100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennisbasis taal H11 $3.16
Add to cart

Summary

Samenvatting Kennisbasis taal H11

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting, begrippenlijst en een kort overzicht van hoofdstuk 11 uit het boek basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe. Deze samenvatting is gemaakt met de 2e druk van het boek (de groene variant)

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • H11
  • November 15, 2020
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 22 Flashcards
Free 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Pictografisch schrift

Answer: Een schriftsysteem waarbij concrete woorden worden weergegeven door middel van tekeningen en afbeeldingen

2.

Logografisch schrift

Answer: Schriftsysteem waarbij elk woord wordt weergegeven door een plaatje zoals in het chinees

3.

Alfabetisch schrift

Answer: Schriftsysteem waarbij taal wordt weergegeven door de afzonderlijke spraakklanken van een woord te noteren.

4.

Foneem

Answer: Een klank die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt

5.

Grafeem

Answer: Een letter of lettercombinatie die naar een foneem verwijst.

6.

Klankzuiver

Answer: Een woord is klankzuiver als de spelling overeenkomt met de uitspraak

7.

Fonologisch principe

Answer: Baisisprincipe van de Nederlandse spelling waarbij elk foneem door een apart grafeem wordt weergegeven. Ook wel het beginsel van de standaarduitspraak genoemd.

8.

Morfologisch principe

Answer: Principe van de Nederlandse spelling waarbij elk foneem door een apart grafeem wordt weergegeven. Ook wel het beginsel van de standaarduitspraak genoemd.

9.

Syllabisch principe

Answer: Principe van de Nederlandse spelling. Het houdt in dat klankstukken bepalend zijn voor de spelling van een woord.

10.

Etymologisch principe

Answer: Principe van de Nederlandse spelling. Het houdt in dat de herkomst bepalend is voor de schrijfwijze van een woord of spraakklank. Het geld voor leenwoorden bij woorden met ei/ij en au/ou

H10 Taalbeschouwing
Inhoudsopgave
- Het taalsysteem blz 205
- Taalvariatie blz 223
- Taalverandering blz 225
- Taalbeschouwingsstrategie blz 227

10.1 Het taalsysteem
Taal is een systeem dat is opgebouwd uit allerlei elementen: klanken, woorden, zinnen
en teksten. We spreken wel van verschillende niveaus van de taal, je hebt de volgende 6
verschillende niveaus:


Niveau Regels voor Onderdeel taalkunde

1. Fonologisch Uitspraak Fonologie

2. Morfologisch Opbouw van woorden Morfologie

3. Syntactisch Volgorde van woorden Syntaxis

4. Semantisch Betekenis Semantiek

5. Pragmatisch Gebruik Pragmatiek

6. Orthografisch Spelling Orthografie


Fonologie
De fonologie is de klankleer. Als we de taal op het fonologisch niveau bekijken, dan
letten we op de uitspraak van woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken,
de intonatie of het woordaccent. De kleinste elementen van een taal zijn de
spraakklanken. Elke taal heeft zijn eigen bijzondere spraakklanken.

Klemtoon:
Zinsaccent:
Zinsmelodie: De intonatie waarmee een zin wordt uitgesproken.
Rijm:

Morfologie
De kleinste elementen van een taal zijn de spraakklanken of fonemen. Losse
spraakklanken hebben geen betekenis. Anders ligt het met woorden. Een woord heeft
altijd een betekenis. Maar heel vaak zijn woorden nog weer opgebouwd uit kleinere
betekeniselementen. De morfologie is een onderdeel van de taalkunde waarin men
onderzoekt hoe woorden zijn opgebouwd uit betekeniselementen en op welke manier
een taalgebruiker nieuwe woorden vormt. Woorden zijn dus niet de kleinste
betekenisdragende elementen van een taal. Ook voor- en achtervoegsels hebben
betekenis. Omdat er nog andere betekenisdragende elementen in een taal zijn dan
woorden, gebruikt men in de taalkunde de term morfeem. Een morfeem is het kleinste
betekenisdragende element van een taal. Er zijn twee soorten morfemen. We kennen

, morfemen die als los woord kunnen voorkomen en die niet verder zijn op te splitsen in
betekenisdragende delen, we noemen deze vrije morfemen. Daarnaast zijn er morfemen
die je niet als woord kunt gebruiken, maar die altijd gekoppeld zijn aan een ander woord,
zoals -ig en -heid. We noemen dat een gebonden morfeem. We kennen 4
morfologische principes:
1. Samenstelling - We spreken van samenstelling als twee losse woorden worden
samengevoegd tot één woord.
2. Afleiding - Een afleiding is een woord waarvan niet alle delen als zelfstandig
woord kunnen voorkomen.
3. Verbuiging - Bij een verbuiging is er ook sprake van het samenvoegen van een
vrij morfeem en een gebonden morfeem, maar er ontstaat niet en geheel nieuw
woord.
4. Vervoeging - De verbuiging van een werkwoord



Syntaxis
Taal is opgebouwd uit spraakklanken, woorden en zinnen. Met een zin bedoelen we
altijd een taaluiting die de functie heeft van een mededeling, vraag of bevel. Je kunt een
zin isoleren en de relaties tussen de woorden beschrijven dat gebeurt in de syntaxis, de
leer van de zinsbouw. De regels voor de combinatiemogelijkheden van woorden in een
zin, noemen we grammaticale of syntactische Regels. Op het syntactisch niveau van de
taal beschrijven we dus de regels voor het combineren van woorden. Je kunt op
verschillende manieren het syntactische niveau van de taal beschrijven. Je kunt letten
op:
- Woorden - Hierbij ga je van de afzonderlijke woorden in een zin na tot welke
woordsoort ze behoren
- Woordgroepen - Hierbij kijk je naar de relaties tussen woorden
- Zinsdelen - Hierbij kijk je naar de relaties tussen de zinsdelen
- Zinstypen - Hierbij kijk je naar het geheel

Er zijn 3 soorten zinnen
- Mededelende zin /Een vrachtwagen blokkeert de oprit
- Vragende zin /Kom je morgen op mijn feestje?
- Gebiedende zin/ Kom hier!

Actieve zin: In een actieve zin valt de handelende persoon altijd samen met het
onderwerp: T ​ wintig duizend uitzinnige s​upportert bezochten de wedstrijd.
Passieve zin: In een passieve wordt de handelende persoon niet genoemd in het
onderwerp, maar in een bepaling die met ‘door’ begint: De wedstrijd werd bezocht d ​ oor
twintigduizend uitzinnige supporters.
Directe rede:​ ​
Wanneer je iemand in zijn letterlijke woorden citeert: Hij zei: ‘​ het sneeuwt’
Indirecte rede: Wanneer je iemands woorden omschrijft: ​Hij zei dat het sneeuwde

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anika123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.16
  • (0)
Add to cart
Added