Dit word-bestand bevat een samenvatting van thema 2 Voortplanting. Het bevat onder andere aantekeningen en stof van het boek die handig kunnen zijn voor je toets. De samenvatting is gebaseerd op Biologie voor jou havo 4/
***
Paragraaf 1 Ongeslachtelijke voortplanting
Paragraaf 2 Geslachtelijke v...
BIOLOGIE VOOR JOU
SAMENVATTING
THEMA 2 VOORTPLANTING HAVO
§1 ONGESLACHTELIJKE VOORTPLANTING
Celdeling speelt een belangrijke rol bij voortplanting, groei en het herstellen van
beschadigde cellen.
Bij ongeslachtelijke voortplanting ontstaan door celdeling nakomelingen die genetisch
identiek zijn aan de ouder. Dit gebeurt altijd met bacteriën, en kan gebeuren met planten,
schimmels of mensen.
Je kan ook op een kunstmatige wijze ongeslachtelijke voortplanting laten plaatsvinden.
Weefselkweek: Stukjes weefsel van een gezonde, goed groeiende plant halen en op een
geschikte voedingsbodem met groeistoffen brengen. Dit is ongeslachtelijke voortplanting op
een kunstmatige wijze.
Kloon = Individu dat door ongeslachtelijke voortplanting uit één individueel organisme
ontstaat.
Klonen wordt gebruikt om gunstige erfelijke eigenschappen te behouden.
Dieren kunnen kunstmatig worden gekloond door embryosplitsing, wat het klompje cellen
na de bevruchting in tweeën of vieren deelt.
Argumenten Tegen Klonen:
Etnisch: Bijvoorbeeld dat de mens niet mag ingrijpen in de natuur, of dat dieren niet
gebruikt mogen worden voor onderzoek.
Biologisch: Nakomelingen kunnen afwijkingen hebben (gehandicapt), of ze kunnen
op jonge leeftijd overlijden.
De celcyclus en mitose kan je in je binas vinden dus vat ik dit niet samen. Leer hiervan ook
de schema’s in je boek op blz. 75 en 76.
§2 GESLACHTELIJKE VOORTPLANTING
Mitose = Splitsing van de celkern (kerndeling).
Meiose = Proces van het reduceren van de chromosomen in de celkern.
Haploïde Cel: Een geslachtscel met 1 set (23) chromosomen.
Diploïde Cel: Een geslachts- of lichaamscel met 2 sets (46) chromosomen.
Zygote = Bevruchte eicel.
Zie blz. 79 in je boek voor de schematische uitleg van meiose.
, Meeldraden = Mannelijke voortplantingsorganen van een bloem.
Stamper = Vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem.
Kiem = Embryo in plantvorm.
Zelfbestuiving: Stuifmeel komt op de stempel van dezelfde plant.
Kruisbestuiving: Stuifmeel komt op de stempel van een andere plant.
Plantenverdeling: Kruisen van geselecteerde gewassen om nakomelingen met gewenste
eigenschappen te verkrijgen.
Teelballen: Creëren haploïde zaadcellen.
Eierstokken: Creëren haploïde eicellen.
Zaadcellen zitten in een balzak buiten het lichaam, omdat ze de warme temperatuur van het
lichaam niet lang kunnen overleven. De temperatuur van de balzak is ongeveer 2 graden
lager dan in de buikholte.
Zaadcellen in het lichaam van een vrouw leven 24 tot 48 uur, maar soms tot wel 5 dagen.
Buiten het lichaam gaan zaadcellen in 5 minuten dood.
Follikel = Blaasje met de eicel.
Ovulatie = Wanneer de follikel openbarst en de eicel de eierstok verlaat.
Na de ovulatie blijven de eicellen 12 tot 24 uur in leven.
Een eicel is omgeven door voedingscellen, een geleilaag en een laag die de zona pellucida
heet. Wanneer een zaadcel de eicel binnengaat wordt de zona pellucida ondoordringbaar.
Deze ondoordringbare laag noem je de bevruchtingsmembraan.
Polyspermie is het binnendringen van een eicel door meerdere zaadcellen. Hierdoor zijn er
te veel chromosomen present in de eicel en is het embryo ook niet levensvatbaar.
§3 HORMONEN
Hormoonklieren geven sappen af aan het bloed. Deze hormonen zijn signaalstoffen die de
werking van het lichaam regelen. Geslachtshormonen regelen de aspecten van de
voortplanting.
Hypofyse = Hormoonklier die stimulerende hormonen afgeeft die andere hormoonklieren
beïnvloeden.
Hypothalamus = Regelcentrum voor hormonen. Ligt boven de hypofyse.
In de puberteit komt bij jongens de productie van zaadcellen op gang.
GnRH: Komt uit de hypothalamus en zorgt dat de hypofyse de hormonen FSH en LH
aanmaakt.
FSH: Stimuleert de vorming van zaadcellen in de wand van zaadbuisjes.
LH: Stimuleert cellen in de teelballen om testosteron te produceren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabinevandenberg5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.