De samenvatting is van het gehele boek, daarnaast heb ik de aantekeningen uit de les nog in de tekst verwerkt. Dit alles zorgt voor een volledig document waardoor jij net zoals ik met gemak een voldoende kunt halen!
Samenvatting Bestuursrecht.
Week 1, Hoofdstuk 1 t/m 5.
Inleiding.
Het bestuursrecht gaat over regels die betrekking hebben op de verhouding tussen een burger en
bestuursorgaan en tussen bestuursorganen onderling.
Kenmerk bestuursrecht.
Kenmerk van het bestuursrecht is dat het bestuursorgaan optreedt als gezagsorgaan; een orgaan dat
bevoegd is de rechtspositie of status van een burger of een ander bestuursorgaan te bepalen of te
wijzigen. We denken hier aan de bevoegdheid om een vergunning of uitkering te verstrekken of te
weigeren, om een café of woning te sluiten en om een belastingaanslag op te leggen.
Algemene wet bestuursrecht.
De algemene regels van bestuursrecht zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De
Awb bevat regels van materieel en formeel bestuursrecht.
Materieel bestuursrecht.
Materieel bestuursrecht gaat over de inhoud van regels, zoals over de totstandkoming van besluiten,
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de behandeling van klachten.
Formeel bestuursrecht.
Formeel bestuursrecht gaat over het procesrecht in bestuursrechtelijke zaken (bestuursprocesrecht),
zoals over het maken van bezwaar en het instellen van (hoger) beroep.
Bijzonder bestuursrecht.
Bijzondere regels over bestuursrecht zijn te vinden in de specifieke wetgeving, zoals de wetgeving op
het terrein van het omgevingsrecht, socialezekerheidsrecht en belastingrecht.
Algemeen belang.
eenieders belang; het openbaar bestuur dient de samenleving zo te besturen dat burgers en
organisaties daar op een fatsoenlijke manier met en naast elkaar kunnen leven, wonen, werken en
recreëren. Het scheppen van orde.
,Waar de regels van het bestuursrecht betrekking op hebben.
Het bestuursrecht bevat regels (rechtsnormen) met betrekking tot:
1. De organisatie van het openbaar bestuur
2. Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
3. Regels waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
bestuursbevoegdheden
4. Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan
5. De juridische bescherming voor de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Openbaar bestuur.
Het openbaar bestuur is het geheel van instanties die bevoegd zijn bestuurshandelingen te
verrichten. Het openbaar bestuur treedt in verschillende hoedanigheden (bijv. gemeente, IND en
UWV en op verschillende manieren (bijv. in privaatrecht, maar ook via feitelijke handelingen) op en
behartigt daarbij het algemeen belang.
Besturen.
Het verrichten van bestuurshandelingen door de overheid en bestuursorganen, met uitzondering van
wetgeving in formele zin en rechtspraak.
Kenmerken Publiekrecht.
- Verticale verhouding; overheid is altijd partij
- Relatie tussen overheid en burger
- Eenzijdig karakter
- Dwang mogelijk
- Behartiging van het publieke belang
Fundamentele beginselen publiekrecht.
- Legaliteitsbeginsel
- Specialisatiebeginsel
,Hoofdstuk 1 Kernbegrippen Awb.
Dit hoofdstuk gaat over de kernbegrippen van de Awb. Centraal staat het begrip ‘bestuursorgaan’
(art. 1:1 lid 1 Awb). Dit is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Nationale bestuursorganen:
A-organen:
Centrale overheid.
o Regering
o Ministers
o Staatssecretarissen
o Gedeconcentreerde diensten/ambten.
Decentrale overheid.
o Openbare lichamen. Bestuursorganen daarvan
o Gemeente College B&W, gemeenteraad, BM
o Provincies PS, GS, CvdK
o Waterschappen Algemeen bestuur, dagelijks bestuur,
voorzitter/dijkgraaf
o Openbare lichamen voor Algemeen bestuur, dagelijks bestuur, voorzitter
beroep en bedrijf en andere
lichamen (orde van advocaten,
sociaaleconomische raad)
Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen. (ZBO)
o Behoren tot een overheidslichaam maar zijn geen orgaan daarvan en zijn ook niet
ondergeschikt daaraan.
o Verrichten taken van de centrale overheid ‘’buitenhuis’’. (UWV, DUO)
B-organen:
Personen of colleges met enig openbaar gezag bekleed.
o Behoren niet tot de overheid, maar bezitten wel overheidsgezag.
o Ten dele bevoegd om een overheidstaak uit te voeren.
o Worden bij koninklijk besluit aangewezen.
o Voeren in de meeste gevallen taken uit voor een specifiek doel.
o Voorbeelden van b-organen: De Nederlandsche Bank N.V. & APK-Keurmeester
, Besluit.
Het begrip ‘besluit’ wordt in de Awb omschreven als: een schriftelijke beslissing van een
bestuursorgaan, die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt (art. 1:3 lid 1 Awb).
Publiekrechtelijke rechtshandeling.
Een publiekrechtelijke rechtshandeling is een handeling die gebaseerd is op een publiekrechtelijke
bevoegdheid en die een wijziging brengt in de rechten of plichten van burgers. Awb-besluiten zijn te
onderscheiden in:
a) beschikkingen, deze zijn gericht op een individu, een concreet geval of een specifiek object;
b) besluiten van algemene strekking. Hiertoe behoren:
Algemeen verbindende voorschriften (avv): dit zijn naar buiten werkende, voor de daarbij
betrokkenen bindende regels, uitgegaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe
van de wet krijgt. Voorbeelden hiervan zijn een wet, een regeling van een minister en een
gemeentelijke of provinciale verordening.
Beleidsregels: algemene regels over de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de
uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan
(art. 1:3 lid 4 Awb).
Overige besluiten van algemene strekking: bijvoorbeeld een besluit tot aanwijzing van terreinen
en tot plaatsing van verkeersborden.
Het verkrijgen van bevoegdheid.
Een bestuursorgaan kan de bevoegdheid om een besluit in de zin van de Awb te nemen, verkrijgen
via attributie of delegatie.
Attributie.
Attributie is het bij wettelijk voorschrift toekennen van een publiekrechtelijke bevoegdheid aan
een bestuursorgaan. Een voorbeeld hiervan is de bevoegdheid van de inspecteur der belastingen
om op grond van art. 11 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen een belastingaanslag vast te
stellen.
Delegatie.
Bij delegatie draagt een bestuursorgaan zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten over aan
een ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art. 10:13 Awb). Delegatie aan
ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb), omdat degene die de bevoegdheid krijgt die
bevoegdheid zelfstandig mag uitoefenen. Delegatie past niet bij de hiërarchische verhouding die
er bestaat tussen een bestuursorgaan en een ondergeschikte. Daarentegen is mandaat de
aangewezen vorm om een bevoegdheid aan een ondergeschikte te geven.
Mandaat.
Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen (art. 10:1
Awb).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefsnippe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.