100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financiële markten (Geld, Internationale Economische Betrekkingen en bedrijfsomgeving) $5.03   Add to cart

Summary

Samenvatting Financiële markten (Geld, Internationale Economische Betrekkingen en bedrijfsomgeving)

3 reviews
 237 views  33 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In de samenvatting worden de hoofdstuk 1 t/m 5 van het boek Geld, Internationale Economische Betrekkingen en bedrijfsomgeving samengevat. De samenvatting is gemaakt met daarbij voorbeelden en/of toelichting om zo de stof te verduidelijken.

Preview 4 out of 44  pages

  • No
  • 1 t/m 5
  • November 16, 2020
  • 44
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: mkvdberg • 2 year ago

review-writer-avatar

By: stanverkruijsse01 • 3 year ago

Translated by Google

Clear and very clearly described. It's nice to read.

review-writer-avatar

By: ermelindaespulien • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Financiële markten
Geld, Internationale economische betrekkingen en bedrijfsomgeving
Hoofdstuk 1 t/m 5



Inhoud
Hoofdstuk 1: aanbod van geld.................................................................................................2
Hoofdstuk 2: vraag naar geld en het monetair beleid............................................................10
Hoofdstuk 3: internationaal economisch verkeer en de betalingsbalans...............................15
Hoofdstuk 4: valutamarkt.......................................................................................................23
Hoofdstuk 5: vermogensmarkten...........................................................................................35
Bibliografie............................................................................................................................ 44




Geschreven in oktober 2020, door Nienke

,Hoofdstuk 1: aanbod van geld

Eenvoudige economie
 Weinig verschillende soorten productie
 Samenleving op landbouw en eenvoudige en handarbeid
 Goederenruileconomie  landbouwers en bedrijven zullen producten met elkaar
ruilen die zelf niet geproduceerd kunnen worden.
 Transactiekosten  de tijd en moeite om producten te ruilen
Ingewikkelde economie
 Hogere noodzaak tot ruilen
 Meer specialisatie in een bepaald product.
 Ontstaan van geld als ruilmiddel  lagere transactiekosten
De 3 belangrijkste functies van geld zijn:
 Ruilmiddel
 Rekeneenheid
 Oppotmiddel
Geld als ruilmiddel
 Primair ruilmiddel
 Maakt artikelen kopen mogelijk
 Ontstaan van tijdsverschil, betalen op moment dat nodig is
 Ontstaan ongedifferentieerde koopkracht: je kunt op moment dat je goederen ruilt
voor geld alles kopen. Iemand kan zelf kiezen wanneer hij/zij iets koopt.
 Geld noemen we liquide middelen
Geld als rekeneenheid
 Maatstaaf voor de waarde van goederen en diensten
 Benodigd bij het opstellen voor o.a. een budget voor de waardebepaling
 Gewaardeerd op basis van kostprijsberekening
 Minder prijzen door het uitdrukken van waardes voor een bepaald goed
 Transparantere economie  prijzen hebben dezelfde eenheid
Geld als oppotmiddel
 Geld bewaren voor uitgaven in de toekomst
 Bestedingen hoeven niet direct te gebeuren
 Geld opzijzetten voor bijv. beleggingen
 Geld op een spaarrekening plaatsen als liquide middel  oppotgeld




De EMU
 19 Europese landen
 Gezamenlijk geldstelstel  eurozone

, o Versterking voor het ruilmiddel  ongedifferentieerde koopkracht in een groot
gebied
o Hoge kosten voor omwisselen van valuta
o Lage concurrentiepositie t.o.v. Amerika door 1 munt
o Onderhouden internationale contacten  geen kosten valutarisico
 Valutarisico  risico op verandering van de wisselkoers van vreemde valuta
o Lagere transactiekosten
o Makkelijker beleggen in een ander land door zelfde munt

Inflatie en de efficiëntie van geld
 Inflatie  voortdurende stijging van prijzen van goederen en diensten
 Prijzen verhogen  lagere koopkracht voor medewerkers en dus meer winst
 Lonen verhogen stijging koopkracht medewerkers en een lager winst
Hyperinflatie
 Een hoge en snelle stijging van prijzen.
 Deelbelangen nemen de overhand
 Liquide middelen moeten snel omgezet worden in producten/materiële goederen voor
bedrijven
o Geld wordt snel minder waard bij 1000% op jaarbasis, is dit al in enkele dagen
o Bij betalingen in termijnen wordt hier een formule toegepast ter voorbereiding op
mogelijke inflatie (inflatiecorrectie)
 Bedrijven kiezen voor een zelfverzekerd proces bij aankondiging van prijsstijging
vanuit de overheid
o Bedrijven verhogen prijzen
 Waardering naar vervangingswaarde


2.1 Soorten geld
 Munten
 Bankbiljetten
 Giraal geld
Muntgeld
 Edelmetalen van kleine hoeveelheden met een hoge waarde
 Waarde van geld  waarde van metalen op een bepaald moment 
marktwaarde=intrinsieke waarde
 Edelmetalen met nominale waarde
o Nominale waarde  waarde van een munt d.m.v. een stempel




Bankbiljetten
 Tegenwoordig zijn bankbiljetten een monopolie van de centrale bank
o Monopolie: een bepaald iets wordt uitgegeven door alleen 1 partij
 Ontstaan geldschepping: uitlenen van het geld voor betaling van transacties

, o Wederzijdse schuldaanvaarding: bankiers geven promessen, debiteuren
aanvaarden een schuld. Door middel van een lening.
o Betrouwbaarheid geldstelstel daalt
 Dubieuze debiteuren: iemand kan een lening niet meer terugbetalen
o Promessen kunnen niet worden omgezet  mensen zetten geen geld meer op
de bank
Giraal geld
 In handen van de algemene banken (bijv. Rabobank)
 Ontstaan Kredietverlening door middel van een bankrekening dit gaat als volgt;
1. Een vermogend particulier houdt bankbiljetten aan
2. Een vermogen particulier leent bankbiljetten uit
3. Een bank leent geld uit in de vorm van tegoeden (rekening courant)
4. Een bank verricht betalingen voor cliënten zonder tussenkomst van chartaal
geld.
 Renderen d.m.v. kredietverlening
o Het uitlenen van geld tegen een bepaalde rente
 Geldschepping alleen toegestaan onder toezicht van de centrale bank
 Giraal te goed: direct opeisbaar te goed
o Voorbeeld: iemand leent geld, en heeft dus meer koopkracht  tegoed
rekening courant
o Wederzijdse schuldaanvaarding de bank leent geld (liquide schuld) uit en de
schuld aanvaarder betaalt dit op termijn terug
 Het toenemen van de geldhoeveelheid van het publiek door een bank noemt men
dan ook geldschepping.
o Ontstaan substitutie  verplichting tot omzetting van giraal geld in
bankbiljetten
 Liquiditeitspositie  mate waarin banken in massale geldomzetting kunnen voorzien
o Te lage positie  faillissement
 Kredietcrisis  weinig uitgave in kredietverleningen
Primaire liquiditeitenmassa
 Meting van geldhoeveelheid door analyse van balansen van de MFI
o MFI: monetaire financiële instellingen  geld uitgevende sector van het
eurogebied
 Primaire liquiditeitenmiddelen  waarmee gelijk betaald kan worden
o Bankbiljetten
o Munten
o Giraal geld
 Liquiditeitenmassa: geld wat daadwerkelijk uitgegeven kan worden
o Liquiditeitsmiddelen – kasmiddelen bij de bank (giraal geld wat niet gelijk
opgenomen kan worden)
o = M1
 Betaalpas  betaalinstrument, middel om betaling te doen


Secundaire liquiditeitenmassa en samenstelling M3
 Uitlenen van geld d.m.v.
o Liquiditeitsoverschotten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkedehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82191 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.03  33x  sold
  • (3)
  Add to cart