Samenvatting, begrippenlijst en een kort overzicht van hoofdstuk 3 uit het boek basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe. Deze samenvatting is gemaakt met de 2e druk van het boek (de groene variant)
Answer: Heeft betrekking op de uitspraak van woorden
3.
Morfologisch niveau
Answer: Heeft betrekking op de opbouw van woorden in morfemen
4.
Syntactisch niveau
Answer: Heeft betrekking op de regels voor het combineren van woorden
5.
Semantisch niveau
Answer: Heeft betrekking op de betekenis van woorden
6.
Pragmatisch niveau
Answer: Heeft betrekking op het concrete taalgebruik
7.
Orthografisch niveau
Answer: Heeft betrekking op spelling en interpunctie
8.
Creatieve constructietheorie
Answer: Theorie over het ontstaan van taal waarbij men ervan uitgaat dat kinderen taal niet simpelweg imiteren, maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen bouwen.
9.
Interactionele benadering
Answer: Theorie over het verloop van het leesproces die ervan uitgaat dat het lezen een afwisseling is tussen voorspellend lezen en woord voor woord lezen. Bij het lezen gebruikt de lezer de visuele informatie aan de ene kant en zijn kennis van de taal aan de andere kant.
10.
Prelinguale fase
Answer: De periode in de taalontwikkeling voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt, ook wel de voortalige periode genoemd. Deze periode loopt vanaf de geboorte tot aan ongeveer het eerste levensjaar
Content preview
H3 Mondelinge taalvaardigheid
Inhoudsopgave
- Taalverwerving blz 43
- Spreek en luisterstrategieën blz 52
- Spreek en luisterdoelen blz 55
- Gesprekssoorten blz 57
- Hoe gebruik je kennis van mondelinge taalvaardigheid blz 58
3.1 Taalverwerving
In de loop der jaren zijn er verschillende theorieën geweest over hoe kinderen hun taal
verwerven. De belangrijkste zijn het Behaviorisme, de Creatieve constructietheorie en de
Interactionele benadering
Behaviorisme
Theorie die ervan uitgaat dat kinderen hun taal leren door imitatie. Kinderen bootsen de taal
die ze in hun omgeving horen na. Daarbij worden de meest frequente woorden het eerst
geleerd. Als een kind geprezen wordt omdat hij het woordje papa/mama zegt, zal hij die
woorden vaker gebruiken
Creatieve constructietheorie
Theorie over het ontstaan van taal, waarbij men ervan uitgaat dat kinderen taal niet simpelweg,
imiteren, maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een
creatieve manier zinnen kunnen bouwen. Ook wel mentalisme genoemd.
Interactionele benadering
Theorie over het verloop van het leesproces die ervan uitgaat dat het lezen een afwisseling is
tussen voorspellend lezen en woord voor woord lezen. Bij het lezen gebruikt de leer de
visuele informatie aan de ene kant en zijn kennis van de taal aan de andere kant.
In het taalverwervingsproces van een kind onderscheiden we de volgende perioden:
1. Prelinguale periode (0-1 jaar)
2. De linguale periode (1-9)
- Vroeglinguale periode (1-2,5 jaar)
- Diferentiatiefase (2,5-5 jaar)
- Voltooiingsfase (5-9 jaar)
Een kind in de prelinguale periode oefent met verschillende aspecten van taal: de articulatie,
klankstructuur, zinsmelodie, maar ook met de communicatie met anderen.
Na het eerste levensjaar begint de talige of linguale periode. Een kind gaat woorden en zinnen
als communicatiemiddel gebruiken.
- In de vroeglinguale periode gaat het brabbelen van de baby langzamerhand over naar
betekenisvol taalgebruik.
- In de differentiatiefase begint het taalgebruik van kinderen steeds meer op dat van
volwassenen te lijken.
- In de voltooiingsfase leert een kind er niet zo spectaculair veel nieuwe dingen bij. Alle
processen die in de vorige fase zijn begonnen, worden nu verder uitgebouwd.
, Het kan voorkomen dat iemand twee talen min of meer gelijktijdig leert. We spreken dan van
simultane tweetaligheid. Als kinderen voor hun derde levensjaar beginnen met het leren van
een tweede taal, dan rekenen we dat nog tot de simultane taalverwerving. Wat vaker
voorkomt is successieve tweetaligheid. Kinderen leren een tweede taal nadat ze een eerste
taal hebben geleerd. Ook hier trekken we de grens weer bij het derde levensjaar. Bij
successieve tweetaligheid leert iemand de tweede taal altijd met zijn kennis van de eerste taal.
Soms treden er bij de successieve tweetaligheid interferentiefouten op. Dat zijn fouten die
voortkomen uit de verschillen tussen een eerste en een tweede taal.
3.2 Spreek- en luisterstrategieën
Een spreekstrategie is een manier van spreken die iemand hanteert om een bepaald
spreekdoel te bereiken. Er zijn tal van spreekstrategieën waaruit je kunt kiezen. Elke strategie
heeft te maken met de manier waarop de deelnemers aan de communicatie elkaar
beschouwen en benaderen Bij elk gesprek zijn er weer andere mogelijkheden. De volgende
stappen zijn daarbij van belang:
- Oriënteren op de inhoud - Presenteren
- Doel en publiek bepalen - Reflecteren op doel en inhoud
- Plannen
Binnen een gesprek kun je de volgende spreekstrategieën gebruiken:
- Een gespreksvorm hanteren
- Presentatietechnieken hanteren
- Een bepaald taalgebruik hanteren
Sprekers kunnen verschillende doelen hebben de 4 belangrijkste zijn:
- Informeren - feitelijke informatie - Instrueren - instructies
- Amuseren - vermaken - Overtuigen - overhalen
We kennen 4 luisterstrategieën:
- Intensief luisteren - iets te weten willen komen
- Globaal luisteren - een bepaald gevoel willen ondergaan
- Kritisch luisteren - zich een mening willen vormen
- Gericht luisteren - een bepaalde handeling willen uitvoeren
Monoloog - alleen Dialoog - samen Polyloog -groepsgesprek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anika123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.