1.1 – product en prijs
Kenmerken van een product:
1. Fysiek product: Eigenschappen als gewicht, afmeting, smaak, geur en snelheid. Alle
eigenschappen di je kan waarnemen met je zintuigen.
2. Uitgebreid product: Alle fysieke eigenschappen met daarbij zaken als garantie, levering,
installatie en service.
3. Totaalproduct: Alle fysieke eigenschappen, zaken zoals garantie en levering, maar ook
prijsstelling en reclame.
4. Core benefit (basisproduct): De kern van het product en gaat over het doel van het product.
5. Generic product (generieke product): De aspecten van het product.
6. Expected product: Wat verwacht iemand van het product? Daar gaat het hier om.
7. Augmented product: Zaken die het product anders maken dan soortgelijke producten op de
markt.
8. Potential product: Alle veranderingen die het product in de toekomst kan krijgen.
1.2 – Elementen van de productmix
De productmix bestaat uit:
- Het fysieke product
- Prijs
- Assortiment
- Merknaam
- Verpakking
- Service en garantie
- Kwaliteit
1.3 – Functies van een verpakking
Met een verpakking bescherm je een product tegen:
- Verlies: producten zijn makkelijk terug te vinden en op te bergen in grote magazijnen.
- Beschadigingen: het beschermen van glas en andere producten tegen breuk, deuken en
krassen.
- Diefstal: verpakking voorzien van speciale labels en magneetsticks.
- Temperatuur: het koud houden van diepvriesproducten.
- Vocht: het beschermen van vocht.
1.4 – Productsoorten
- Unsought goederen: goederen die onbekend zijn, of die mensen liever niet willen kopen,
maar wel moeten. Voorbeeld: uitvaartpolis.
- Convenience goods: goederen waar je weinig moeite voor doet. Spullen die je vaak koopt
zonder er echt over na te denken. Voorbeeld: levensmiddelen in de supermarkt.
- Shopping goods: goederen waar je wat meer moeite voor doet. Je gaat rondkijken en
vergelijken. Voorbeeld: schoenen kopen.
- Specialty goods: goederen waar je goed voor bereid bent en veel moeite voor wil gaan doen.
Voorbeeld: je eerste auto of hypotheek voor je huis.
1.5 – Goederen
- Indifferente goederen: de vraag naar het ene product heeft geen relatie met de vraag naar
het andere. Voorbeeld: de vraag naar trouwjurken heeft geen relatie met de vraag naar
appels.
- Substitutiegoederen: goederen die je door elkaar kunt vervangen. Denk bijvoorbeeld aan
koffie en thee. De koffie wordt duurder, dus gaan de mensen theedrinken.
- Complementaire goederen: producten die elkaar aanvullen of bij elkaar passen. Als je koffie
koopt, heb je een koffiezetapparaat nodig.
, - Functionele korting: korting die fabrikant geeft aan tussenhandelaren
- Kwantumkorting: hoe meer je koopt, hoe meer korting je krijgt
- Prestatiekorting: leverancier geeft kortingen om de tussenhandelaren te beïnvloeden.
- Actiekorting: tijdelijke korting op product
1.6 – Assortiment
- Breedte: aantal soorten artikelen dat worden verkocht in het assortiment.
- Diepte: aantal verschillende artikelen binnen artikelgroep.
- Hoogte: het gemiddelde prijsniveau van de producten binnen het assortiment.
- Consistentie: relatie tussen de verschillende productgroepen in het assortiment.
1.7 – Assortiment strategieën
- Bij upgrading wordt het niveau bewust verhoogt. Denk aan het verhogen van de prijs van de
producten. Bij downgrading gaat het om de bewuste verlaging van het niveau van het
assortiment. Bijvoorbeeld prijsverlaging.
- Bij trading up kunnen er aan het assortiment een of meer artikelen worden toegevoegd met
een prijs die relatief hoger ligt dan de rest van het assortiment. Bij trading down gaat het
juist om het toevoegen van goedkopere artikelen aan het assortiment.
- Brand extension: het lanceren van een nieuw product met gebruikmaking van een
succesvolle merknaam.
- Kannibalisatie: de verkoop van het nieuwe producten gaat ten koste van de gelijksoortige
producten in het assortiment.
- Joint promotion: een promotie die is opgezet door twee of meer merken. Bijvoorbeeld bij de
4-daagse waar lopers tasjes krijgen uitgedeeld met allerlei merken. Dit is een joint promotion
tussen het bestuur van de 4-daagse en de deelnemende bedrijven.
- Co-branding: een samenwerking tussen twee of meer bedrijven die een nieuw product
maken.
- Line extension: uitbreiding van een productgroep
1.8 – Soorten merken
- Fabrikantenmerk: een merk van voor een bepaald bedrijf zijn.
- A-merk: een fabrikant merkartikel met een hoge geografische verkrijgbaarheid, een hoge
bekendheid en een hoog ervaren prijs- en kwaliteitsniveau.
- B-merk: een fabrikant merkartikel met een beperkte geografische verkrijgbaarheid, een lage
bekendheid en een lager ervaren prijs- en kwaliteitsniveau dan een A-merk.
- C-merk: frequent gekochte goederen met een lage prijs- en kwaliteitsniveau, een geringde
naamsbekendheid.
- Winkelmerk of private label: grote winkeltekens die hun eigen naam op producten zetten
- Individueel merk: Alle producten in de onderneming die een eigen naam krijgen.
Bijvoorbeeld Omo en Robijn komen alle twee uit dezelfde fabriek.
- Familie- of paraplumerk: alle producten krijgen één merknaam. Denk daarbij aan Dior,
Chanel, Huda Beauty.
- Keurmerk: bewijs dat een product of dienst goedgekeurd is en de vereiste kwaliteiten heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayathashem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.