Aanmelding/screening
Is dit een patiënt wat ik als fysiotherapeut kan behandelen?
Screening
Als de patiënt zonder verwijzing naar de fysiotherapeut is gegaan wordt hij/zij gescreend om te
kijken of er indicatie is voor fysiotherapie. Is de patiënt niet op de goede plek bij de fysiotherapeut
wordt gekeken naar welke andere discipline hij/zij doorgestuurd kan worden. Het screeningsgesprek
bestaat uit een aantal stappen:
1. Aanmelding
Uitleg over de procedure van het screeningsproces, wat het inhoudt en wat de patiënt kan
verwachten. Je legt de patiënt uit dat er door middel van een kort gesprek met mogelijke
toevoeging van een aantal screeningstesten wordt gekeken of we te maken hebben met een
pluis/niet-pluissituatie. Van hieruit wordt besloten of verder fysiotherapeutisch onderzoek
geïndiceerd of gecontra-indiceerd is en het diagnostisch/therapeutisch proces volgt.
2. Inventarisatie hulpvraag
Therapeut vraagt wat de patiënt graag wil bereiken met de therapie. Dit kan uitgevraagd
worden door middel van de PSK
3. Screening pluis/niet-pluis (gesprek)
Hierbij wordt er gescreend op algemene en specifieke rode vlaggen.
Algehele rode vlaggen:
o Algemene malaise
o Ongewild gewichtsverlies
o Koorts
o Nachtelijks zweten
o Pijn die niet beïnvloedbaar is door houding en beweging
o Neuropathische pijn
o Neurologische symptomen krachtsverlies, geïsoleerde atrofie, radiculaire
uitvalsverschijnselen
o Recent trauma
o Tekenen van een ontstekingsproces
Specifieke rode vlaggen
o Reumatische ziekten reumatoïde artritis, ziekte van bechterew en
polymyalgie
o Maligniteiten tumor, metastasen van bijvoorbeeld mammacarcinoom of
okselklierpathologie
o Cardiale aandoening angina pectoris
o Diafragmaprikkeling bijvoorbeeld door (kwaadaardige) aandoeningen aan
de lever, galblaas of longen
Radiculair syndroom items
Deze omvatten sensorische symptomen in de arm, zoals paresthesieën,
gevoelloosheid, verminderde tastzin, verminderde spierkracht of spiercontrole,
beperkte cervicale range of motion (ROM), gedefinieerd als een rotatie < 60 graden,
uitstralende pijn in de arm (dominant over de nekpijn)
, Tractus circulatorius
Het is bekend dat een cardiale klacht pijn kan veroorzaken in de linkerschouder
(soms zelfs rechts) en de interscapulaire regio. Ook de nek/hals-regio en beide
kaakgewrichten kunnen gebieden zijn waar pijn zich manifesteert als gevolg van een
hartaandoening. De fysiotherapeut kan vragen naar pijn op de borst, kortademigheid
en een inspanningsbeperktheid
Afwijkend beloop
Wanneer een gezondheidsprobleem een onverklaarbaar verloop heeft, kan dit een
waarschuwingssignaal zijn voor de fysiotherapeut. Deze moet een verklaring kunnen
geven waarom een beloop afwijkend is
Mechanisch karakter
De pijn moet duidelijk houdings-en bewegingsafhankelijk zijn
4. Screening pluis/niet-pluis (testen)
Cervicaal
Korte flexie knik
Uitgangshouding patiënt Patiënt ligt op de rug
Uitgangshouding therapeut Therapeut staat aan het hoofdeinde van de onderzoektafel
Uitvoering De fysiotherapeut plaatst 1 hand op C3 ter fixatie. De
andere hand omvat de linea occipitalis en geeft rek in
tractierichting. De fysiotherapeut plaatst zijn schouder op
het voorhoofd van de patiënt en geeft hiermee een druk
naar dorsaal (translatie C0 naar dorsaal). Beide
handelingen zorgen voor een korte flexieknik. Deze test
moet minimaal 10 seconden worden aangehouden,
behalve wanneer er eerder symptomen optreden.
Verklaringsmechanisme Door de korte flexieknik wordt de voorste atlasboog tegen
de dens aangedrukt waardoor deze naar dorsaal beweegt.
Dit wordt tegengehouden door het sterke ligamentum
transversum atlantis. Wanneer dit laks of beschadigd
geworden is zal de dens niet tegengehouden worden en
zich richting het myelum met de omringende
hersenvliezen (vooral de dura mater) bewegen. Dit kan tot
tekenen van myelum- en of hersenvliesprikkeling leiden.
Uitkomstmaat Bij prikkeling van de dura mater zal uitgebreide referred
pain kunnen optreden. Patiënt kan pijn aangeven tot
onder de scapulae, tot boven op het hoofd met bilaterale
uitstraling in de bovenarmen. Bij prikkeling van het
myelum kunnen neurogene symptomen optreden
bilateraal in de bovenste en onderste extremiteiten. Denk
aan sensibiliteitsstoornissen, bijvoorbeeld paresthesieën in
de kuiten. Ook kan het zogenaamde teken van L’Hermite
optreden: een schietende pijn langs de wervelkolom tot in
de armen en benen.
Opmerking Normaal zal deze test niet vaak positief zijn. Alleen door
een ernstig trauma of een systeemziekte, zoals
bijvoorbeeld reumatoide arthritis kan het ligamentum
transversum atlantis kapot gaan.
, Lange flexie CWK
Uitgangshouding patiënt In zit op een onderzoekkruk
Uitgangshouding therapeut Therapeut staat dicht bij de patiënt i.v.m. de veiligheid
Uitvoering De patiënt voert een actieve totale flexie van de cervicale
wervelkolom uit. Kin tegen het borstbeen geldt als norm.
Verklaringsmechanisme Door de flexie wordt het myelum strak getrokken tegen de
achterkant van de corpora van de cervicale wervelkolom.
Er ontstaat een spanningstoename in het myelum. Bij
ernstig artrotische veranderingen in de cervicale
wervelkolom, met name aan de achterzijde van de
corpora, kan het myelum bij deze beweging geprikkeld
worden.
Uitkomstmaat Hetzelfde als bij de korte flexie. Bedenk wel dat het
myelum bij deze test op een ander bewegingssegment
geprikkeld wordt dan bij de korte flexie knik.
Extensie CWK
Uitgangshouding patiënt In zit op onderzoekkruk
Uitgangshouding therapeut Therapeut staat dicht bij de patiënt i.v.m. de veiligheid
Uitvoering De patiënt voert een volledige extensie van de cervicale
wervelkolom uit en houdt deze positie 30 seconden vast.
Verklaringsmechanisme Bij de extensie kan, vooral bij oudere patiënten, een
doorbloedingsafname in de a. carotis interna en de a.
vertebralis optreden. Ook kan bij oudere patiënten met
artrotische veranderingen, het myelum geprikkeld worden.
Uitkomstmaat Duizelig, drop attacks, kersenplukkersfenomeen. Myelum-
verschijnselen zoals beschreven bij de lange flexie.
Rotatie links en rechts
Uitgangshouding patiënt In zit op onderzoekkruk of ruglig
Uitgangshouding therapeut Therapeut staat dicht bij de patiënt i.v.m. de veiligheid.
Uitvoering De patiënt voert een rotatie uit naar één zijde. Eerst kijkt
de fysiotherapeut naar de ROM en vervolgens wordt deze
positie 30 seconden vastgehouden (als dit niet te pijnlijk
is).
Verklaringsmechanisme Een rotatie kleiner dan 60 graden naar de aangedane zijde
hoort in het cluster bij een cervicaal radiculair syndroom.
Bij het aanhouden van de rotatie kan het lumen
(vaatholte) van de a. vertebralis zowel homolateraal als
heterolateraal afnemen.
Uitkomstmaat Herkenbare pijn in de arm bij rotatie van minder dan 60
graden naar de aangedane zijde of duizeligheid bij het
vasthouden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentfysiooo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.