Hoorcollege 12 De staat............................................................................................................................... 15
Sociologie = de wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar samenleven.
Centrale vragen in de sociologie
- Wie horen bij wie? (solidariteit)
- Wie zijn de baas over wie? (hiërarchie)
- Wie doen wat en voor wie? (arbeidsdeling)
Mensen zijn altijd en overal van elkaar afhankelijk, er is dus sprake van interdependentie. Er
zijn vier verschillende manieren, bindingen, waarin mensen van elkaar afhankelijk zijn.
- Affectieve bindingen = afhankelijkheden tussen mensen die betrekking hebben op de
positieve en negatieve gevoelens die ze voor elkaar hebben. Dit heeft ook te maken
met het gevoel te behoren bij een bepaalde groep (identificatie en solidariteit) of
juist het niét horen bij een groep (in-groep out-group bias). > Wie horen bij wie?
- Politieke bindingen = afhankelijkheden die betrekking hebben op de fysieke dwang
die mensen op andere mensen kunnen uitoefenen. Mensen willen bescherming en
zijn daardoor van andere afhankelijk die deze bescherming kunnen bieden. Dit heeft
te maken met geweldsmonopolie. > wie zijn de baas over wie?
- Economische bindingen = afhankelijkheden die ontstaan door productie en verdeling
van schaarse goederen (voedsel, kleding, onderdak). Door arbeidsdeling, waarbij
1
, mensen zich richten op speciale arbeidstaken, hebben ze andere nodig om in hun
levensbehoeften te voorzien. > wie doen wat en voor wie?
- Cognitieve bindingen = afhankelijkheden door processen van kennisvorming en
kennisoverdracht (het aan en van elkaar leren).
Dit is een ‘ideaaltypische’ verdeling, in de sociale werkelijkheid is er altijd een verwevenheid
tussen de bindingen. Ook zijn de interdependentienetwerken continu in beweging omdat er
voortdurende veranderingen in samenlevingen zijn, de verhouding tussen afhankelijkheid
van mensen verandert dus.
Hoorcollege 1 De staat
De moderne staat is een historisch contingent construct dat in grote mate vormgeeft aan
onze levens.
Volgens Weber
Staat = een organisatie van een menselijke samenleving die een duurzaam
geweldsmonopolie uitoefent op een specifiek territoir.
- Heerschappij monopolie = het recht bindende besluiten te nemen over iedereen
- Geweldsmonopolie
- Belastingsmonopolie
Historisch = Staten hebben een historie, ze zijn er namelijk niet altijd geweest en hebben
zich ontwikkeld. Voor het ontstaan van de staten zijn er een aantal voorwaarden:
De primaire staten ontstonden uit drie voorwaarden:
Een zekere bevolkingsdichtheid
Gunstige geografische ligging
Intensieve landbouw en veeteelt, waarbij de landbouw meer opleverde dan voor
het voortbestaan van de producenten, er was dus surplus (te veel) en anderen
konden hierover gaan beschikken.
Hierop volgende voorwaarden voor een staat:
Territorialiteit, iedere staat heeft zijn eigen grondgebied
Arbeidsdeling en een daarmee verbonden hiërarchie
Centralisering van de macht:
o Geweldsmonopolie = de staat is de enige die met geweld mag dreigen, het
gebruiken en het bezitten. Geweld is dus gecentraliseerd en
gespecialiseerd bij en door de staat. Hierdoor zijn ze (fysiek) de sterkste
en hebben ze de politieke macht.
o Belastingmonopolie
Soevereiniteit door wederzijdse erkenning (soevereiniteit bestaat niet, elke staat is
nauw vervlochten met andere staten > volgens Zwaan)
Modernere ontwikkelingen van de staat
Natiestaat, staat met een samenhangend volk
Bureaucratisering en democratisering, er is sprake van een professioneel bestuur,
een overheid en rechtsspraak.
Verzorgingsstaat en grote overheid, de staat enorm gegroeid en is overal
aanwezig in ons leven.
o Sinds 35 jaar privatisering en liberalisering van de staat
Contingent = moeilijk woord voor ‘het had ook anders gekund’, bijvoorbeeld een wereld met
ander soort staten of geen staten
(Sociaal) Construct = we hebben staten zelf ‘geconstrueerd’, zelf gemaakt in ons hoofd. Ze
zijn er omdat wij denken dat ze er zijn en we er ons naar gedragen.
Onze levens = Op wat voor manier geven zij vorm aan onze levens:
Door migratie en migratiepolitiek
Samenleving en (on)gelijkheid
2
, o Bourdieu
Geweld, veiligheid en terreur
o De staat als ‘januskop’: door geweldsmonopolie veiligheid maar ook
onveiligheid, geweld kan tegen de bevolking gebruikt worden
o Zwaan en Swaan
Cultuur en kennis (als macht)
o Bourdieu
Je fysieke omgeving
Je gedrag
o Forsyth
Je denken
o Foucault
Hoorcollege 2 Natie & nationalisme
Twee posities om natie te definiëren
Primordialisme Constructivisme
Collectieve verbondenheid is een gegeven Verschijnselen in de werkelijkheid zijn
sociale constructies, bijproducten van
politieke strategieën, hebben dus een
geschiedenis en zijn een modern
verschijnsel
Biologisch component dat we altijd al met Natie, als afgebakende groepen, worden
elkaar verbonden zijn, het is een natuurlijk bewust en onbewust geconstrueerd en
fenomeen. gereproduceerd
Essensialisme naties zijn groepen mensen Instrumentalisme is een extremere vorm,
die zijn ontstaan uit relatief homogene waarbij natie bewust wordt ingezet als een
groepen die onder andere cultuur, taal, politiek instrument.
religie gemeen hadden, waardoor nationale
bewustzijn ontstond
Verbondenheid tussen mensen zorgt voor Natie zorgt voor verbondenheid tussen
natie mensen
Tussenpositie = natie is een groep mensen die zich bewust zijn van hun
onderlinge overeenkomst en verbondenheid (verbeelde gemeenschap) als
burgers van een staat dan wel als een potentiële burger van een nog te vormen
staat.
Natie/etnische groep
- Gedeelde geschiedenis
- Gedeelde normen en waarden
- Culturele gebruiken
- Vrijwel dezelfde taal
- (Dezelfde afkomst, etniciteit = groep mensen waar je van afstamt en je nationaliteit)
o Mensen met dezelfde afgebakende socioculturele identiteit; een gedefinieerde
culturele gelijkheid ten opzichte van andere.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaspeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.