Ontstaan
het auteursrecht automatisch door het maken van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst.
inschrijving in een register is niet vereist.
Berner Conventie (BC) is het belangrijkste internationale verdrag op het terrein van het auteursrecht,
staat het stellen van formele vereisten voor de verkrijging van auteursrechtelijke bescherming niet toe.
Universele Auteursrecht Conventie (UAC) laat aangesloten landen toe van niet-ingezeten voor de
verkrijging van auteursrecht vervulling van formaliteiten te verlangen, maar niet meer dan vermelding
van het teken ‘c’ vergezeld met de naam van de rechthebbende en het jaar van de eerste
openbaarmaking.
Nederlandse auteurs zijn in UAC-landen, die niet bij de BC zijn aangesloten en die een dergelijk
voorschrift voor hun eigen onderdanen kennen, alleen beschermd indien aan genoemde voorwaarde is
voldaan.
Nationale voorschriften die formaliteiten voorschrijven komen in strijd met de BC en kunnen daarom in
internationale situaties geen toepassing vinden.
Indien wel in overeenstemming met de BC is het vereiste dat ten aanzien van sommige publicaties het
auteursrecht uitdrukkelijk moet worden voorbehouden wil het kunnen worden gehandhaafd (art. 15 lid
1 + b Aw.)
Werken
Auteursrecht ontstaat op alle ‘werken van letterkunde, wetenschap en kunst’ (art. 1 Aw.)
Worden enige eisen gesteld waaraan een object moet voldoen, wil het als ‘werk’ worden beschermd —>
komen tot uitdrukking in het Lancome/Kecofa-arrest.
Hierin was aan de orde de vraag of de geur van een parfum een werk is in de zin van Auteurswet.
HR heeft dit bevestigd en beslist dat een voortbrengsel voor auteursrechtelijke bescherming in
aanmerking komt wanneer het:
i. voor menselijke waarneming vatbaar is.
wat zich in iemands hoofd afspeelt (ingeving/idee) mist dus auteursrechtelijke status. Het moet
waarneembaar zijn. Ook een manuscript wat in de la ligt en niemand kan zien, is een werk aangezien het
vatbaar is voor menselijke waarneming.
Gaat erom dat het waarneembaar is geweest. Dus wanneer olieverf door brand tenietgaat, blijft het
auteursrecht bestaan. —> dus gaat om de onlichamelijke (geestelijke) creatie en niet het stoffelijk
voorwerp waarin zij zich belichaamd. Niet het schilderij, maar de geestelijke schepping die in het
schilderij is neergeslagen wordt beschermd.
Goed om in acht te nemen dat het werkbegrip een geharmoniseerd Europees begrip is en de HvJ de
hoogste uitlegrechter is. Echter, deze door de HR ontwikkelde criteria wijken niet af van het HvJ.
,ii. een eigen, oorspronkelijke karakter heeft en het persoonlijke stempel van de maker draagt (EOK &
PS)
In het Endstra-arrest heeft de HR meer duidelijkheid verschaft over de betekenis van de vereisten van
EOK en PS:
- EOK = dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk. Degene die twijfelt aan de
oorspronkelijkheid moet zelf bewijzen dat de maker zijn werk aan eerder bestaand werk heeft
ontleend.
- PS = moet sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van
creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest.
HvJ heeft zich ook over het werkbegrip uitgelaten in het Infopaq-arrest waarbij is beslist dat alleen
‘materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de
auteur ervan’ voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
OF: er is sprake van een intellectuele schepping wanneer de maker van het werk zijn creatieve
bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzen waardoor
de maker in staat is zijn werk een persoonlijke noot te geven.
Vuistregel; men moet zichzelf de vraag stellen of het uitgesloten geacht moet worden dat twee auteurs,
onafhankelijk van elkaar, precies hetzelfde werk maken.
Wanneer die vraag bevestigend moet worden beantwoord aannemen dat er sprake is van een werk
dus: hoe meer keuzemogelijkheden voor de auteur om zijn creatie gestalte te geven, hoe groter de
kans is dat hij een auteursrechtelijk beschermd werk schept.
iii. het EOK & PS niet enkel datgene betreft wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch
effect.
Voor vormgeving technisch bepaald is, is men aangewezen op het octrooirecht.
Alleen vormgeving die louter technisch/functioneel bepaald is, is van auteursrechtelijke bescherming
uitgesloten. Vormgeving die louter door functionaliteit word gedicteerd, is schaars
denk aan een kurkentrekker; de ‘worm’ is een zuiver functionele vorm en komt niet voor
auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Maar als je de ‘worm’ combineert met
niet-technische/functionele vormgeving die het voorwerp EOK&PS geven dan is er wel sprake van
auteursrechtelijk beschermd werk. (kurkentrekkers met een heel design/kleuren creatie)
Art 10 Aw
Onder werken van letterkunde, wetenschap of kunst wordt verstaan:
1) boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften
2) toneelwerken en dramatisch-muzikale werken
3) mondelinge voordracht (rede, toespraak, het college, de preek)
4) choreografische werken en pantomines (goochelroutine)
5) muziekwerken met of zonder woorden
6) teken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken (beeldende kust0
7) aardrijkskundige kaarten
8) ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde, de aardrijkskunde,
plaatsbeschrijving of andere wetenschappen
,9) fotografische werken (dient te worden onderscheiden van gefotografeerde objecten, gaat er echt om
dat de fotograaf bepaalde keuze heeft gemaakt qua licht/compositie/afstand)
10) filmwerken
11) werken van toegepaste kunst en tekeningen en modellen van nijverheid (industriële vormgeving,
vormgeving van het uiterlijk van producten)
12) computerprogramma’s
Lid 3 databanken toegevoegd
deze lijst is niet limitatief
Verzamelwerk
Werk dat bestaat uit afzonderlijke werken van een of meer auteurs, zoals; encyclopedieen, dagbladen,
tentoonstellingen, tijdschriften.
Het bijeenbrengen (de creatieve selectie en ordening) van verschillende werken levert degene onder
wiens leiding en toezicht de verzameling tot stand komt een verzamelaarsauteursrecht op. Kunnen ook
onder art 10 lid 3 Aw. Vallen.
§3 Werken waarop geen auteursrecht ontstaat
Art 11 Aw bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten, en verordeningen die door de openbare
macht zijn uitgevaardigd en evenmin op rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen.
§10 Geldingsgebied
Art 47 Gw van toepassing op alle werken van letterkunde, wetenschap of kunst, zowel van voor het in
werking treden van de wet (1 nov 1912) als van daarna, met dien verstande dat op genoemde datum
reeds vervallen auteursrechten niet zijn herleefd.
Belangrijker is de vraag waar feiten moeten zijn voorgevallen, wil het daaraan door de Auteurswet
verbonden rechtsgevolg intreden.
Art 47 Gw: Auteurswet is rechtstreeks van toepassing:
a) op alle werken die voor de eerste maal door of vanwege de maker in Nederland zijn uitgegeven
b) op alle zodanige niet of niet aldus uitgegeven werken waarvan de markers Nederlanders zijn.
Lid 3 een werk is ‘uitgegeven’ indien het met toestemming van de maker in druk is verschenen, of in
het algemeen indien met toestemming van de maker een zodanig aanbod van exemplaren, van welke
aard ook, heeft plaatsgevonden dat daardoor, gelet op de aard van het werk, wordt voorzien in de
redelijke behoeften van het publiek.
§11 Unierecht
Doel om auteursrecht in lidstaten stapsgewijs te harmoniseren.
Lidstaten dienen de richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving (implementatie), aangezien
richtlijnen geen directe werking hebben. Nationale rechter is echter verplicht deze nationale regels
zoveel mogelijk richtlijnconform te interpreteren.
§12 Berner Conventie
= belangrijkste verdrag op gebied van auteursrecht
Bescherming die de BC biedt is gebaseerd op het gelijkstellingsbeginsel dit betekent dat
auteursrechthebbenden, inde gevallen omschreven in de BC, in de aangesloten landen dezelfde
, bescherming genieten als die landen aan hun eigen onderdanen verlenen, onafhankelijk van de vraag of
in het land van oorsprong bescherming wordt verleend.
Toepassing
Gevallen waarin de Auteurswet via de BC van toepassing is, is geregeld in art. 3-6 BC.
Art 3 lid 1 BC verleent bescherming aan alle auteurs die onderdaan zijn van een verdragsland
Art 3 lid 2 Auteurs die geen onderdaan zijn van een verdragsland, maar wel in een dergelijk land hun
gewone verblijfplaats hebben worden gelijkgesteld
Auteurs die geen onderdaan zijn van een verdragsland en die op het moment van eerste publicatie van
een werk in een verdragsland ook niet hun gewone verblijfplaats in dat land hadden, kan het
verdragsland de bescherming van het werk beperken indien het land waarvan de auteur onderdaan is,
onvoldoende bescherming biedt voor werken van auteurs uit een verdragsland (art 6 BC)
Reciprociteitsbeginsel = stimulans geven aan het derde land om zijn beschermingsniveau op te trekken.
- Werken van auteurs-niet-onderdanen en niet-inwoners van de verdragslanden zijn bij eerste publicatie
in Nederland rechtstreeks door de Auteurswet beschermd. (47 Aw)
- Bij eerste publicatie buiten NL, maar binnen gebied van BC, zijn alleen de rechten uit de BC op hen
toepasselijk.
- Bij eerste publicatie buiten het gebied van de BC ontstaat geen enkele vorm van auteursrechtelijke
bescherming, tenzij binnen 30 dagen publicatie in een verdragsland volgt.
Eerste publicatie is dus beslissend.
Art 3 lid 3 onder gepubliceerde werken moet worden verstaan, werken die met toestemming van de
auteur zijn uitgegeven, welke ook de wijze van vervaardiging van de exemplaren is, mits deze zodanig ter
beschikking zijn gesteld dat daarmee wordt voorzien in de redelijke behoeften van het publiek, met
inachtneming van de aard van het werk.
§14 Overige verdragen
TRIPS-Verdrag
gaat uit van het gelijkstellingsbeginsel (art 3 Trips-verdrag)
Kent ook nog een meestbegunstigingsbeginsel (art. 4 TRIPS-verdrag) die discriminatie verbiedt tussen
onderdanen van verschillende landen.
Het verdrag verplicht de aangesloten staten de materieelrechtelijke bepalingen (1-12) van de BC na te
leven.
WIPO-Auteursrechtverdragen
= aanvullend verdrag als bedoeld in art. 20 BC.
Is gekomen met als doel het moderniseren van de bestaande verdragen (BC) in verband met de
technologische ontwikkelingen.
In art 8 WIPO is een algemeen openbaarmakingsrecht, waaronder ook zogenaamde on-demand en
interactieve systemen vallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisameltzer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.97. You're not tied to anything after your purchase.