Samenvatting De Geo Aarde Klimaatvraagstukken Leeropdrachtenboek, ISBN: 9789006619386 Aardrijkskunde
22 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
De Geo Aarde Klimaatvraagstukken Leeropdrachtenboek
In dit document vindt u een samenvatting van Klimaatvraagstukken. Door het leren van deze samenvatting en te oefenen met opdrachten uit het boek, had ik een 7.9 voor mijn SE over dit onderwerp. Ik wens u veel succes!
Samenvatting Aardrijkskunde Klimaatvraagstukken
1.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas
Systeem aarde bestaat uit 4 sferen:
● atmosfeer → waar weer en klimaat zich afspelen
● hydrosfeer → het water op aarde
● lithosfeer → gesteente
● biosfeer → leven op aarde
De atmosfeer ontstond toen de aarde ging afkoelen en er een gasvormige deken
kwam die de aarde bedekt. De zwaartekracht zorgt ervoor dat de gassen niet
verdwijnen in de ruimte. De samenstelling van de atmosfeer is uniek (stikstof en
zuurstof) en verschilt met andere planeten.
De atmosfeer is opgebouwd uit 4 lagen: troposfeer, tropopauze, stratosfeer,
stratopauze, mesosfeer, mesopauze en thermosfeer. De pauzes zijn hoogten waar
afname in temperatuur overgaat in toename of andersom.
● troposfeer → 9-12 km dik, de temperatuur daalt elke 100 m met 0,6 C.
● stratosfeer → veel ozongas (filtert UV straling), waardoor het warmer is: 0 C
● mesosfeer en thermosfeer beschermen de aarde tegen meteorieten.
De zon is de belangrijkste energiebron voor het leven op
aarde en de motor achter weersverschijnselen. Er is een
evenwicht tussen de hoeveelheid straling die de aarde
bereikt/verlaat (= energiebalans/stralingsbalans)
De energie van de zon wordt deels geabsorbeerd door het
aardoppervlak en deels teruggekaatst. De kortgolvige
zonnestraling wordt vervolgens omgezet in warmte en als
langgolvige straling uitgestraald. Broeikasgassen in wolken
absorberen deze warmte en stralen het weer terug naar de
aarde.
De hoeveelheid straling op aarde is afhankelijk van 3
dingen:
- breedteligging → bolling aarde zorgt ervoor dat zonnestralen loodrecht invallen of
heel schuin, waardoor de hoeveelheid straling per opp groter is op lage dan op hoge
breedte.
- albedo → lichte “kleuren” weerkaatsen veel licht en donkere kleuren absorberen veel
licht
- gesteldheid aardoppervlak → water wordt langzamer warm/koud dan land:
● zonlicht kan dieper in water doordringen dus dezelfde # energie moet over
een groter opp worden verdeeld
● water is in beweging dus warmte wordt beter verdeeld
● het kost meer energie water een graad te laten stijgen dan land
● verdamping van water → energie naar dampkring, verdamping boven land is
lager
, 1.2 Warmtetransport door de wind
Wind is stromende lucht van plaatsen waar er te veel van is naar plaatsen waar er te weinig
van is. De luchtcirculatie is dus de verplaatsing van lucht in de atmosfeer (grote
windsystemen). Op een warm oppervlak warmt de lucht op en warme lucht heeft een lagere
dichtheid dan koude lucht, waardoor het opstijgt. De opstijgende lucht betekent dat er een
lage druk is (lagedrukgebied/minimum). Als het opstijgt, koelt de lucht weer af. Koude
lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht, waardoor het veel regent in
lagedrukgebieden (0 en 60 graden). Vervolgens moet de (overige) lucht ergens heen en het
kan alleen naar links/rechts. Rond de 30 en 90 graden daalt de lucht dan weer om
vervolgens weer naar links/rechts te gaan (en het corioliseffect). De cirkel begint dan weer
opnieuw. Lucht stroomt dus van een hogedrukgebied n aar een lagedrukgebied (wet van
Buys Ballot). De afwijkingen van het corioliseffect komen door de bolling van de aarde.
Passaten zijn de winden die het hele jaar door uit oostelijke richting van de subtropische
hogedrukgebieden naar de evenaar waaien. Door de schuine stand van de aardas staat de
zon niet het hele jaar loodrecht boven de evenaar. Het beweegt zich tussen de 2
keerkringen. De laagste luchtdruk wordt gemeten bij de hoogste temperatuur (dus waar de
zon loodrecht staat), waardoor de ITCZ verschuift. Hierdoor verschuift het hele
windsysteem. De verschillen in temperatuur tussen zomer en winter zijn het sterkst boven
continenten, waardoor de verschuiving daar het sterkst is.
1.3 Rivieren in de oceanen
De winden zijn de belangrijkste reden voor het ontstaan van de oceanische circulatie (de
zeestromen). De zeestromen zijn ook verantwoordelijk voor de herverdeling van
zonne-energie over de aarde. Zeestromen krijgen op het noordelijk halfrond een afwijking
naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links, zoals met winden. Binnen
elke oceaan is er een hoofdcirculatie die bestaat uit meerdere stromen (noorden met wijzers
mee, zuiden tegen klok in).
Warmer zeewater (veel verdamping → zouter, en veel verdamping is bij warme gebieden) is
zouter dan gemiddeld!
Golf van Mexico → Noordwest-Europa (zachter klimaat) → IJsland → water koelt af (afgave
warmte) → dichtheid groot door zout → water zakt naar beneden (Noord-Atlantische
diepwaterstroming) → evenaar → zuiden Afrika → oosten → vermenging stroming
Antarctica → troggen Grote Oceaan → water welt op (wind blaast oppervlaktewater weg) en
wordt warmer → Indonesië → Afrika → Caribisch gebied → veel verdamping (dus zouter) →
noorden (door westenwinden) → oppervlaktestroom naar Groenland → waar koud, zout
water (grotere dichtheid) naar beneden zinkt
Deze thermohaline circulatie wordt dus aangedreven door de dichtheidsverschillen van het
oceaanwater en werkt als diepwaterpomp, die warm water uit de tropen naar het noorden
stuwt en weer retour via de diepte van de oceanen.
Bij El Nino wordt de passaatwind, die warm oppervlaktewater westwaarts blaast, af (waarom
is onbekend). Hierdoor verplaatst het gebied met warm oppervlaktewater zich naar het
centrale/oostelijke deel van de oceaan. In het westen stijgt de thermocline (grenslaag tussen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthevandenberg3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.