100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 3.6.2 $4.80
Add to cart

Summary

Samenvatting 3.6.2

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting probleem 2 blok 3.6

Preview 3 out of 27  pages

  • November 14, 2020
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting probleem 2- Taal en geheugen
Algemeen
- Kolb, B., & Wishaw, I. Q. (2015). Chapter 19: Language. In Kolb, B., & Wishaw, I. Q.,
Fundamentals of human neuropsychology.

Taalstructuur

Woorden bestaan uit fonemen: fundamentele taal geluiden die een woord of een deel van een
woord vormen. Als we fonemen combineren, vormen we morfemen: de kleinste betekenisvolle units
van een woord (do in undo). Sommige morfemen zijn één woord, maar soms moeten er meerder
morfemen worden samengevoegd om een woord te vormen. Het lexicon zijn alle woorden en hun
betekenissen die we onthouden. De grammaticale taalregels noemen we ook wel syntax. De
betekenis van woorden noemen we semantiek. Vocale intonatie is prosodie. Discourse is het
hoogste niveau van taalverwerking, hierbij draait het om het samenvoegen van zinnen om een
betekenisvol verhaal te maken. Tot slot gebruiken we klinkers en medeklinkers om zo lettergrepen te
maken, niet-menselijke wezens kunnen geen lettergrepen vormen, omdat ze geen medeklinkers
kunnen vormen.

Basis taalvaardigheden

- Categoriseren: Er zijn verschillende parallelle neurale kanalen die inkomende sensorische
informatie verwerken. Hoe meer van deze kanalen er zijn en hoe meer cortexen hierbij
betrokken zijn, hoe moeilijker het wordt om één beeld van de realiteit te vormen. Daarom is
het categoriseren van de inkomende informatie handig. Dit is handig om informatie later ook
weer terug te halen. De ventrale visuele stroom zou betrokken zijn bij het categoriseren van
objecten. De dorsale stroom zou meer automatisch onderscheid maken tussen bijvoorbeeld
wel/ niet menselijk.
- Labelen van categorieën: We kunnen woorden gebruiken om te categoriseren, maar we
kunnen ook het categoriseren gebruiken om zo de juiste woorden te weten. Zo kan het
bijvoorbeeld het geval zijn dat iemand geen concept meer kan waarnemen, maar men nog
wel weet hoe dat concept genoemd wordt. Het kan ook zo zijn dat men het concept nog wel
kan waarnemen, maar dat men niet meer weet hoe dat concept heet.
Het labelen van een categorie gaat dus niet alleen om het identificeren ervan, een functie
van de temporale kwabben, maar ook om het organiseren van de informatie binnen een
categorie, een functie van de motor cortexen in de frontale kwabben.
- Volgorde van gedrag bepalen: Om taal te produceren hebben we een bepaalde volgorde
nodig van bepaalde gedragingen (strottehoofd bewegen). De linker hersenhelft speelt een
belangrijke rol in de volgorde van bewegingen om spraak te produceren. We maken
daarnaast ook bewegingen met ons lichaam om zo nonverbale taal te produceren.
- Mimiek: dit helpt in taalontwikkeling. Baby’s prefereren het luisteren naar spraak boven
andere geluiden. Als ze beginnen te brabbelen, kunnen ze geluiden maken die gebruikt
worden in alle talen. Daarnaast gebruiken ze ook mimiek. De spiegelneuronen in onze
corticale taalgebieden zouden verantwoordelijk zijn voor het kunnen nadoen van geluiden,
woorden en daden die bij taal horen.

,Ontstaan van taal

- Discontinuity theorie: taal zou zich snel ontwikkeld hebben en plotseling aanwezig zijn
geweest in de moderne mens.
- Continuity theorie: Taal zou gradueel zijn ontwikkeld.




Localisatie van taal

Er zijn veel verschillende anatomische gebieden betrokken bij taal, deze kunnen ook op verschillende
manieren worden weergegeven. In de inferieure frontale gyrus en de superior temporal gyrus liggen
Broca’s (gebied 44 en 45) en Wernicke’s gebieden (gebied 22). Ook de omliggende gyri zijn bij taal
betrokken. Verder bestaat er nog de Heschl’s gyrus (primaire auditieve cortex) en deze vormt samen
met de anterior en posterior superior temporal planes de planum temporale.
Broca’s gebied zou weer bestaan uit twee subdivisies: een anterieure en posterieure regio in gebied
45 en een dorsaal en ventraal gebied in gebied 44. De anatomie van taal is dus moeilijk te begrijpen.
Hiernaast is de supplementaire motor cortex nog bij taal betrokken (ritmische mondbewegingen), de
thalamus, dorsolaterale gedeelte van de caudate nucleus, cerebellum, visuele gebieden (lezen),
sensorische wegen, motorwegen en wegen die deze gebieden verbinden. Veel gebieden in de
rechterhersenhelft zijn betrokken bij taal.

Neurale connecties tussen taalgebieden

Het Wernicke-Geschwind model ziet er als volgt uit: begrip wordt gehaald uit geluiden in Wernicke’s
gebied, dit wordt doorgegeven aan de arcuate fasciculus weg naar Broca’s gebied die spraak
produceert.
Volgens andere onderzoekers zouden de temporale en frontale cortex verbonden zijn door paren
van dorsale en ventrale taalwegen. Dit zou een uitbreiding zijn van de dorsale en ventrale visuele

, stromen. De informatie tussen de temporale en frontale cortex zou beide kanten op gaan. Informatie
van zicht gaat naar de auditieve taal paden via de dorsale en ventrale visuele stromen en draagt bij
aan lezen. Informatie uit de pariëtale cortex zou ook bijdragen aan de ventrale en dorsale taal paden
en zou meer met braille te maken hebben. Gebied zes (ventrale premotor gebied) is hier onderdeel
van de dorsale stroom en gebied 47 is hier onderdeel van de ventrale stroom.

- Dorsale taalweg: Transformeert geluid in beweging. Hij zet dus fonologische informatie om
in articulatie. Deze informatie gaat bottom-up. De temporale cortex verzamelt dus geluiden
met een fonetische structuur en geeft die door aan de frontale cortex voor articulatie. Hier
komt dus geen betekenis van de woorden bij. Betrokken bij korte- en langetermijngeheugen
van fonemen.
Afasie aan de dorsale weg zou ervoor zorgen dat men geen woorden meer kan articuleren,
maar men ze nog wel kan begrijpen.
- Ventrale taalweg: Transformeert geluid in betekenis. Hij zet dus fonologische informatie om
in semantische informatie. Deze informatie gaat top-down. Betrokken bij korte- en
langetermijngeheugen van semantiek.
Afasie aan de ventrale weg zou ervoor zorgen dat men de woorden wel kan articuleren, maar
men de woorden niet meer begrijpt.

Beide wegen zijn betrokken bij syntax. De dorsale weg categoriseert geluiden in termen van
frequentie en associatie. De ventrale weg zoekt de betekenis van de grammatical organisatie van
woorden. Non-verbale spraak maakt ook gebruik van deze wegen.

Spraakzones gezien bij breinstimulatie en operaties

Ook hier kwamen Broca’s en Wernicke’s gebied in de linker hersenhelft weer naar voren. Daarnaast
de sensorische en motor representaties van het gezicht en het supplementaire spraakgebied in beide
hersenhelften. Schade aan de Broca’s en Wernickes gebied zorgen voor chronische afasie. Schade
aan de sesnorische en motorgebieden zorgen voor tijdelijke afasie. De volgende dingen waren te zien
bij stimulatie:

- Totaal verlies van spraak of onbekwaamheid om spontaan vocale geluiden te maken (‘oh’).
- Aarzeling bij stimulatie van alle gebieden en onduidelijke spraak vooral bij stimulatie van de
dorsale gebieden in Broca’s gebied en ventrale gezichtsgebieden in de premotor en motor
cortex.
- Verstoring in spraak en herhaling van woorden en zinnen ontstaat vooral na stimulatie van
Broca’s en Wernickes gebied en na stimulatie van het gezichtsgebied.
- Verwarring van nummers als men telt komt ook voor na stimulatie van Broca’s en Wernickes
gebied.
- Onbekwaamheid om objecten te noemen alhoewel men nog wel kan praten komt ook door
stimulatie van het anterieure (Broca’s) en posterieure (Wernickes) spraakgebied.
- Misnoemen en blijven noemen van woorden terwijl ze fout zijn komt ook door stimulatie aan
het anterieure (Broca’s) en posterieure (Wernickes) spraakgebied.

Tijdens stimulatie van Broca’s gebied waren deelnemers niet in staat om vrijwillige
gezichtsbewegingen te maken en dit verstoorde ook fonemische discriminatie en gebaren. Stimulatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JNLouws. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.80
  • (0)
Add to cart
Added