Complete samenvatting voor de kennistoets van sociale rechtvaardigheid. In deze samenvatting is de reader en het boek 'Creativiteit als uitdaging in sociaal werk' samengevat. Zelf heb ik mijn openboektentamen met deze samenvatting gemaakt en gehaald met een 7.3.
Sociale rechtvaardigheid
Creativiteit als uitdaging sociaal werk
(Beekers, Kroes & Rosmalen, 2017)
Creativiteit is het tot stand brengen van iets wat nieuw is en waardevol.
Creativiteit is relevant voor vragen waarvoor standaardwegen ontbreken, tekortschieten,
ongewenst of onbekend zijn voor de probleemeigenaar.
creativiteit in 4 aspecten PPPC
1. Product: er is sprake van iets dat tot stand wordt gebracht
2. Proces: er is sprake van iets tot stand brengen. De weg waarlangs iets tot stand
wordt gebracht, wordt ook wel proces genoemd. Het zijn de stappen die nodig zijn
om tot iets nieuws te komen. Zelfs God had zeven dagen nodig om de we-reld te
scheppen.
3. Persoon: er is sprake van een creatieve persoon of groep personen.
4. Context: er is sprake van een situatie waarbinnen iets gezien wordt als nieuw en/of
waardevol.
PPPC als definitie voor creativiteit:
Creativiteit is de interactie tussen bekwaamheid, proces en omgeving die leidt tot een
waarneembaar product dat nieuw en waardevol is binnen een sociale context.
3 hoofdvormen van creativiteit
- Probleemoplossende creativiteit: nieuwe oplossing is het creatief product
- Vormgevende creativiteit: waarneembaar product
- Speelse creativiteit: proces van creativiteit staat centraal i.p.v. product
fasen van een creatief proces:
1. vraagfase: het vinden van een probleem of vonk;
2. verkenningsfase: het inwinnen van informatie over het probleem;
3. ideefase: het vinden van mogelijke ideeën;
4. realisatiefase: het vormgeven van een oplossing
grote C-creativiteit:
Kaufman en Beghetto spreken van grote C-creativiteit als het gaat over producten die van
vernieuwend belang zijn voor een gemeenschap van mensen
Mini c-creativiteit:
als er sprake is van waardevolle vernieuwing vanuit het perspectief van een individueel
persoon.
Kaufman en Beghetto maken nog een nader onderscheid tussen kleine c-creativiteit en mini
c-creativiteit. Hierbij gaat het bij de kleine c over producten die door de directe omgeving als
nieuw en waardevol worden ervaren, zoals een kindertekening door vader en moeder.
Bij deze vorm van creativiteit is het moeilijk onderscheid te maken tussen product en proces.
,pro c-creativiteit
Deze vorm verwijst naar uitvindingen en producten die nieuw en van waarde zijn voor een
specifiek deel van een gemeenschap, zoals een groep sociaal werkers.
Divergeren betekent uiteenwijken. Bij het divergeren ben je gericht op het genereren van
verschillende alternatieve oplossingen en perspectieven. Je bent bezig met het bedenken en
verbeelden van mogelijkheden, terwijl je je oordeel uitstelt. Alles kan en mag: rek je denken
zo veel mogelijk op buiten je conventionele kader. (bedenken van nieuw)
Convergeren is het je richten en focussen op één punt. Bij het convergeren worden de
gegenereerde ideeën geselecteerd en gecombineerd vanuit bruikbaarheid en
waardevolheid. Hier is dus oordelen weer wel van belang. (waardevol)
1. Vraagfase (de vonk):
de vonk is je motivatie
2. Verkenningsfase (het
vuur); je komt tot een
dieper begrip van je
vraagstuk doormiddel
van onderzoek
3. Idee fase (vondst): op
zoek naar nieuwe
ideeën/ strategieën
4. Realisatiefase (vorm):
opzoek naar manier
om je idee te
realiseren
Graham Wallas (Art of Thought) Op basis van
uitgebreide studie van vele getuigenissen en
beschrijvingen van cre-atieve processen van
vooraanstaande wetenschappers en
kunstenaars komt Wal-las tot een model
waarin hij vier stadia onderscheidt in het
creatieve proces:
- preparatie: het probleem wordt vastgesteld en van alle kanten onderzocht met
de beschikbare kennis en ervaring;
- incubatie: stadium van schijnbare rust – er zijn wel degelijk denkprocessen, maar
er wordt niet zichtbaar aan het probleem gewerkt;
, - illuminatie: het moment waarop de oplossing zichtbaar wordt en tot het
bewustzijn doordringt (het ‘eurekamoment’);
- verificatie: de gevonden oplossing wordt uitgebreid onderzocht op houdbaarheid,
bruikbaarheid en validiteit, vraagt vaak om een langdurige uitwerking
De vraagfase
Hoe kom je tot een vraag?
- het vinden van een vraag;
- het helder krijgen van de vraag;
- het goed formuleren van de vraag;
- eigenaarschap van en betrokkenheid bij de vraag krijgen (voor jezelf of andere
betrokkenen).
Psychiater Gerben Hellinga (geciteerd in De Graaf & Kunst, 2005, p. 105) noemt dit beeldend
‘zie-je-wel-isme’. Hij onderscheidt drie niveaus van zie-je-wel-isme: selectieve waarneming,
verkeerd interpreteren en uiteindelijk zelfs het manipuleren van situaties, zodat deze maar
in het plaatje van ‘hoe het hoort en hoe we het gewend zijn’ blijven passen.
4 technieken in de vraagfase:
1. lijstjes maken (bucketlist/ geluklijst)
2. wil-doe-matrix (doe ik, doe ik niet, wil ik, wil ik niet schema)
3. wauw/auw techniek (wat is het beste en slechtste dat kan gebeuren)
4. probleem/bijna probleem/kans-techniek
de 4 B’s van een goed probleem of uitdaging
Betrokken – Je wordt geraakt door het probleem of de uitdaging, je moet er echt last van
hebben of waarde aan hechten.
Bereid – Behalve betrokken moet je het probleem ook echt aan willen pakken. Je gaat ervoor
en bent bereid moeite en inspanning te leveren in de zoektocht naar oplossingen.
Bevoegd – Je bent daarnaast degene die formeel en informeel de zeggenschap heeft om met
het probleem aan de slag te gaan. Jij mag knopen doorhakken en actie ondernemen.
Bekwaam – Bovendien heb jij de benodigde capaciteiten en mogelijkheden om het probleem
aan te pakken, zoals talent, daadkracht, gezag, invloed, budget, enzovoort.
Verkenningsfase
3 delen van de verkenningsfase:
1. Het eerste doel is achterwaarts gericht: je verwerft informatie over het probleem,
waarna je de oorspronkelijke vraag herformuleert zodat je meer tot de kern komt of
kiest voor een ander, kansrijker en uitdagender perspectief op je vraag
2. Het tweede doel is voorwaarts gericht: je verwerft kennis en informatie om mogelijke
ideeën voor oplossingen in beeld te kunnen brengen.
3. 3 Het derde doel is commitmentgericht: door verdieping en verdere verkenning van
de uitdaging die je wilt aangaan, creëer je betrokkenheid en ‘vuur’.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jgeurken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.52. You're not tied to anything after your purchase.