100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting MA102: inclusief medicatie-overzicht $9.23   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting MA102: inclusief medicatie-overzicht

 52 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een uitgebreide samenvatting van alle onderwerpen die behandeld zijn in het vak MA102: Farmacotherapie op maat. Het bevat aantekeningen van zowel de hoorcolleges als de werkcolleges over de onderwerpen angststoornissen, therapieresistente depressie, schizofrenie, bipolaire stoornis en dement...

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Onbekend
  • November 9, 2020
  • 41
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
HC DEPRESSIE EN ANTIDEPRESSIVA
CZS

Chemische overdracht (met neurotransmitters) tussen twee neuronen. Elektrische overdracht in
neuron zelf.

Serotonerge cellichamen liggen in raphe nuclei (hersenstam), hebben onderste en bovenste deel.
Vanuit de onderste raphe nuclei gaan er neuronen naar ruggenmerg, waar ze invloed hebben op
motoriek darmen en pijnregulatie.

Serotonine wordt gemaakt uit tryptofaan. Receptoren:
- 5-HT1A activatie zorgt voor anti-depressief en anti-
anxiolytisch effect. Is inhiberend.
- 5-HT1D auto-receptor minder afgifte serotonine
- 5-HT2A GPCR, Gq gekoppeld. Blokkade zorgt voor anti-
depressief effect, maar ook voor sedatie.
- 5-HT2C Gq gekoppeld. Blokkade zorgt voor meer eetlust.
- 5-HT3 Na-kanaal
- 5-HT4 is Gs gekoppeld

Somatodendritische receptoren zitten op
cellichaam, zorgen voor toename/afname
vuursnelheid. Presynaptische receptoren zorgen na
activatie voor remming van afgifte van
neurotransmitter. Postsynaptische receptoren
zorgen voor activatie second messenger systeem of
ionkanaal.

In het paar staan de effecten bij verstoring/blokkade
van dit circuit.

DEPRESSIE

Er is geen verschil in prevalentie tussen hoge-, midden- en lage-inkomenslanden. Prevalentie wel
hoger bij vrouwen. DSM-V criteria depressieve stoornis. Minstens 5 symptomen minimaal 2 weken
aanwezig, waarvan ten minste 1 kernsymptoom. Symptomen veroorzaken klinisch significante
lijdensdruk of beperkingen in functioneren. De symptomen mogen niet toe te schrijven zijn aan
andere aandoening of bipolaire stoornis.
- Depressieve stemming (kernsymptoom)
- Anhedonie (kernsymptoom) = niet meer kunnen ervaren van plezier.
- Gevoel van waardeloosheid/schuld
- Suïcidale gedachten
- Vermoeidheid, verlies van energie
- Toename/afname gewicht of eetlust
- Verminderd vermogen om te denken of te concentreren, om besluiten te nemen
- Verlaging/versterking psychomotor retardatie

,Verschillende verklaringsmodellen:
- Mono-amine hypothese (1965): depressie berust op tekort aan NA en/of 5-HT.
Verklaart niet waarom het even duurt totdat middelen werken, terwijl wel gelijk niveau van
serotonine toeneemt. Ook niet overal verlaagde spiegels aangetoond.
- Depressie berust op overgevoelige postsynaptische receptoren (1975).
- Stresshypothese (2000). Depressie berust op chronische
hyperactiviteit HPA-as toename cortisol
verminderde plasticiteit hippocampus.
- Depressie berust op immunologische reactie met
inflammatie minder neurogenese en plasticiteit
(2010).

Overactiviteit HPA-as ontsteking verhoogde spiegels
NA en serotonine perifeer invloed op elkaar en processen
in de hersenen. Er treden veranderingen op in de
neurotransmissie, afname van plasticiteit en verminderde
neurogenese. Afname hersenvolume hippocampus. Heeft
ook perifeer gevolgen, zoals cardiovasculaire aandoeningen.



EFFECTIVITEIT ANTIDEPRESSIVA

Effectiviteit behandeling of ernst van de depressie wordt gemeten
aan de hand van vragenlijsten, waarbij Hamilton Rating Scale for
Depression (HAM-D) de belangrijkste is. Score wordt opgeteld,
interpretatie volgens NICE 2009.

Behandeling peilen:
- Respons, een afname van HAM-D met meer dan 50%
- Remissie, HAM-D lager dan 7. Bij behandeling met placebo bereikt ook een kwart van de patiënten
een remissie bij eerste behandeling. Na remissie nog 6 maanden doorbehandelen.

Factoren die bijdragen aan effectiviteit zijn placebo-effect (~50%), effect geneesmiddel en beloop
aandoening (beide ~25%). Medicatie effect vaak positiever beeld uit onderzoek, vanwege strenge
inclusiecriteria, publicatiebias en niet optimale blindering (patiënten met geneesmiddel hebben
bepaalde bijwerkingen).

,GENEESMIDDELEN
SSRI
Bijwerkingen als maagdarm-klachten (stimulatie 5-HT3) gaan na aantal weken over, seksuele
stoornissen blijven. Seksuele bijwerkingen ontstaan door SERT-remming meer 5-HT2A stimulatie.
Hyponatriëmie en toename bloedingsrisico zijn zeldzame bijwerkingen. Omdat alle SSRI’s net andere
aangrijpingspunten hebben, kan wisselen effectief zijn.
Initiële toename van angst bij gebruik voor angststoornissen. Ook in begin verhoogd risico op suïcidaal
gedrag. Stappen werking:
1. Weinig 5-HT en veel receptoren
2. Blokkade heropname
3. Desensitisatie/downregulatie autoreceptoren
4. Meer 5-HT afgifte aan axon therapeutisch effect (door activatie 5-HT1A)
5. Desensitisatie postsynaptische receptoren afname bijwerkingen
Verhogen dosering heeft alleen effect als er een gedeeltelijke respons was. Heeft al 80% receptor
bezetting, heeft geen ander aangrijpingspunt.

- Citalopram: QT-verlenging
- Escitalopram
- Fluoxetine: lange halfwaardetijd
- Paroxetine: anticholinerge bijwerkingen
- Fluvoxamine
- Sertraline

TCA
Niet eerste keuze door vele bijwerkingen. Niet bij ouderen vanwege afname cognitie, ook niet bij
cardiovasculaire aandoeningen. Toxischer in overdosering (cardiale ritmestoornissen), je moet op
spiegel instellen.
Veel TCA’s substraat voor CYP1A2, CYP3A4 en CYP2D6.
- Nortriptyline is adrenerge TCA.
- Clomipramine een serotonerge TCA.

SNRI
Blokkeren SERT, in hoge doseringen ook NET. Bijwerkingen zijn verhoging bloeddruk en tachycardie,
die ontstaan door het effect van NA. Voorbeelden zijn duloxetine en venlafaxine.

MAO-remmers
MAO-A zorgt voor afbraak 5-HT, NA, dopamine en tyramine.
MAO-B zorgt voor afbraak dopamine en tyramine.
Bijwerkingen zijn slaapstoornissen, duizeligheid, droge mond. Ook moet tyramine-arm dieet gevolgd
worden. Zijn gevaarlijk in overdosering.
- Fenelzine en trancylpromine zijn niet selectieve irreversibele remmers.
- Moclobemide is een selectieve reversibele remmer

Overig
Mirtazapine (blokkeert α2-receptor) en bupropion (blokkeert NET en DAT). Benzodiazepines gebruikt
ter overbrugging in begin van de behandeling met SSRI.

, Serotonerge toxiciteit komt tot stand door overmaat van 5-HT in synaptische spleet activatie
5-HT2A. Heeft een breed spectrum aan symptomen:
- Clonus en myoclonus (onregelmatige samentrekkingen spieren armen/benen)
- Hyperreflexie
- Agitatie
- Verwarring, verminderen bewustzijn
- Ontregeling lichaamstemperatuur (koorts, zweten)
- Trillen, beven
Mate van ernst verschilt van lichte ST tot dodelijk serotoninesyndroom. Ontstaat door SRI’s, SSRI’s,
SNRI’s en serotonerge TCA’s mogen niet samen. Als je overstapt moet je ervoor zorgen dat andere
middel eerst uit het lichaam is voordat je met een nieuwe begint.

Behandeling:
1. Ambulant: SSRI/TCA (1e lijn)/SNRI/bupropion/mirtazapine
Klinisch: TCA (of SNRI)
2. Switchen, MAO of TCA
3. Additie lithium (mirtazapine/atypisch antipsychoticum)
4. MAO-remmer
5. ECT

AFBOUWEN EN SWITCHEN

Bij het abrupt stoppen met antidepressiva treden bij 10-40% van de patiënten
onttrekkingsverschijnselen op (ook bij antipsychotica). Treedt op na enkele dagen en kan weken
aanhouden. Risicofactoren zijn langdurig gebruik, hoge dosering, gebruik van
paroxetine/venlafaxine/TCA, comorbiditeit paniekstoornis of eerdere problemen met afbouwen.
Symptomen van onttrekkingsverschijnselen op basis van FINISH:
- Flu-like symptoms, zoals zweten, rillingen, hoofdpijn, spierpijn en moeheid
- Insomnia, namelijk slecht inslapen en nachtmerries
- Nausea, met misselijkheid, braken en anorexie
- Imbalance, namelijk duizeligheid en coördinatiestoornissen
- Sensory disturbances, zoals sensatie van elektrische schok, parestesieën
- Hyperarousal, zoals prikkelbaarheid, angst en hypomanie

Afbouwen SNRI’s en SSRI’s zijn afhankelijk van aan-/afwezigheid van risicofactoren:
- Zonder risicofactoren: dosering halveren (2-4 weken), bij hogere dosering eerst afbouwen naar
minimale effectieve dosering en vervolgens afbouwen.
- Met risicofactoren: exponentieel afbouwen in 7 stappen, met elke week 1 stap. Bij hogere
dosering ook eerst afbouwen naar minimale effectieve dosering, hier 2 weken op blijven en
daarna ook exponentieel afbouwen.

Aandachtspunten bij switchten:
- Farmacodynamische interactie (serotonine syndroom). Combinaties die je moet vermijden zijn SRI
+ MAO-remmer eerst ene helemaal afbouwen (tot wash-out van 4/5x halfwaardetijd is
geweest). Wash-out pas starten na het volledig stoppen. Alleen bij twee middelen die op
verschillende manieren effect hebben op [serotonine].

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvandermeer3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.23
  • (0)
  Add to cart