100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting GIO: Gedrag in Organisaties $5.30
Add to cart

Summary

Complete samenvatting GIO: Gedrag in Organisaties

1 review
 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van Gedrag in Organisaties.

Preview 4 out of 36  pages

  • Yes
  • November 15, 2020
  • 36
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: alexiaschoof • 3 year ago

avatar-seller
Gedrag in organisaties


Week Inhoud Voorbereiden

1 Gedrag van mensen in organisaties en motivatie H 1, H 2.4 t/m 2.7
2 Ontwikkeling van groepen en samenwerking H 3, H 4
3 Vormen van communicatie en besluitvorming H 5, H 9.1 t/m 9.5
4 Macht en leidinggeven H6
5 Organisatiecultuur H8
6 Stress en conflicten H 10


Hoofdstuk 1: individu en organisatie
Gedrag van mensen in organisaties begrijpen en sturen.
Doel: beïnvloeden van arbeidsgedrag in organisaties zoals verzuim, productiviteit, samenwerking,
leidinggeven, motiveren.

Motiveren is jezelf of anderen bewegen iets met de nodige inspanning en energie te presteren.
Motieven: beweegredenen/ drijfveren
Het gaat om de vraag waarom mensen hun energie en talenten ergens in steken, of waarom ze dat
niet doen. Welke overtuigingen, drijfveren, emoties en externe factoren liggen daaraan ten
grondslag?

Ontstaan van motivatie
 Interne krachten (behoefte)
 Externe krachten (situatie)
 Betekenisgeving: wisselwerking tussen behoefte en situatie (cognitieve benadering)

Behoeftepiramide van Maslow (1943 – 1954)

Uitgangspunten

Deprivatie: de
mens komt in
actie bij een
tekort.

Hiërarchie:
behoeften
kunnen worden
geordend.




Eerste 4 behoeftes: deficiëntie behoeften.

ERG-theorie van Alderfer

,Meerdere behoefte kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn. Er is geen sprake van een vaste hiërarchie.
 Existentiële behoeften: materiele zekerheid
 Relationele behoeften: goede relaties, liefde en vriendschap
 Groeibehoefte: persoonlijke groei en zelfontplooiing
Verschillen met Maslow
 Verschillende soorten behoeften kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn.
 Frustratie- regressiehypothese: hoe meer de bevrediging van hogere behoeften bevredigd
wordt, des te belangrijker behoeften van lager niveau worden.
Overeenkomsten met Maslow
 Deprivatie zal leiden tot activatie

McClelland
 Prestatiebehoefte
 Machtsbehoefte
 Affiliatiebehoefte: mensen zijn gericht op het scheppen van goede relaties met anderen
Verschillen met Alderfer en Maslow
 Ieder individu ontwikkelt in eerste levensjaren een behoefteprofiel
 In specifieke functies is vaak een dominante behoefte te vinden. Bijvoorbeeld
machtsbehoefte bij midden en hoger management.

Dominante behoefte is aangeleerd, in het leren speelt beloning van gedrag (reinforcement) een rol.

Externe situaties kunnen gedrag uitlokken
- Trial and error: door een proces van gissen en missen dingen leren en ontdekken.
- De wet van het effect: Skinner (1953)
De gevolgen van een handeling bepalen of iemand de neiging heeft om die te herhalen of
juist achterwege te laten.
- Groot deel van menselijk gedrag wordt automatisch uitgelokt (geconditioneerd).
- Bekrachtiging van gedrag.

Welke gevolgen een bepaalde handeling oproept, is afhankelijk van kenmerken van de situatie:
stimuli.

Trekkende kracht: gedrag wordt vertoond omdat dat wordt uitgelokt door de situatie.
Duwende kracht: aangezet tot gedrag door hun behoeften.

Verwachtingstheorie Vroom (1964)




De motivatie van een persoon om zich in te spannen is een functie van:
1. Inspanning- prestatieverwachting
2. Prestatie- opbrengstverwachting
3. Waarde van de opbrengsten




Attributietheorie: verklaart waarom mensen zich willen inspannen.

,Wat is de oorzaak van gedrag?
 Interne attributie: oorzaak ligt in de persoon zelf
 Externe attributie: oorzaak ligt in de situatie
Attributiefouten
 Fundamentele attributiefout: invloed van de situatie op gedrag van de ander wordt
onderschat
 Zelf dienende vertekening: neiging om succes intern te attribueren, en falen extern te
attribueren. Hierdoor blijft een positief zelfbeeld in stand.

Relatieve motivatie: via verwachting dat je zelf invloed kan uitoefenen op een resultaat.

Capaciteiten: intelligentie
Competenties: kennis en vaardigheden

Persoonlijkheid: patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens en gedragingen.
The Big Five van Goldberg (1992)




Attitudes
Attitude (opvattingen): relatief stabiele houding met betrekking tot een attitudeobject.

,  Cognitieve aspecten
 Emotionele/ affectieve aspecten
 Gedragsintentie

Gedragsintentie: attitude lever een neiging op om bepaald gedrag te vertonen.

Cognitieve dissonantie: ontstaat als attitudes en gedrag tegenstrijdig zijn.

ASE- model




Relatie individu en organisatie
Wederzijdse afhankelijkheid: inbreng en opbrengsten werknemer en werkgever: ruilrelatie.

Inbreng: tijd, inspanning, kennis, vaardigheden, sociale steun.
Opbrengsten: salaris en secundaire arbeidsvoorwaarde, interessant werk, sociale contacten,
waardering en status, opleiding, training en loopbaanperspectief

Betrokkenheid
Betrokkenheid bij de organisatie heeft zijn oorsprong in emotionele en rationele afwegingen.
Meyer en Allen onderscheiden 3 vormen van betrokkenheid
 Affectieve betrokkenheid: gevoel deel uit te maken van de organisatie
 Normatieve betrokkenheid: fatsoenlijk om bij de organisatie te blijven
 Continuïteitsbetrokkenheid: moeilijk om verworvenheden elders weer op te bouwen

Arbeidssatisfactie: hoe plezierig mensen hun werk en werkomstandigheden ervaren.
Kenmerken van het werk
Sociale omgeving/ sociale steun
Aard van de beloning

(On)Billijkheid
Billijkheid: vergelijking van verhouding inbreng en opbrengsten van jezelf t.o.v. een ander.
Algemeen vergelijkingsniveau en vergelijkingsniveau met alternatieven.




Veranderende verhoudingen; het nieuwe werken
Werken onafhankelijk van tijd en plaats

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lavieebelle. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.30  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added