Hoofdstuk 12
Paragraaf 1
Kenmerken noemen van het fascisme
Het fascisme is een extreme vorm van autoritair nationalisme en is
antidemocratisch, -----------communistisch, -liberaal, -parlementair en -intellectueel. Het is
een politiek stelsel dat onder meer werd ingesteld in Italië van 1922 tot 1943. Zo is ook
het nationaalsocialistisch bewind van Adolf Hitler en zijn partij de NSDAP van 1933 tot 1945
in Duitsland fascistisch in bredere zin. Een partij of persoon heeft alle macht. Door middel
van partijmilities in uniform, massademonstraties, extreem nationalisme, het zoeken van
publieke vijanden, nadruk op nationale frustraties en verheerlijking van de leider werd
geprobeerd om het volk tot een eenheid te smeden. Hitler voegde eigen opvattingen aan het
fascisme toe, zoals de rassenleer en in het verlengde daarvan het antisemitisme.
Waarom in Duitsland, Italië en Spanje fascisten de macht konden grijpen.
Italië: de regering werd onder druk gezet en de Italiaanse koning raakte in paniek. Hij gaf
daarom Mussolini de opdracht een regering te vormen breidde zijn macht uit en regeerde
vanaf 1926 als dictator van het land. In zijn toespraken beloofde hij de grote werkloosheid op
te lossen en herinnerde hij de Italianen aan hun trotse verleden: Romeinse Rijk.
Duitsland: Hitler ontleende veel aan het Italiaanse fascisme en voegde de rassenleer toe.
Spanje: Spaanse Burgeroorlog rechtse groepen, onder leiding van Franco, vochten tegen
democratisch gekozen Spaanse regering. Franco gesteund door Hitler & Mussolini.
Uitleggen wat het verschil is tussen antisemitisme, discriminatie en racisme
Antisemitisme is de haat tegen Joodse inwoners. Racisme is het minder waard vinden van
één bepaalde bevolkingsgroep. Discriminatie is het anders behandelen van één bepaalde
bevolkingsgroep, zoals Joden niet meer in bepaalde plekken van de stad mochten komen.
Neuerenberger Wetten 1935 Joden mogen niet meer trouwen met niet-Joden.
Kristallnacht 9-10 november 1938 aanval van nazi’s op de Joden.
Beschrijven hoe het antisemitisme is ontstaan en hoe het in Duitsland tijdens
de jaren 30 in de praktijk werd gebracht
Antisemitisme was een oud verschijnsel in Europa, maar Hitler voegde er racisme aan toe.
Het Germaans-Duitse ofwel Arische ras stond volgens hem bovenaan, terwijl bijvoorbeeld
zigeuners en Joden zouden behoren tot de lagere rassen. In Hitlers propaganda werden
Joden ervan beschuldigd grote invloed te hebben op het kapitalistische systeem. Aangezien
in de bankenwereld veel Joden werkten, zouden ze volgens de nazi’s schuldig zijn aan de
economische en politieke problemen van Duitsland. Hitler begon daarom al snel met het
uitsluiten van Joodse inwoners uit de Duitse samenleving.
Met voorbeelden uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd
Hitler kwam aan de macht met zijn nationaalsocialistische partij. Door middel van
propaganda werden zijn ideeën verspreid. Joseph Goebbels had de opdracht om de Duitse
bevolking nationaalsocialistisch te laten denken. Wie afweek van het ideaal, had volgens de
nationaalsocialisten geen plaats in het nieuwe Duitsland. Het nationaalsocialisme
beschouwde democratie, kapitalisme en communisme als vijand. Als je je (openlijk) verzette
tegen de nazi’s of daarvan werd verdacht, kreeg je te maken met terreur en geweld door de
geheime staatspolitie en knokploegen van de nazi’s. Men was niet meer vrij en werden
bestuurd door één man, Hitler, waardoor er sprake was van een totalitaire staat.
, Paragraaf 2
Uitleggen welke gevolgen de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945) had
op cultureel, economisch, politiek en sociaal gebied
Politiek: Hitler benoemde Arthur Seyss-Inquart tot rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandse gebied, waardoor Arthur alle macht in handen kreeg (dictatuur). Alle politieke
partijen werden verboden (1941) behalve de NSB.
Economie: Nederlandse mannen werden (1942) verplicht om in de Duitse oorlogseconomie
te werken, omdat veel Duitse arbeiders vochten in het leger. In Nederland waren minder
arbeiders beschikbaar en de noodzakelijke grondstoffen werden door de Duitsers opgeëist.
Cultuur: Nazificatie geen persvrijheid en propaganda als berichtgeving.
Sociaal: Joodse inwoners werden door de nazi’s stap voor stap buitengesloten.
De verschillende reacties van de Nederlandse bevolking op de Duitse
bezetting, accommodatie, verzet en collaboratie (voorbeelden)
Meeste Nederlanders pasten zich aan aan de eisen van de Duitsers (accommodatie).
Tegen de Duitse bezetting bestond geen massaal verzet: van belemmeren van het Duitse
beleid en de vervalsing van persoonsbewijzen tot hulp aan onderduikers en het plegen van
aanslagen op de bezetter. Het enige echte grote verzet was de Februaristaking in 1941. Op
25&26 februari staakten duizenden mensen in Amsterdam tegen het oppakken en
wegvoeren van Joden.
De leden van Musserts NSB werkten samen met de Duitsers. Een aantal NSB’ers werden
burgermeester. Het aantal NSB’ers nam toe, maar collaboratie in Nederland is niet groot
geweest.
Uitleggen welke doelen nazi-Duitsland nastreefde op het gebied van de buitenlandse
politiek
Hilter wilde Duitsland na WOI weer machtig maken en daarbij negeerde hij het Verdrag van
Versailles en Verdrag van Locarno (over de nieuwe grenzen 1925). De dienstplicht werd in
1935 ingevoerd, de wapenindustrie opgebouwd en trok Hitler in 1936 het Rijnland in met
soldaten, terwijl daar geen legers mochten komen.
Hitler wilde Duitsland uitbreiden: alle Duitssprekende mensen moesten in Europa verenigd
worden in een groot Duits Rijk. In maart 1938 voegde Oostenrijk zich bij nazi-Duitsland
(Anschluss).
Een verklaring geven voor de Franse en Britse houdingen tegenover nazi-
Duitsland vóór 1939
De twee landen wilden voorkomen dat er een nieuwe oorlog zou uitbreken, daarom voerden
zij een appeasementpolitiek.
Na het verkrijgen van Sudetenland (Verdrag van München september 1938) in ruil voor
vredesgarantie (oorspronkelijk van Tsjecho-Slowakije) dachten de landen dat Hitler zijn doel
bereikt had en dat de oorlogsdreiging was afgewend. Hitler hield zich echter niet aan de
afspraken en bezette in maart 1939 Tsjecho-Slowakije. Groot-Brittannië en Frankrijk gaven
Polen daarom de garantie dat zij het land zouden beschermen tegen een eventuele Duitse
aanval. Toen Hitler Polen aanviel, verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië de oorlog aan
Duitsland.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ImkeVerstraaten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.