100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ziekenhuis deel 1 - Thema 6: zorgvragers met aandoeningen aan lever, galblaas en alvleesklier $4.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Ziekenhuis deel 1 - Thema 6: zorgvragers met aandoeningen aan lever, galblaas en alvleesklier

 52 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

ziekenhuis deel 1 - Thema 6: zorgvragers met aandoeningen aan lever, galblaas en alvleesklier

Preview 2 out of 14  pages

  • No
  • Thema 6
  • November 10, 2020
  • 14
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Thema 6: zorgvragers met aandoeningen aan lever, galblaas en alvleesklier
Hoofdstuk 21 =zorgvragers met aandoeningen aan lever en galblaas
Hepar = lever
 Is het grootste buikorgaan (1,5 kg)
 ligt rechtsboven in de buikholte, beschermd onder de ribben.
 lever krijgt via 2 wegen bloedtoevoer = via de poortader (vena portae) en de
leverslagader (arteria hepatica).
 het bloed dat de poortader vervoert, is afkomstig uit de milt, de alvleesklier en het
maag-darm kanaal.
 het bloed dat de leverslagader aanvoert, is zuurstofrijk bloed dat vanaf het hart komt,
bevat ook cholesterol en afvalstoffen die door delver moeten worden verwerkt.
 de verwerking van afvalstoffen vindt in de lever plaats doordat het bloed na toevoer
door een stelsel van werkzame deeltjes, leverlobjes (lobulus hepaticus), wordt
gevoerd. Het bloed dat na verwerking de lever weer verlaat, stroomt via de leverader
weer richting het hart.
 chemische fabriek waarin stoffen uit het voedsel worden afgebroken omgezet of
opgeslagen. Andere stoffen worden juist geproduceerd in de lever hebben een
functie in de spijsvertering.
 afvalproducten worden door het geproduceerde gal in de lever verwerkt, verlaten de
lever via de galbuis in de leverhilis aan de onderzijde van de lever, naar de dunne
darm.
 De galgangen beginnen in de leverlobjes en komen uit in een grote galgang = de
leverbuis (ductus hepaticus)  verlaat het lichaam via de leverpoort (hilus) en splitst
zich op in de galgang naar het duodenum (ductus choledochus) en de galgang naar
de galbuis (ductus cysticus).
 Dagelijks wordt er 500 tot 800 ml gal geproduceerd door de lever.


Galblaas (vesicae fellea)
 Is een peervormige zakje met een maximale inhoud van ongeveer 50 ml.
 Bevindt zich onder de rechteronderkwab van de lever
 Opslagfunctie
 Gal dat in de lever geproduceerd is, komt via de galgangen in de galblaas. (geel)
 De wand heeft een dikke slijmlaag om beschermend te blijven tegen de bijtende
inwerking van gal.
 Onttrekt vocht aan het toegevoerde gal, waardoor de gal slijmerige wordt en een
donker groene kleur krijgt.  gal blijft in de galblaas opgeslagen tot er in het
duodenum voedsel passeert.
 Vet voedsel heeft meer gal nodig bij de vertering dan licht verteerbaar voedsel.
 Het hormoon CCK-PZ stimuleert dit reflex en zet de lever aan tot de productie van
nieuw gal.
 Gal bestaat grotendeels uit water en slijm. Daarnaast bevat gal =
1. cholesterol = overtollig cholesterol verlaat het lichaam met gal via de ontlasting.
2. galzouten = deze emulgeren vetten uit voeding. Oppervlak wordt vergroot.
3. bilirubine = dit wordt in de lever gemaakt van dode rode bloedcellen en geeft gal de
kenmerkende donkere kleur



Stofwisseling in de lever

,  Afbreken en omzetten van stoffen =
- Ontgifting = schadelijke stoffen worden afgebroken en omgezet in onschadelijke
stoffen.  die via de urinewegen worden uitgescheiden.
- door het breken en samenvoegen van bepaalde aminozuurgroepen wordt ureum
gevormd.
- Andere stoffen worden aan elkaar gekoppeld en in gal afgegeven aan de darm en
verlaat het lichaam via de ontlasting.
- bilirubine wordt door de lever samengevoegd met glucuronzuur en is daardoor beter
uit te scheiden.

 Opslag en afgifte van stoffen
- Suikers worden opgenomen als glycogeen.  wordt opgeslagen om later als
glucose afgegeven te worden als de suikerinname laag is, maar de glucosespiegel in
het bloed wel op peil gehouden moet blijven, bv. in je slaap
- vetzuren uit voeding worden omgezet in lichaamsvet of verbrand voor de
energievoorziening.
- lipogenese = glucose omzetten in vetzuren
- gluconegenese = vetzuren worden met glycerol weer omgezet in glucose
- eiwitsynthese = aminozuren worden omgezet in eiwitten  plasmaeiwitten
gevormd, die worden aan het bloed afgegeven en spelen een belangrijke rol in de
samenstelling van het bloed.
- transaminering = aangeboden onbruikbare aminozuren omzetten in bruikbare
aminozuren.

 Productie van stoffen
- 50% cholesterol wordt geproduceerd in het lichaam.
- de andere 50% komt uit voeding.
- cholesterol wordt gebruikt bij de productie van het spijsverteringssap gal en voor de
aanmaak van hormonen als oestrogeen, testosteron en bijnierhormoon.
- Cholesterol is ook een belangrijk bestanddeel van celmembranen.
- productie van eiwitten om lichaam te laten functioneren. (stollingsfactoren en
albumine, die zorgen dat het volume in de bloedbaan op peil blijven.
- Gal is een spijsverteringssap dat van groot belang is voor de afbraak van vetten uit
voeding.
- samen met bacteriën en zuurstof zorgt gal voor de bruine kleur.

 Warmteproductie
- in rust zorgt het hart voor een klein beetje lichaamswarmte en de lever voor een
groot deel van de lichaamswarmte.
- lever heeft zelf een temperatuur van 39⁰C C  deze warmte wordt verspreid door de
vele bloedstromen die door een langs de lever lopen.

Verschijnselen van aandoeningen aan lever en galblaas
 Pijn = galstenen geeft ondragelijke koliekpijn met bewegingsdrang.
 Misselijkheid = door een veranderde spijsvertering.
 Geelzucht (icterus) = afvalstof bilirubine kan niet goed uitgescheiden worden.
 Jeuk = gevolg van geelzucht.  verkoelende zalf of medicatie Questran
 Afwijkend ontlastingspatroon = niet of verminderde spijsverteringsappen worden
afgeven. (diarree, stopverfontlasting of vette ontlasting.
Diagnostiek van lever en galblaas
 Bloedonderzoek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninajanssen1995. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.93  1x  sold
  • (0)
  Add to cart