Dit is een samenvatting van het vak Inleiding in de Rechtswetenschap, geschreven in 2020. Dit vak wordt voor de bachelor rechtsgeleerdheid en de bachelor criminologie in periode 1 aangeboden. Het boek dat verplicht is en waaruit de samenvatting bestaat is Recht in Context. Zelf heb ik deze samenvat...
Alle tentamenstof. dit betekent dat 5.3, 9.4, 10.4 er niet volledig in staan.
November 12, 2020
25
2020/2021
Summary
Subjects
samenvatting periode 1
bachelor criminologie
recht in context
ric
inleiding in de rechtswetenschap
inleiding rechtsgeleerdheid
bachelor rechtsgeleerdheid
samenvatting inleiding rechten
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Rechten, Criminologie
Inleiding in de Rechtswetenschap (R_INLRECHRC)
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: madhavibadrisingh • 2 year ago
By: StudenteX • 2 year ago
Translated by Google
Hi! Can I ask you what your review is based on? ☺️
By: amineouamer • 3 year ago
Seller
Follow
StudenteX
Reviews received
Content preview
1 Contextualisme en rechtsbegrip
Casuïstische rechtsvinding is wanneer de betekenis van een juridisch relevant begrip wordt bepaald
door de omstandigheden van het geval.
In het overeenkomstenrecht moet bij de uitleg van taaluitingen naar de context worden gekeken. >>
de contextuele bepaaldheid van taal en taalgebruik is in burgerlijk recht en strafrecht van belang.
Regelgeleide Meer gericht op rechtseenheid,
rechtsgelijkheid en rechtszekerheid.
Welke regel moet worden toegepast?
Draagt bij aan de ontwikkeling van het
recht als systeem.
Rechtsvinding
Gericht op billijkheid in concreto. Wat is
Casuïstische een rechtvaardige oplossing? Resulteert
in verscheidenheid
Open texture: De rechter vormt zijn oordeel aan de hand van vaststaande regels, totdat zich een
uitzonderlijk geval voordoet waarin de omstandigheden tot een relativering of beperking van de
regel nopen. De toepassing van het recht is onderbepaald (niet genoeg bepaald). Open texture is
de consequentie van 1) de eigenschappen van de taal 2) de principiële onvoorspelbaarheid van onze
sociale omgeving
De stelling van het contextualisme: het rechtsoordeel is altijd afhankelijk van de omstandigheden van
het geval. De stelling staat echter niet in de weg aan het streven naar rechtsgelijkheid.
M.b.t. de regelgeleide rechtsvinding impliceert het contextualisme drie dingen:
1) Toepassing van bepaald type rechtsvinding is afhankelijk van de context van het geval
2) Context speelt altijd een rol op de achtergrond
3) Er zullen altijd uitzonderingen op de regel zijn
Maatschappelijke context levert een verbreding van het recht op tot wat er feitelijk gebeurt in en
rond het recht. Daarnaast is het van belang het recht in historische context te kunnen plaatsen. Bij
dit alles betrekken we ook de kritische context.
Kortom, een strikt juridisch-dogmatische benadering is in veel gevallen ontoereikend.
De taal van het recht is het instrument van de jurist. De taal van het recht moet argwanend
worden beschouwd, omdat het recht begrippen bevat die wij herkennen in ons dagelijks taalgebruik,
maar die in juridische context een heel andere betekenis kunnen hebben. De taal heeft drie functies:
1. Ordening door middel van allerlei begrippen en de verhouding die deze tot elkaar hebben,
op basis waarvan wij de maatschappelijke werkelijkheid indelen en ontstaat er een
juridisch systeem
2. Een gemeenschappelijke taal om conflicten op te lossen en te
voorkomen
3. Discussie
,Hoge Raad:
Ermes verkoopt aan Haviltex een machine voor het snijden van steekschuim voor bloemen.
Als bijzondere voorwaarde komen partijen overeen dat de koper het recht heeft om de machine
binnen een jaar terug te geven. Haviltex wil de machine binnen het jaar teruggeven aan Ermes en
beroept zich op de bijzondere voorwaarden. De verkoper stelt dat het retourneren van de machine
zonder opgaaf van redenen in strijd is met de goede trouw (de redelijkheid en billijkheid).
Het gerechtshof oordeelt dat de bewoordingen van het contract duidelijk zijn en dat een
zuiver taalkundige uitleg van de overeenkomst geen leemte laat voor aanvulling in de
regeling van de verhouding tussen partijen.
De Hoge Raad oordeelt dat: de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhoudingen tussen
partijen is geregeld en of dat ruimte laat voor aanvulling, niet kan worden beantwoord op
grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract.
Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven
omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die bepalingen mochten toekennen en op
hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
2 Het rechtsbegrip en de indeling van het juridische
landschap
Law in the books en law in action: er is een groot verschil in hoe de regels staan voorgeschreven in de
wet (normatieve moment) en hoe de wetten in werkelijkheid worden nageleefd (actuele moment).
Dit kan komen doordat er een gebrek is aan effectiviteit en de doelen van de wetgever hierdoor niet
worden nageleefd of doordat het recht door veroudering een afwijkende praktijk heeft ontwikkeld.
Juridische begrippen dienen de rechtsvorming in de praktijk. De definitie van juridische begrippen is
problematisch:
Het zijn vage begrippen (in extensie en betekenis)
Ze bezitten open texture (hun betekenis evolueert)
Toepassing van de begrippen is afhankelijk van criteria waarover men van mening kan
verschillen. (Wezenlijk betwistbare begrippen)
Publiekrecht:
Staatsrecht: regels voor organisatie van de staat (gelegd in Gw)
Bestuursrecht: de ordening van de relatie tussen bestuur en burger
Strafrecht: overheid bij schending van wetten een sanctie kan toepassen
Functionele rechtsgebieden: de regels worden samen beschouwd omdat ze op hetzelfde
maatschappelijke werkterrein een functie vervullen
Het vermogensrecht is een onderdeel van het materiële privaatrecht en omvat op geld
waardeerbare verplichtingen en rechten. Het vermogensrecht is weer onder te verdelen in
goederenrecht en verbintenissenrecht. Het goederenrecht geeft de rechtsverhouding weer tussen
personen en goederen. Goederen zijn zowel zaken als vermogensrechten (dingen die op geld
waardeerbaar zijn, bijv. auteursrechten). Het verbintenissenrecht regelt de rechtsverhouding tussen
personen onderling (bijv. contracten). Het vermogensrecht heeft twee belangrijke kenmerken:
- De regels van het vermogensrecht zijn (vaak) niet dwingend voorgeschreven, partijen zijn dus vrij
om afwijkende afspraken te maken.
- De vermogensrechten zijn in het algemeen overdraagbaar.
Het personen- en familierecht is een onderdeel van het materiële privaatrecht en omvat alles
met betrekking tot het recht op naam, afstamming, geboorte, huwelijk, echtscheiding en adoptie. Dit
recht heeft een aantal kenmerken:
, - De rechten zijn niet op geld waardeerbaar.
- De rechten zijn niet overdraagbaar.
- In het algemeen is er geen mogelijkheid tot afwijkende afspraken.
Het internationaal privaatrecht is dus niet een rechtsgebied op zich, maar het omvat de regels
waarmee kan worden vastgesteld welk nationaal recht van toepassing is. De regels zijn voornamelijk
opgenomen in verdragen en Europees recht.
Het staatsrecht geeft regels voor de organisatie van de staat (bijv. de bevoegdheidsverdeling tussen
overheidsorganen en beperkingen van de overheidsbevoegdheden). Het staatsrecht is onder andere
uiteengezet in de Grondwet, de Kieswet, de Provinciewet en de Gemeentewet. Daarnaast is er
sprake van ongeschreven staatsrecht, zoals de vertrouwensregel. De vertrouwensregel houdt in
datde minister moet aftreden als hij niet langer het vertrouwen van het parlement heeft.
Bestuursrecht (administratief recht)
Het bestuursrecht betreft het recht over het handelen van bestuursorganen in relatie tot natuurlijke
en rechtspersonen. Het omvat de relatie tussen bestuur en burger, waaronder de bescherming van
de burger tegen de overheid. Het bestuursrecht omvat ook regels omtrent de ruimtelijke ordening,
onderwijs en sociale verzekeringen. Een bestuursorgaan mag zelfstandig geen regels invoeren of
veranderen, tenzij het wordt toegestaan door een wettelijk voorschrift (het legaliteitsbeginsel). Het
bestuursrecht bevat geen regels van gewoonterecht en het regelt zaken in het algemeen belang, dus
deze zaken kunnen niet worden overgelaten aan particulieren.
Recht is er om chaos te voorkomen. Het zorgt voor rechtszekerheid. Recht fungeert als juridisch
stabiel kader.
3 momenten van recht:
Ideële moment: ideeën, opvattingen en waarden. Het ideële moment is filosofisch en gaat
om het begrip rechtvaardigheid
Normatieve moment: positief recht (het geheel van geldende regels). Het moment is
juridisch. Voorbeeld: wet heeft geen terugwerkende kracht.
Het actuele moment: recht in de praktijk. Het moment is sociologisch. Bijv. art.13
rechtsweigering mag niet.
Voorbeeld van het zebrapad: normatief is het positieve recht m.b.t. voetgangers die gebruik maken
van een zebrapad. Ideëel is het bescherming van de zwakkere verkeersdeelnemer tegen de sterkere.
Actueel is het daadwerkelijke gedrag rondom zebrapad. Werkt een ongereguleerde ruimte beter?
Niet of minder reguleren is ook een vorm van reguleren. Er duiken nieuwe problemen op. Wordt het
ideële moment recht aangedaan?
Positief recht: het geheel van geldende regels (rechtsbronnen + jurisprudentie) gekenmerkt door
bepaalde begrippen. Interpretatie geeft moeilijkheden. Onduidelijkheid over betekenis en toepassing
rechtsbegrip. > rechter biedt uitkomst.
Basisindelingen in het recht:
Objectief recht Subjectief recht (het recht dat aan een
rechtssubject toekomt)
Het geheel van regels (rechtsbronnen +
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudenteX. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.