100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie bewegen en inspanning colleges en boek $5.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie bewegen en inspanning colleges en boek

1 review
 24 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een complete samenvatting van het vak psychologie bewegen en inspanning. In de samenvatting worden de colleges behandeld met de bijbehorende stof van het boek.

Preview 5 out of 64  pages

  • Yes
  • November 9, 2020
  • 64
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: acmverheij • 3 year ago

avatar-seller
Psychologie van bewegen en inspanning – Britt ter Wielen


Onderwerpen:




College 1 Hoofdstuk 1 & 2
Definitie sportpsychologie: De wetenschappelijke studie naar mensen en hun gedrag in sport en
bewegen + de praktische toepassing van die kennis die je ontwikkeld. De studie van mensen hun
gedrag binnen de sport en trainingscontext en de praktische toepassing van die kennis tijdens
competitie.

Sportpsychologie → bestudeert om:
1. De psychologische factoren te begrijpen die de individuele prestaties beïnvloeden.
2. Te begrijpen hoe deelname sport van invloed is op iemands psychologische ontwikkeling, welzijn
en gezondheid.

De drie rollen van sportpsycholoog: 1. onderzoek doen (research) 2. onderwijs geven aan trainers
(teaching) 3. consulten houden, trainingen geven (consulting)

3 richtingen:
-Relatie tussen psychologische factoren en sport/exercise performance.
-Begrijpen van de effecten van lichamelijke activiteit deelname aan psychologische ontwikkeling,
gezondheid en welzijn.
-Begrijpen van de effecten van psychologische factoren op fysieke of motorische prestaties!

Geschiedenis sportpsychologie bestaat uit 5 periodes:
1. Periode 1. The early years (1895-1920)
Mensen in groepen presteren misschien wel beter dan alleen.
N. Triplett bekendste onderzoeker deze tijd → onderzoek prestaties wielrenners (beter
presteren in groepen).
Onderzoek bij kinderen → oprollen vislijn, gaat dit beter in een groep? Positieve druk in
groep om beter te presteren?
2. Periode 2. The Griffith-era (1921-1938)
C.Griffith is eigenlijke grondlegger Amerikaanse sportpsychologie. Zorgde ervoor dat de
kennis van de psychologie ook bij de coachers kwamen. In deze tijd kwam het eerste
laboratorium en hielp eerste coachingsscholen in US opzetten. Ook publiceerde hij als eerste
boeken over sportpsychologie.
3. Periode 3. Preparation for the future (1939-1965)
F. Henry. Kennis werd ook gebruikt voor lichamelijke opvoeding zoals gym op basisscholen.
Vertaling naar beroepsgroepen toe. Kennis vanuit de psychologie inbedden in
onderwijsstructuren waarbij de docenten opleiden om beweging aan mensen aan te leren.

1

,Psychologie van bewegen en inspanning – Britt ter Wielen


4. Periode 4. Establishment of Academic Sport psychologie (1966-1977)
Physical education is nu academische discipline waarin sportpsychologie een apart element
werd los van motorlearning. Sportpsychologie krijgt academische status. Motorlearning 
hoe mensen motor vaardigheden verkrijgen door oefenen + feedback. Sportpsychologie 
hoe psych. factoren sportprestaties beïnvloeden en hoe onderwijs ontwikkeling kan
beïnvloeden. Mensen krijgen langzamerhand rollen als consultent in sport.
5. Periode 5. Multidisciplinary science and practice (1978-2000)
Toename in interesse sportpsychologie en andere wetenschapsgebieden accepteren deze
wetenschap nu. Multidisciplinaire toepassing van sportwetenschap. Mensen als consultent
uitgenodigd om sporters aan te leren hoe om te gaan met druk.
6. Periode 6. Contemporary Sport and Exercise Psychology (2001-present)
Gebied sportpsychologie breid zich uit en wordt over de hele wereld toegepast.
Klinische psychologie: gaat over ziekte/ongezonde mensen, stellen van een diagnose bij mensen die
echt emotionele en gedragsstoornissen hebben. Daar wordt dan een behandeling voor uitgezet.
Sportpsychologie: = inzicht verkrijgen in de psychologie van het bewegen (wetenschap, fysiek
onderwijs en kinesiologie), mentale coach, niet opgeleid individuen te trainen. Accent op mentale
coach en helpen het optimale uit zichzelf te halen. Prestatie verbetering van de sport.

Prestatie is belangrijk maar onthoud dat er altijd een mens achter zit!

Voorbeeld:
• Jason is a twenty year old soccer player. He wants to learn to be completely focused during a
whole match. → prestatieverbetering, sportpsychologie
• Door blessures van vroeger heeft Lotte nu te maken met ernstige depressiviteit. →
depressiviteit, klinische psychologie
• Bob is 14 jaar oud en speelt tennis. Hij ervaart druk van zijn ouders en coach en is bang om te
falen. → sportpsycholoog

Ethiek van sportpsychologie:
1. Competent → scholing gehad hebben, bewust zijn van dingen doen
2. Integrity → eigenschap dat je eerlijk en betrouwbaar bent, mensenrechten, braafheid
3. Professional and scientific responsibility
4. Respect for people’s rights and dignity
5. Concern for welfare of others
6. Social responsibility

Wetenschap is dynamisch.
Scientific method = proces/methode van leren over de wereld door systematisch, gecontroleerd,
empirisch en kritisch filteren van kennis verkregen door ervaring.
Richtlijnen voor onderzoek zijn:
- een systematic approach (standaardiseren van de condities)
- control (condities onderzoek moeten kunnen worden gecontroleerd)
- empirical (gegevens moeten zijn gebaseerd op observatie)
- critical (resultaten moeten kritisch worden geanalyseerd -> trekken betrouwbare conclusies)

Voordelen wetenschappelijke kennis:
- betrouwbaarheid, consistentie en herhaalbaarheid
- methodologie is systematisch en controleerbaar
- objectief
Nadelen wetenschappelijke kennis:
- kennis is reductionistisch (kijken naar slechts één deel)


2

,Psychologie van bewegen en inspanning – Britt ter Wielen


- te veel aandacht interne validiteit, minder voor externe (daadwerkelijke bruikbaarheid in
werkelijkheid)
- kost veel tijd vanwege systematiek
Methoden tot kennisvergaring
1. Damn Confident (beste method)
2. Scientific Method
3. Systematic Observation → bijv. Kijken naar de spelers
4. Single Case Study → analyse van een persoon
5. Shared Experience → notities van meerdere observators vergelijken
6. Introspection → je gedachten en gevoelens bestuderen
7. Intuition → gevoel als er geen aanwijsbaar iets is
8. Don’t Know (slechtste methode)




Sport Psychologie Oriëntatie
• Psychofysiologie: onderliggende psychofysiologische processen die plaatsvinden in de hersenen
• Sociale psychologie: interactie tussen de omgeving en de persoon bepaalt het gedrag

3

,Psychologie van bewegen en inspanning – Britt ter Wielen


• Cognitieve gedragspsychologie: gedrag wordt bepaald door zowel de omgeving als cognitie, waarbij
gedachten en interpretaties een belangrijke rol spelen
• Dynamische systemen: sportgedrag is het waarneembare resultaat van een organisme in de
omgeving als dynamisch systeem

College 2 Motivatie H4
Motivatie = Alle factoren samen die er voor zorgen dat een individu zich op een bepaalde manier
gaat gedragen op een bepaald tijdstip. (Ook wel de direction en intensity van iemands inspanning).
Effort (inspanning) is afhankelijk van: Direction en Intensity (intensiteit).
Motivatie is afhankelijk van de inspanning/inzet. Deze wordt bepaald door twee factoren:
Direction (richting) = aangetrokken voelen tot een situatie. Keuze voor iets specifieks (bepaalde
sport).
Intensity (intensiteit) = hoeveelheid inspanning bij een bepaalde situatie. Hoe graag je iets wilt.

Oriëntaties motivatie:
1. Trait-centered view (participant centered = persoonlijkheids kenmerken) - gemotiveerd gedrag =
primaire functie van individuele karakteristieken zoals behoeften, interesses/doelen, ofwel de dingen
die gedrag vormen. Denk aan voorbeeld van Maarten met zwemmen voor kanker. En Ronaldo met
eigen motivatie.
2. Situation centered view - omgeving is van invloed op gemotiveerd gedrag, vb: coach.
3. Interactional view - persoon zelf en omgeving zijn van invloed op de motivatie.

Approval-oriented= Sporters met een motivatie type voor goedkeuring van anderen, presteren in
teams beter dan alleen.
Rejection-threatened= Sporters presteren beter alleen.

Motivational state of drive = Een interne conditie van een individu die ervoor zorgt dat een individu
geïnteresseerd is in een bepaalde richting of doel. Dit kan over de tijd veranderen. De factoren die
samen zorgen dat iemand in beweging komt.
Incentives (stimulansen) = gewilde objecten of doelen in de externe omgeving, waarnaartoe
gemotiveerd gedrag neigt. Reinforcers (versterkers), rewards (beloningen) or goals (doelen). Wat zijn
redenen van mensen die je kan aanbieden om ze in beweging te krijgen, straffen en belonen.

Opbouwen van motivatie
Volgens ‘interactional model of motivation’
1. zowel situationele als persoonlijke factoren motiveren een
persoon
2. zoek uit waarom mensen deelnemen in fysieke activiteit
(kinderen -> plezier, volwassenen -> gezondheid) en waarom
ze blijven doorgaan met een activiteit (plezier in activiteit,
sociale contacten etc.)
3. Veranderen van omgeving om motivatie te vergroten.
- Coach moet dingen van alle speler weten om ideale omgeving te structureren, hierbij moet hij
kijken naar élk individu.
- Een coach moet competitieve en recreatieve condities creëren, zodat ieder kan kiezen waaraan
deel te nemen.
- Coach moet ook aandacht geven aan plezier en vriendschap binnen team.
4. Beinvloeden motivatie. Leiders beïnvloeden motivatie. Slecht humeur/gedrag van trainer/coach ->
veranderende motivatie spelers.
5. Gedragswijziging om ongewenste motieven te veranderen en late motivatie te vergroten

4

, Psychologie van bewegen en inspanning – Britt ter Wielen


Onderzoek naar motivatie en ‘soort’ motivatie van mensen wijst uit dat dit van belang is voor de
prestatie. Mensen kunnen gericht zijn op het verkrijgen van goedkeuring bij datgene wat ze doen, of
juist gericht op het voorkomen van afwijzing. Bij sporters resulteert dit erin dat goedkeuring-gerichte
sporters minder goed presteren wanneer zij in hun eentje sporten en beter presteren wanneer zij in
teamverband moeten presteren. Afwijzing-gerichte sporters presteren juist beter wanneer zij in hun
eentje sporten en minder goed wanneer zij in teamverband sporten.
Wanneer er sprake is van een motivatieprobleem, kan dit situationeel zijn of persoonsgebonden
(traits). De oorzaak kan liggen aan de persoonlijke kenmerken van een individu (bv geen prioriteit
geven aan bewegen) of aan het materiaal (bv de oefeningen die gedaan worden, zijn saai)

Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 1985)
Alle mensen zijn gemotiveerd om in drie behoeften te voorzien
1) Gevoel van competentie (ik ben een goede hardloper). Goed voelen in wat je doet.
2) Onafhankelijkheid/autonomie (autonomous) (gevoel hebben dat je een wedstrijd kunt beslissen).
Gevoel dat je invloed hebt.
3) Sociale verbondenheid (spelen in teamverband). Sociale relaties en connecties hebben.

Mensen kunnen zichzelf motiveren op twee verschillende manieren:
- Achievement motivation (prestatiegericht): Mensen die als doel hebben om goed te zijn in wat ze
doen (een taak volbrengen/beheersen), uitmuntendheid te bereiken, obstakels overwinnen, beter
presteren dan anderen en trots te zijn op wat ze kunnen (het uitoefenen van talent).
- Competitiveness (competitief): Mensen die voldoening halen uit het feit dat ze sneller en beter
ontwikkelen/presteren dan anderen of ‘de standaard’. Er is hier dus sprake van een sterke sociale
vergelijkingsfactor en prestatiegedrag in een competitieve context.

Motivatie beïnvloedt:
- keuze van activiteit
- te verrichten inspanning om doel te bereiken
- Intensiteit van de inspanning
- Volhouden bij falen (doorzettingsvermogen)

Motivatietheorieën
1. Need Achievement Theory
Zowel persoonlijke als situationele factoren beïnvloeden gedrag.
5 componenten:
• Persoonsfactoren: succes behalen en falen vermijden. High achiever kiest uitdagende taak en
presteert beter bij feedback. Grote motivatie succes bereiken, lage motivatie falen
voorkomen. Low achiever kies makkelijke taak, presteert minder bij feedback. Lage motivatie
succes te bereiken, grote motivatie falen te voorkomen.
• Situatiefactoren: * probability of succes (afhankelijk tegenstander)
* value of succes (hoeveel waarde je aan succes hecht)
• Resulaat van individuele motieven en situatiefactoren. High achievers zoeken uitdaging in
wedstrijd. Low achievers spelen liever met 10-90 kans dan 90-10 kans, want dan is het
minder genant te falen. Ze zijn niet bang voor falen, maar voor de negatieve evaluaties
ervan.
• Emotionele reactie (high achievers focussen op trots en low achievers op schaamte)
• Achievement-gedrag (totaal van de vier voorgaande componenten)
2. Attribution Theory
Focust zich op hoe mensen hun succes en falen verklaren. Deze ‘oorzaken’ heten attributions.
Attributions → beinvloeden toekomstverwachtingen en emotionele reacties → beinvloedt
achievement motivatie.


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittterwielen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60924 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95  3x  sold
  • (1)
  Add to cart