Materieel strafrecht = welke menselijke gedragingen zijn strafbaar en welke sancties op het
plegen van een strafbaar gesteld gedrag dienen te gevolgen (W Sr)
Formeel strafrecht / strafprocesrecht = voorschriften die omschrijven hoe de strafrechtelijke
procedure plaats moet vinden (W Sv)
Commuun strafrecht = klassieke strafrecht (W Sr)
Bijzonder strafrecht = bijv. Opiumwet (specifieke onderwerpen in aparte wetten)
4 doelen strafrecht = 1. vergelding
2. voorkomen eigenrichting (geweldsmonopolie)
3. preventie (generale + speciale)
4. resocialisatie (behandeling)
Vergeldingstheorie = als iemand zijn lijf/goederen word aangetast mag de overheid namens
het slachtoffer wraakhandelingen uitvoeren. Wie onrecht is aangedaan mag dit zelf
vergelden. De overheid mag wraak nemen op diegene die onrecht pleegde en onrecht moet
hersteld worden. Nadeel van de straf moet zwaarder wegen (absolute strafrechtstheorie)
Preventietheorie = met het straffen van personen proberen te voorkomen dat anderen
strafbare feiten plegen. Deze preventietheorie kan worden onderverdeeld in generale of
speciale preventie
Generale preventie = afschrikken van de maatschappij
Speciale preventie = afschrikking dader zelf, verbetering gedrag dader & dader tijdelijk uit
samenleving verwijderd
Geweldsmonopolie = alleen de overheid heeft dit, zij mogen iemand in de gevangenis zetten,
zodat het een eerlijke proces is + gelijke behandeling + geen eigen rechter (art. 113 Gw)
Ultimum remedium = als een probleem opgelost kan worden door middel van een andere
rechtsgebied (bijv. privaatrecht) moet dat rechtsgebied eerst worden aangewend (laatste
oplossing)
Legaliteitsbeginsel = art. 1 Sr; een daad is niet strafbaar zolang het niet in de wet staat
5 betekenissen legaliteitsbeginsel = 1. geen strafbaar feit zonder wet
2. geen straf zonder wet
3. geen terugwerkende kracht (lid 2)
4. geen analogische redeneringen
5. wetten moeten duidelijk zijn (lex certa)
Hoofdregel = moment van daad bepalend
Uitzondering = het voordeel van de dader (als je 10 jaar geleden iets hebt gedaan en er
stond toen 1 jaar voor en nu 5 jaar, krijgt diegene 1 jaar)
, Hoofdstuk 2 – strafbare feit (materieel)
4 voorwaarden strafbaarheid = 1. menselijke gedraging
2. delictsomschrijving
3. wederrechtelijk
4. verwijtbaar
Menselijke gedraging = een mens/rechtspersoon moet het doen of juist nalaten en geen dier
Delictsomschrijving = wijst gedrag aan dat strafbaar is ‘’hij die een ander opzettelijk van het
leven berooft’’ de sanctienorm is dan dat hij 15 jaar gevangenisstraf krijgt
Wederrechtelijk = gedrag moet in strijd zijn met het objectieve recht er is dus geen
rechtvaardigingen voor het handelen (je kan ervan uitgaan dat je iemand niet mag doden).
Bij veearts-arrest is er wel rechtvaardiging; overtreden voor een betere doel
Verwijtbaarheid / aan schuld te verwijten = verdachte moet verweten kunnen worden.
Iemand moet dus de onwenselijke gedraging niet vermeden hebben terwijl de mogelijkheid
er was (hoofdstuk 3)
Bestanddelen = voorwaarden voor strafbaarheid die in de delictsomschrijving staan.
Wanneer er niet aan alle bestanddelen is voldaan is er geen strafbare feit (bijv. art. 92 Sr)
Elementen = voorwaarden voor strafbaarheid die NIET in de delictsomschrijving staan
(elementen zijn: wederrechtelijkheid & schuld). Wanneer er niet aan alle elementen is
voldaan is er geen strafbare feit
Formele delict = in de delictsomschrijving wordt er gekeken naar de actieve handeling en niet
de gevolgen (bijv. diefstal, iets wegnemen)
Materiele delict = delictsomschrijving gaat over het gevolg (bijv. iemand opzettelijk doden,
strafbare feit is pas als iemand dood is dus gevolg is belangrijk)
Commissiedelicten = in de delictsomschrijving is ‘handelen’ strafbaar
Omissiedelicten = in de delictsomschrijving is ‘nalaten’ strafbaar
Gekwalificeerd delict = ernstigere vormen van variatie op het gronddelict + zwaardere
sanctienorm dan gronddelict
, Geprivilegieerd delict = lichtere sanctienorm dan gronddelict
Boek 2 = misdrijven
Boek 3 = overtredingen
Voor een overtreding kan je nooit gevangenisstraf krijgen
Poging tot overtreding is niet strafbaar maar poging tot misdrijf kan dat wel zijn
Hoofdstuk 3 – opzet en schuld (materieel)
Opzet / dolus = dader was bewust van zijn handeling en heeft dit ook gewild. In de wet kan
staan: opzettelijk, wetende dat & kennis dragende dat
3 gradaties opzet = 1. oogmerk
2. opzet bij zekerheidsbewustzijn
3. voorwaardelijk opzet
Oogmerk = iets doen met volle besef en eigen wil voor naastgelegen doel die je voor ogen
hebt, dus willens en wetens. Bijv. stelen ondanks dat je weet dat het niet mag maar je haat
de winkel omdat je er een conflict mee had, alsnog oogmerk stelen (zwaarste schuldvorm)
Opzet bij zekerheidsbewustzijn = in plaats van het doel (oogmerk) een ander doel bereikt
waarvan je kon weten dat deze zal intreden door de handeling. Bijv. perongeluk een ander
vergiftigen in plaats van degene die je wilde, voor de zekerheid moest je het doen
Voorwaardelijk opzet = je kon inzien dat iets ergs kan gebeuren door de handeling maar je
bleef ermee doorgaan, het maakt je niet uit. Dat iemand het perongeluk deed, maakt niets uit
omdat je alsnog willens en wetens hebt gehandeld. Denk aan vuilnis uit het raam gooien, het
boeit je niet op wie die valt (onverschillig / kleurloos opzet)
Pistool-arrest = voorwaardelijk opzet (met een pistool tegen iemands hoofd slaan en als hij
afgaat, heb je willens en wetens de aanmerkelijke kans genomen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisevj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.