Complete samenvatting van alle voor het tentamen relevante stof voor het mastervak Pensioenrecht aan de VU (samen gegeven met de UvA).
Ik heb zelf een 10 gehaald voor dit vak.
Met behulp van verschillende kleuren zijn de grote onderwerpen ingedeeld, daarbinnen behandel ik de verschillende le...
Pensioenstelsel en Pensioenakkoord
Het Nederlandse pensioenstelsel
Het Nederlandse pensioenstelsel kenmerkt zich door haar 3 pijlers.
Eerste pijler: wettelijke socialezekerheidsregelingen (AOW, Anw, WIA). Financiering op
omslagbasis = de premie die voor een regeling betaald wordt in een jaar, wordt in datzelfde
jaar aan uitkeringen betaald. De AOW gaat in op de AOW leeftijd volgens art. 7a AOW.
Recht op AOW hebben verzekerden. Verzekerden zijn mensen die in Nederland wonen (art. 6
lid 1 AOW). Je bouwt per jaar dat je in Nederland woont 2% AOW op. Dit begint in het jaar
waarin je nog 50 jaar te gaan hebt tot de AOW leeftijd. De maximale verzekeringsduur is 50
jaar. Art. 9 AOW regelt het verschil tussen gehuwde en ongehuwde personen. Ongehuwden
krijgen als netto-AOW 70% van het minimumloon. Gehuwden krijgen 50%.
Derde pijler: individuele pensioenregelingen die een persoon op eigen initiatief tot stand
brengt. Kenmerkend is de strikt individuele keuze. Deze pijler is een van de weinige manieren
voor ZZP’ers om pensioen op te bo uwen.
Tweede pijler (daar ziet dit vak op): pensioenregelingen waar een persoon in deelneemt en
aanspraken aan ontleent op grond van het verrichten van arbeid. Dit is een aanvulling op de
eerste pijler en wordt daarom ook wel aanvullend pensioen genoemd. Kenmerkend is de
verhouding tussen pensioenaanspraken en het verrichten van arbeid. Voor ZZP’ers is geen
pensioenregeling in de tweede pijler, tenzij hij arbeid verricht in een onderneming die valt
onder een verplichtstelling. Pensioenfondsen en instellingen mogen geen individuele
regelingen voor zelfstandigen uitvoeren.
De toekomst van pensioen en het pensioenakkoord
Vier hoofdlijnen voor het pensioenstelsel in de toekomst:
1. Voor alle werkenden moet een toereikend pensioen mogelijk zijn, maar de manier
waarop vergt maatwerk rekening houdend met de aard van diverse werkrelaties.
2. Overgang naar een actuarieel faire pensioenopbouw. Dit betekent dat er een balans is
tussen premie en opbouw van pensioenaanspraken en er op voorhand geen
herverdeling tussen leeftijdsgroepen plaatsvindt.
3. Er dient een transparanter en eenvoudiger pensioen te komen, waarbij de
pensioenregeling is gericht op de opbouw van een persoonlijk pensioenvermogen.
4. Er komt meer ruimte voor maatwerk en keuzemogelijkheden.
Andere punten: minder snelle stijging AOW leeftijd, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
voor zelfstandigen en meer fiscale ruimte voor vervroegde uittredingsregelingen met name
gericht op degenen met zwaar werk.
Belangrijkste punt is een nieuw pensioencontract waarbij een leeftijdsonafhankelijke premie
het uitgangspunt is. De opbouw van pensioenaanspraak wordt een actuarieel faire degressieve
opbouw. Jongeren bouwen dus met dezelfde premie meer pensioen op dan ouderen. Dit is
eerlijk, gelet op de bredere beleggingshorizon van de premies van jongeren.
,Voorts is het de wens om tweede pijlerpensioen mogelijk te maken voor ZZP’ers. Tot slot
moet het nieuwe stelsel meer perspectief bieden op een koopkrachtig pensioen. Dus in goede
tijden eerder omhoog, in slechte tijden eerder omlaag.
De juridische houdbaarheid van het invaren van het nieuwe pensioencontract
Europeesrechtelijke houdbaarheid van het nieuwe pensioenstelsel draait in de hoofdzaak om
drie uitgangspunten: i) handelen in overeenstemming met het eigendomsrecht, ii) bepalingen
over gelijke behandeling bij arbeid en iii) het behoud van de verplichtstelling.
Eigendomsrecht, art. 1 EP EVRM en art. 17 Handvest Grondrechten EU stellen dat iedereen
het recht op eigendom heeft. Niemand kan dit recht ontnomen worden behalve in het
algemeen belang, in gevallen en onder de voorwaarden waarin de wet voorziet en mits het
verlies tijdig op billijke wijze wordt vergoed. Drie criteria: i) de inbreuk moet bij wet zijn
voorzien, ii) de inbreuk moet in het algemeen belang zijn en iii) de inbreuk moet evenredig
zijn en het wezen van het recht op pensioen mag niet worden ontnomen. Potentiële risico’s op
een ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht zullen zeer beperkt zijn bij het
invaren.
HvJ EU Eigendomsrecht: Het recht op eigendom heeft geen absolute gelding, niet kan
worden gesteld dat het recht op eigendom het recht op een pensioen van een bepaald bedrag
doet ontstaan. Niettemin moet elke beperking van het recht op eigendom de wezenlijke
inhoud van dat recht respecteren.
Behoud van de verplichtstelling (art. 101 & 106 VWEU): zie verderop. Gelet op het belang
van solidariteit tussen generaties en de onderbouwde aanname dat dit alleen bij een
verplichtstelling is te realiseren, voldoende is om de verplichtstelling mee te blijven
rechtvaardigen.
Ten aanzien van de nieuwe premieregeling is de rechtvaardiging eveneens te vinden in de
bedrijfstakbrede acceptatieplicht en in het feit dat zonder de verplichtstelling de kans bestaat
dat het fonds bij uittreding van werkgevers met relatief veel ‘goede’ risico’s de
pensioenregeling voor andere werkgevers met relatief veel ‘slechte’ risico’s, met name de
kleine en middelgrote ondernemingen, op den duur niet meer tegen aanvaardbare kosten kan
uitvoeren.
Gelijke behandeling (art. 3, 7 & 8 WGBLA). Het is aan de overheid om een onderscheid
objectief te rechtvaardigen. Of sprake is van ongerechtvaardigd leeftijdsonderscheid in wet-
en regelgeving zal afhangen van de precieze vormgeving van het pensioencontract en
formulering van de rechtvaardiging in de wetteksten en de toelichting daarop.
De hoofdregel is dat direct of indirect onderscheid op grond van leeftijd en indirect
onderscheid op grond van geslacht verboden is, tenzij sprake is van een objectieve
rechtvaardiging. Drie criteria: i) er moet een legitiem doel voor het onderscheid zijn, ii) het
onderscheid moet een passend en iii) noodzakelijk middel zijn om dat doel te bereiken. In de
verdeelregels van het nieuwe pensioenstelsel wordt onderscheid gemaakt op grond van
leeftijd, maar dit is waarschijnlijk gerechtvaardigd. De POVK mag geen verschillen voor
mannen en vrouwen inhouden.
Gelijke behandeling speelt niet alleen een rol bij het nieuwe pensioencontract, maar ook in de
transitie. Het loslaten van de doorsneesystematiek leidt tot onderscheid op grond van leeftijd
, dat objectief gerechtvaardigd moet worden. Gerichte compensatie voor een verminderd
pensioenperspectief kan bijdragen aan die rechtvaardiging en zal tevens ten opzichte van de
groep goed moeten worden onderbouwd. Een objectieve rechtvaardiging kan worden
gevonden in de argumentatie om juist een voor alle groepen gelijkwaardig pensioenresultaat
mogelijk te maken en tevens rekening te houden met gerechtvaardigde verwachtingen.
Met de doelen die het pensioenakkoord beoogd te behalen, wordt het algemeen belang
gediend, hetgeen als rechtvaardiging voor de voorgestelde wijzigingen kan dienen.
Een recente uitspraak van het Europees Hof is mogelijk een belemmering voor het invaren in
het nieuwe pensioenstelsel.
Lutjens stelt dat het Hof duidelijk is. Pensioen is een eigendomsrecht, maar dat geeft geen
recht op pensioen van een bepaalde hoogte en beperkingen zijn mogelijk indien deze in het
algemeen belang zijn en de ‘wezenlijke inhoud’ van de pensioenrechten niet aantasten.
Volgens Lutjens wordt de formulering van de pensioentoezegging bij het invaren anders,
maar er wordt niet direct pensioen ontnomen. Invaren is niet geblokkeerd door de
eigendomsbescherming.
Van Meerten is het niet eens met Lutjens en stelt dat het invaren juridisch nauwelijks
houdbaar is. Hij stelt dat de rechten van een individu niet zonder diens directe toestemming
gewijzigd kunnen worden, tenzij daarvoor zeer zwaarwegende belangen zijn.
Pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst (POVK) is vormvrij. Het beginsel is dus altijd contractsvrijheid.
Art. 1 Pw: Pensioen is ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of
nabestaandenpensioen. Het begrip pensioen is daarmee verbonden aan het zich voordoen van
een specifieke gebeurtenis.
Toeslagen
Een toeslag is een verhoging van de pensioenaanspraak, daarmee valt het begrip toeslag onder
het begrip pensioen. Toeslagen kunnen voorwaardelijk of onvoorwaardelijk zijn. Toeslagen
kunnen alleen voorwaardelijk zijn als dit in een van de pensioendocumenten is opgenomen
(art. 95 lid 3 Pw).
Ten eerste kan sprake zijn van onvoorwaardelijke toeslag in de periode tot aan pensionering,
die óók gegeven wordt indien de deelnemer slaper wordt. Ten tweede kan er ook een
onvoorwaardelijke toeslag zijn toegezegd die alleen wordt gegeven zolang aan de
pensioenregeling wordt deelgenomen, en die niet doorloopt nadat de deelnemer slaper is
geworden. Deze tweede vorm hoeft niet vooraf gefinancierd te worden.
Woorden als ‘kan’, ‘streeft’, ‘intentie’ of ‘heeft de ambitie’ duiden tekstueel op een
voorwaardelijke toeslag.
Karakters pensioenovereenkomst
Art. 10 Pw: Een POVK dient het karakter te hebben van een uitkeringsovereenkomst, een
kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst.
De uitkeringsovereenkomst is de POVK inzake een vastgestelde pensioenuitkering:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chefarbeidsrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.76. You're not tied to anything after your purchase.