,Week 1
Het strafprocesrecht dient ertoe om te onderzoeken of er inderdaad een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden, en als dat dan zo is, of dat ook aanleiding geeft tot een reactie. In die zin is het
strafproces de schakel tussen feit en reactie. Het strafprocesrecht regelt die schakel.
Doelen van het strafproces:
- Primaire doelen:
o Mogelijk maken toepassing materiële strafrecht;
o Waarheidsvinding;
o Gerechtigheid versus rechtszekerheid;
o Rechtsvrede:
Voor de gemeenschap: kanaliseren maatschappelijke onrust, voorkomen
eigenrichting;
Maar ook voor de verdachte en het slachtoffer.
o Rechtsbescherming: in de rechtstaat heiligt het doel niet alle middelen.
- Secundaire doelen:
o Speciale preventie;
o Generale preventie.
Van doel naar feitelijke invulling strafvordering:
- Hoe moeten we het strafprocesrecht/de strafrechtspleging dan inrichten?
- Modernisering Wetboek van Strafvordering;
- Welke aard geeft men de strafrechtspleging? Aard medebepaald door:
o Criminaliteitsbestrijding vs. Machtsbeheersing;
o Accusatoir (adversair) vs. Inquisitoir:
Wie is verantwoordelijk voor wat?
Hangt dus samen met: welke procesdeelnemer heeft welke rol?
Criminaliteitsbestrijding vs. Machtsbeheersing:
- Een goed ingericht strafproces moet zoveel mogelijk bevorderen de toepassing van de
strafwet op den werkelijk schuldige en tevens de veroordeling, kan het zijn, de vervolging van
den niet-schuldige naar vermogen verhinderen.
Aard strafproces: accusatoir vs. Inquisitoir:
- Verantwoordelijkheid vervolging: particulier of publiek?
o Principe: wie klaagt rechtsschender aan? Iedere burger (sycofant)? Slachtoffer
(accusatio; action directe) Magistraat (Schout, OvJ)?
- Verantwoordelijkheid waarheidsvinding:
o Burgers of rechter? Maar feitelijk hybride stelsels;
o Onderzoek terechtzitting:
Verdediging/OM of rechter (Actieve rol ter terechtzitting met vooronderzoek
door autoriteiten als basis voor de feitenvaststelling)?
- Verantwoordelijkheid eerlijke rechtspleging:
o Verdediging (Acc.), autoriteiten (inq.) en/of gemeenschap (jury)?
- Conclusie Nederland:
o WvSv 1926: hybride: per saldo gematigd inquisitoir;
Beroepsrechter, geen lekeninbreng;
Onderzoek wordt gedomineerd van overheidswege;
Zwaar accent op het vooronderzoek, het dossier vormt ruggengraat van de
strafrechtspleging;
Invloed art. 6 EVRM.
o Maar nu, vertrouwen op onderzoek of op tegenwerping?
Dilemma: onbetrouwbare autoriteiten vs. Slechte verdediging.
Mordenisering WvSv: verantwoordelijkheid en adversarialiteit.
Procesdeelnemers:
,- Er is dus een relatie tussen positie/rol van procesdeelnemers en visie op de aard van de
strafrechtspleging.
- De onpartijdige en onafhankelijke rechter:
o Vooronderzoek en hoofdonderzoek: RC van leider van het vooronderzoek naar
toezichthouder.
o Actieve rol en onpartijdigheid: spanning?
o Controle: wraking en verschoning (512-517 Sv)
- De Officier van justitie:
o Magistraat of crime fighter?
- De raadsman:
o Strafrechtspleging verlangt goede raadsman;
o Principiële partijdigheid; maar ook zand in de strafrechtsmachine?
o Salduz en verhoorbijstand.
o Verantwoordelijkheden nemen toe (Modernisering WvSv).
- De verdachte:
o Onschuldpresumptie: bewijsregel of ook beperkingsregel;
o Autonoom rechtssubject: vrijblijvendheid of verantwoordelijkheid.
- Slachtoffer:
o Eigen rechter (51a-51h Sv, 12 Sv);
o Loutering vs. Fundamentele complicering strafproces.
- Getuigen (slachtoffers en anderen):
o Conflict tussen verdedigingsrechten en bescherming getuigen?
o Betrouwbaarheid.
- Deskundigen: toenemende rol: Putten, Schiedam, Lucia
o Expertise paradox;
o Outsourcing authority?
, Week 2
Er is een relatie tussen positie/rol van procesdeelnemers en visie op de aard van de
strafrechtspleging.
De onpartijdige en onafhankelijke rechter:
- Vooronderzoek en hoofdonderzoek: van toezichthouder (RC) naar leider van het onderzoek
(zittingsrechter);
- Rol van de RC is in de loop der tijd sterk veranderd;
- Actieve rol en onpartijdigheid: spanning?
- Controle: wraking en verschoning (512-517 Sv).
De officier van justitie:
- Magistraat of crime fighter?
o Magistraat: machtsbeheersing
o Crime fighter: criminaliteitsbestrijding.
o OvJ heeft een dubbelrol. Hij is een magistraat en wij verlangen dat ook als zodanig
optreedt. Dat betekent dat hij ook waakt over de procesrechten van de verdachte. Hij
doet verder ook onderzoek naar de criminaliteit en daar onderneemt hij actie op; hij is
dus ook te kwalificeren als crime fighter: dit past meer in een aqcuisatoire procedure:
beide partijen zijn gelijk en behartigen hun eigen belangen.
- Vervolging: hij bepaalt of er wordt vervolgd en waarvoor er wordt vervolgd.
- Opsporing:
- Toezicht op strafvonnissen:
o Toezicht op de tenuitvoerleggingen etc.
o Dat is eigenlijk afgevallen dit jaar, die taak is verschoven naar het ministerie.
De raadsman:
- Wat doet hij allemaal?
o De zaak bespreken met cliënt;
o De verdediging in goede banen leiden;
o Bijdrage aan de bewijsverzameling;
o Steun verlenen aan de verdachte;
o Toezicht houden op de gevangeniscondities;
o Rechtshulp verlenen;
o Toezien op de naleving van procesregels.
- Strafrechtspleging verlangt goede raadsman. Vgl. HR NJ 2010/532.
- Principiële partijdigheid; maar ook zand in de strafrechtsmachine?
o Het is niet de taak van de verdediging om de waarheid te vinden. De verdediging is
altijd partijdig.
o De verdediging mag alle juridische middelen gebruiken die zij nodig acht, ook al
worden die middelen slechts gebruikt om het proces te vertragen. Je mag echter niet
de waarheidsvinding hinderen (getuigen beïnvloeden, bewijs verduisteren, etc.). De
raadsman is in die zin wel aan regels verbonden.
- HR-Salduz en verhoorbijstand
o Voorafgaand aan het verhoor moet de verdachte een advocaat kunnen spreken, om
zo de positie te kunnen bepalen.
- Verantwoordelijkheden nemen toe (Modernisering WvSv);
o Verdere verschuiving naar het vooronderzoek met meer verantwoordelijkheden voor
de verdediging.
De verdachte:
- Onschuldpressumptie: bewijsregel of ook beperkingsregel?
o Onschuldig tenzij het tegendeel is bewezen.
o O.a. vanwege de menselijke waardigheid.
o Je kan het eigenlijk als twee manieren uitleggen: bewijsregel en ook beperkingsregel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rurechtenstudent1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.