Les 2
Marketingcommunicatie= De combinatie van alle middelen die een onderneming inzet om
relaties met haar doelgroepen op te bouwen door hen te informeren of zodanig te
beïnvloeden, dat ze een positief beeld van de onderneming krijgen, haar ideeën accepteren
of haar producten en diensten kopen.
PR= gaat niet direct om de verkoop
SP= gaat wel om directe verkoop
Direct marketing=
Het sturen van een mail.
Het moet persoonlijk zijn, zo min mogelijk tekst, het moet beeld bevatten, zoveel mogelijk
links naar je product.
Je wil bereiken dat iemand naar de website of facebook gaat.
Salespromotion= je gaat iets kopen omdat je het anders zielig vindt.
1
,Alternatieve communicatietechnieken en publiciteitstrekkers:
-stealth marketing
Sluikreclame, reclame waar je het niet verwacht (in een film)
-Guarilla marketing
Met de min mogelijk een zo groot mogelijk bereik krijgen.
Random act of kindness= je geeft zomaar iets weg
-Buzzmarketing
Je dropt iets, en je wilt dat mensen er over gaat praten. (famke louise bontfoto)
-Virale marketing
Het verspreid als een olievlek over het internet.
“Bij reclame wil je iets verkopen en bij PR wil je een boodschap overbrengen.”
2
,Hoe werkt communicatie?
Ruis= kan verkeerd geïnterpreteerd worden.
Coderen= Het omzetten van het te communiceren idee in een grafische voorstelling of
symbolische vorm, zoals in woorden, getallen en illustraties die met succes kunnen worden
overgebracht en voor de ontvanger dezelfde betekenis hebben.
Decoderen=Het interpreteren van de boodschap door de ontvanger door een bepaalde
betekenis aan de symbolen toe te kennen. Hij ‘vertaalt’ de woorden en beelden in bepaalde
informatie, concepten of ideeën.
Communicatiedoelgroep= een bepaalde groep personen of organisatie waarop de
boodschap wordt gericht. LET OP! Dit is niet hetzelfde als een marketingdoelgroep.
3
, Pull= als fabrikant direct de consument aanspreken
Push= als fabrikant de groothandel aanspreken (dus de volgende schakel)
Two-step flow model
Opinieleiders zijn de vloggers, influencers, schrijvers en andere consumenten
Klassieke hiërarchische modellen
Gaan ervan uit dat de consument, voordat hij iets koopt, altijd in een vaste ‘dwingende’
volgorde bepaalde leerstadia doorloopt:
1. Hij verwerft kennis (cognitie)
2. Er ontstaat waardering (affectie)
3. Hij gaat over tot actie (conatie)
In deze termen worden doelstellingen geformuleerd.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lonnekevos45. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.