Fysiologie van het hart
Het hart is een uitstekende pulsatiel werkende pomp die ongeveer 80000 liter bloed rondpompt per
dag. Het hart bestaat uit twee samenwerkende pompen die elk een gedeelte van de circulatie
verzorgen. Rechterzijde van het hart ontvangt via de vena cava inferior en vena cava superior het
veneuze bloed uit het lichaam en pompt het via de arteria pulmonalis de longen. In de longen wordt
het zuurstof opgenomen en koolzuurgas afgegeven. Vanuit de longen komt het bloed via venae
pulmonalis in de linkerharthelft, die al het zuurstofrijke bloed het lichaam in pompt en alle organen
van zuurstof en voedingsstoffen voorziet.
Beide harthelften zijn opgebouwd uit atrium (boezem) en ventrikels (kamer). Tussen het atria en
ventrikel zitten twee kleppen, deze zorgen ervoor dat het bloed maar 1 kant op stroomt. Rechterkant
zit de tricuspidalusklep en linkerkant zit de mitralisklep. In de atrium wordt het bloed verzameld. Ze
contraheren, trekken samen, om het bloed naar de ventrikels te pompen. De ventrikels pompen het
bloed vervolgens het lichaam in.
Linkerkant is groter dan rechterkant omdat de linkerkant vast zit aan de grote bloedsomloop. Dus de
linkerkant moet het bloed door heel het lichaam pompen terwijl de rechterkant aan de kleine
bloedsomloop zit en dus alleen maar de longen van bloed voorziet.
De fase waarin de ventrikels samentrekken heet systole en waar ze ontspannen heet diastole.
,Om de pompfunctie van het hart optimaal te benutten is en een synchronisatie nodig van de
contractie. Ook wel het gelijktijdig samentrekken van linker en rechter harthelft ondanks dat er
verschillende gebeurtenissen lopen. Hierdoor is het hart uitgerust met een speciale elektrisch
systeem. Dit systeem zorgt ervoor dat het hart zal samentrekken en het zorgt voor een snelle
geleiding en verdeling van de prikkels over de hartspier.
Synchronisatie van de contractie is ook wel het gelijktijdig samentrekken van linker en rechter
harthelft ondanks dat er verschillende gebeurtenissen lopen.
Mechanische pompfunctie wordt opgebracht door het hartspierweefsel. Hartspierweefsels bevatten
eiwitten dat gespecialiseerd zijn in contractie: actine en myosine. Deze eiwitten zijn gerangschikt
zodat ze in elkaar kunnen schuiven, waardoor de spierweefsels korter worden. Voor deze interactie is
er calcium nodig. In rust is deze concentratie calcium te laag, maar als de spiervezels elektrisch
geprikkeld zijn, komen calciumionen de cel in, zodat het contramechanisme in werking wordt
gesteld.
- Tijdens de systole veroorzaakt een instroom van calcium get ineenschuiven van actine en
myosine, waardoor de hartspiercel zich verkort en dus trekken de ventrikels zich samen.
- Tijdens de diastole verlaat calcium de cel en verschuiven actine en myosine weer uit elkaar
en dus ontspannen de ventrikels zich.
Elektrofysiologie van het elektrische systeem
Hartspierweefsel
Hartspierweefsel is prikkelbaar, exciteerbaar: op een externe stimulus geeft dit een sterke reactie.
Dit komt door de speciale opbouw van het weefsel.
Hartspiercellen zijn omgeven door een celmembraan, dit is een dun omhulsel, bestaande uit vetten
en eiwitten die het inwendige van de cel scheidt van de extracellulaire vloeistof rondom de cellen.
De celmembranen zijn tot in tegenstelling van andere cellen gedeeltelijk met elkaar gefuseerd. Ze
bevatten een opening die een vrijwel onbelemmerd transport van ionen van cel naar cel mogelijk
maken.
De aanwezigheid van vrije ionen is een voorwaarde van het transport van elektrische stromen. Door
deze openingen kan de weerstand tussen binnen en buiten de cel minder dan 1% zijn.
Elektrische signalen worden door de lage weerstand gemakkelijk in de lengte richting doorgegeven,
dit type weefselstructuur wordt een functioneel syncytium genoemd.
- Stimulatie van 1 atriale vezel geeft verspreiding over het gehele atrium.
- Stimulatie van 1 ventriculaire vezel geeft verspreiding over de gehele ventrikel.
Het atriale weefsel en het ventriculaire weefsel vormen beide een afzonderlijk syncytium. Dit komt
doordat ze elektrisch zijn gescheiden door het skelet van het hart: binweefselring en kleppen, de
annulus fibrosus.
, Vorming van elektrische impuls
Voor de vorming van elektrische impulsen is het hart geheel autonoom, het heeft hiervoor geen hulp
van buitenaf nodig. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit parasympatisch en sympathisch
zenuwstelsel
- Parasympatisch kan de vorming van impulsen remmen. (bijvoorbeeld: met slapen)
- Sympathisch kan de vorming van impulsen versnellen. (bijvoorbeeld: met adrenaline)
Bij de vorming van een elektrisch impuls worden twee soorten cellen onderscheiden
- Automatische cellen, cellen die spontaan een elektrische impuls kunnen maken
- Niet automatische cellen, cellen die een elektrische impuls maken wanneer ze hiertoe
worden aangezet. Denk aan elektrische, thermische, chemische of mechanische prikkels.
Ionen spelen een belangrijke rol in het maken van een elektrische impuls. Ionen zijn positief of
negatief geladen deeltjes. Ionen zijn belangrijk voor de elektrische pulsvorming en de geleiding.
Negatieve ionen blijven vooral in de cel terwijl de positieve ionen via speciaal daarvoor geëigende
kanalen de cel in en uit kunnen.
Ionenkanaal is een eiwit structuur in celmembraan die selectief doorgankelijk is voor een bepaald
soort ion. Het openen en sluiten van een ionenkanaal is onder andere afhankelijk van de elektrische
lading in en buiten de cel, en dus het potentiaalverschil over de celwand.
Potentiaal verschil is het verschil in elektrische lading tussen intra en extracellulaire ruimte, dus
binnen en buiten de cel. In de cel heerst een negatieve lading en buiten een positieve lading.
Potentiaal verschil in de sinusknoop = - 50 mV
Potentiaal verschil in de ventrikel = - 90 mV
Potentiaal verschil in rust = transmembraanpotentiaal (TMP) = Rustpotentiaal
Diffusie is het proces waarbij ionen op basis van concentratie verschillen gaan verschuiven. Door
verschil in concentratie gaan de ionen van de ene ruimte naar de andere ruimte om beide ruimtes in
evenwicht te brengen.
De ionenconcentratie intracellulair is anders dan extracellulair.
Intracellulair
Kaliumconcentratie: 140 nmol/L (hoogste)
Natriumconcentratie: 10 nmol/L (laagste)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylenehoogendoorn0411. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.