Hoofdstuk 1: Het biopsychosociale model
Vanaf de oudheid tot aan het begin van de twintigste eeuw heeft de visie op ‘gek’ gedrag
wereldwijd een grote ontwikkeling doorgemaakt. Daarin won het monocausaal
biomedisch model steeds meer aan populariteit.
Toen in de twintigste eeuw duidelijk werd dat de biomedische benadering ook enkele
beperkingen had, introduceerden Emil Kraepelin en Sigmund Freud de psychologische
benadering. Kraepelin legde hierin de nadruk op het belang van een nauwkeurige
beschrijving van het klinische beeld en het beloop van psychische ziekten, terwijl Freud
de vader werd van de psychoanalyse.
Nog voor de Tweede Wereldoorlog komt een derde benadering tot ontwikkeling met Adolf
Meyer als een van de grondleggers; de sociale psychiatrie.
In de periode hierna ontwikkelt de psychiatrie zich steeds verder vanuit zowel de
biologische, de psychologische, als de sociologische invalshoek en worden de resultaten
van wetenschappelijk onderzoek steeds belangrijker in de dagelijkse praktijk.
Hoewel de invalshoeken zich aanvankelijk gescheiden ontwikkelden, komt steeds meer
het besef dat alle drie de benaderingen van belang zijn om het ontstaan van gestoord
gedrag te begrijpen en ze dus ook alle drie bij diagnostiek en behandeling moeten
worden betrokken. George Engel geeft bekendheid aan het concept ‘biopsychosociale
model’.
De inzichten van de biopsychosociale benadering kunnen worden verankerd in het
theoretisch raamwerk van de systeemtheorie van Ludwig van Bertalanffy.
Het systeemdenken in de vorm van het biopsychosociale model zorgt voor een volledig
inzicht in de keten van gebeurtenissen die aan een ziekte voorafgaan of erop volgen.
Omdat deze redeneringen veelal speculatief zijn, zet het model ook aan tot
wetenschappelijk onderzoek.
Diagnostiek is een proces en geschiedt volgens een drietal stappen:
- Informatieverzameling
- Classificatie en
- Structuurdiagnose.
Invloedrijke classificatiesystemen om te bepalen welke officieel erkende ziekte een cliënt
heeft zijn de DSM-IV-TR en de ICD-10.
Het ‘stress-kwetsbaarheidsmodel’ wordt gebruikt om een structuurdiagnose te stellen en
kan worden geplaatst binnen een biopsychosociaal raamwerk. Telkens wordt gekeken
welke stressoren en kwetsbaarheden een rol spelen bij het ontstaan, maar ook bij het
blijven voortbestaan van een bepaalde stoornis en de wijze waarop iemand daarmee
omgaat.
Belangrijke implicaties van het werken met het biopsychosociale model voor de SPH zijn
het belang van een goede behandelrelatie en aandacht voor sociale systemen.
Hoofdstuk 2: Oriëntatie op sociaal pedagogische hulpverlening
De SPH’er is een breed opgeleide hulpverlener die mensen van alle leeftijden met allerlei
soorten problemen, tijdelijke, langdurige of permanente hulp biedt om hun leven weer zo
zelfstandig mogelijk in te richten.
, Al vanaf het begin van de geschiedenis hebben verheffen en verbinden een belangrijke
rol gespeeld in het sociaal werk.
Door de eeuwen heen zijn verscheidene initiatieven en verenigingen voor sociaal werk
opgezet, waarbij steeds meer behoefte kwam aan professionalisering van de sociale
sector en scholing van maatschappelijk werkers.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de overheid steeds meer de verantwoordelijkheid voor
het welzijn van mensen op zich, wat onder andere leidde tot invoering van verscheidene
wetten. In de jaren negentig werd geleidelijk de marktwerking in de zorg geïntroduceerd
en langzaamaan veranderen we van een verzorgingsstaat in een participatiestaat.
Het werkveld van de SPH’er is grofweg onder te verdelen in de volgende settings:
- Residentieel,
- Semi-residentieel en
- Ambulant.
De SPH’er voldoet aan verscheidene beroepscompetenties op micro-, meso-, en
macroniveau.
De SPH’er begeeft zich in de psychologische ruimte van de cliënt, wat vraagt om een
bewustzijn ten aanzien van de grenzen van zichzelf en de ander.
Omdat het handelen enkel en alleen volgens protocollen, methoden en procedures
voorbij gaat aan de individuele behoeften van cliënten, is het van belang dat de SPH’er
op creatieve wijze zijn hart, hoofd en handen gebruikt.
De SPH’er krijgt te maken met verschillende belangen en visies vanuit culturele,
etnische, sociaaleconomische, religieuze, morele of emotionele achtergronden, waardoor
hij voortdurend bezig is om ethische afwegingen te maken.
Communicatie is de belangrijke taak van de SPH’er, waarbij contact maken, bejegening
en multidisciplinair samenwerken belangrijke aspecten zijn.
De SPH’er handelt methodisch en werkt hiertoe vaak met de agogische plancyclus.
Methoden die veelal door SPH’ers worden gehanteerd zijn de creatief-agogische
benadering, de presentiebenadering, het sociaal-competentiemodel, de
oplossingsgerichte benadering, motiverende gespreksvoering en de rehabilitatie en
herstelgerichte benadering.
Hoofdstuk 4: Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen worden ondergebracht op As II van de DSM-IV-classificatie,
al is het onderscheid met As I stoornissen soms lastig te maken.
Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van een duurzaam, star patroon – ontstaan in
de jeugd of vroege volwassenheid – van afwijkende innerlijke ervaringen en gedragingen
op het gebied van cognities en/of affecten en/of impulsen en/of de contacten met
anderen, wat leidt tot problemen in werk en relaties en tot significant lijden bij de
persoon zelf of anderen.
Persoonlijkheidsstoornissen behoren tot de meest voorkomende psychiatrische
stoornissen, met schattingen uiteenlopend van 10 tot 15% van de totale bevolking en 45
tot 80% van de psychiatrische patiënten.
In verklaringsmodellen voor persoonlijkheidsstoornissen wordt gekeken naar:
- Aangeboren aspecten,
- Vroege hechting,
- Affectregulatie en mentaliseren,
- Ontwikkeling van het zelf,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisanne244. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.