glucose, enkele aminozuren en kalium
bevordert. Spier- en vetcellen hebben insuline nodig om glucose de celmembraan te laten
passeren;
, -Metabole processen in de cel worden beïnvloed, zoals;
- opbouw van vet in de vetcel;
- opbouw van glycogeen en eiwit in de spier en levercel;
- afremmen van glycogenolyse (= ontleding tot glucose), gluconeogenese (=vorming van
glucose)en ketonlichaamvorming ( = een chemische verbinding die het lichaam maakt als vet
moet worden afgebroken als gevolg van een tekort aan koolhydraten (suikers)) in de lever.
- afremmen van de vetafbraak in de vetcel
Insuline is in feite een anabool hormoon: het bevordert de opbouw van het lichaam.
Verschijnselen
De symptomen van diabetes mellitus zijn:
- polyurie (= vermeerdering urinelozing) en polydipsie (verhoogd gevoel van dorst)
-moeheid;
- verhoogde gevoeligheid voor infecties
- amenorroe (afwezigheid en uitblijven van menstruatie ) en impotentie
- slecht zien
- polyfagie (= vraatzucht) en desondanks vermagering
Toelichting
Bij de aanwezigheid van hyperglykemie zal de nierdrempel voor glucose worden overschreden.
Er ontstaat een osmotische diurese, want glucose neemt water mee naar buiten. Ten gevolge van
polyurie ontstaat een verminderde vaatvulling en zal de persoon meer gaan drinken, soms liters
per dag (polydipsie).
De moeheid ontstaat om het feit dat glucose de cel niet ingaat en er daar zure afbraakproducten
ontstaan.
Diabetici hebben een verhoogde kans op infecties, waarschijnlijk omdat de cellulaire afweer
verminderd is.
Hyperglykemie kan aanleiding geven tot slecht zien. Glucose dringt normaliter niet erg snel
door in het oog; de concentratie ervan blijft achter waardoor een andere osmolariteit optreedt.
Dit geeft aanleiding tot refractiestoornissen. Na correctie van de bloedglucosewaarden treedt
herstel op.
Vermagering treedt op door vetafbraak, maar ook door spier afbraak. Door de glucosurie is
er bovendien sprake van calorieën verlies en tevens door de polyurie gaan allerlei andere
waardevolle bestandsdelen verloren, zoals vitaminen, aminozuren en elektrolyten. De katabole
situatie overheerst in het lichaam. Men wordt hierdoor moe en lusteloos.
Diabetische coma’s
-Ketoacidotisch coma: kan voorkomen bij patiënten bij wie diabetes nog niet is vastgesteld en bij
niet goed geregelde diabetici. Bij een ketoacidotisch coma is een hyperglykemie aanwezig en
daarnaast acidose. De hyperglykemie leidt tot hypovolemie (onvoldoende bloedtoevoer door te
weinig vocht) en dehydratatie. De acidose is een metabole acidose en ontstaat omdat
ketonlichamen in het bloed aanwezig zijn. De patiënt hyperventileert (kussmaul-ademhaling)
en de lucht heeft een acetongeur.
-non-ketotisch hyperosmolair coma : Wordt vooral veel bij ouderen gezien. Het coma ontstaat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jennifer-vl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.36. You're not tied to anything after your purchase.