Samenvatting van Basistextiel 1. Alle drie de readers zijn helemaal samengevat met extra voorbeelden en belangrijke informatie voor het tentamen. Als je deze samenvatting leert beschik je over alle belangrijke informatie.
Vezel = de basisstof van kleding en textielproducten voor huishoudelijk en industrieel gebruik.
Vezels bestaan uit polymeren (grote, ketenvormige moleculen)
Polymeren → vezel → garen → stof
Er bestaan drie soorten stoffen:
• Geweven
• Gebreid
• Vliesstof/non-woven (vezels → stof)
Kenmerken van vezels zijn:
• De lengte is vele malen groter dan de diameter (1000:1)
• Erg buigzaam
• Kleine diameter (10 t/m 200 micrometer)
Bronnen van vezels zijn:
• De natuur
Vezel dat als volledig gevormde vezel uit de natuur voorkomt
Katoen
• Kunstmatig uit natuurlijke grondstoffen
Vezel dat door de mens is gemaakt uit natuurlijke grondstoffen
Rayon, acetaat, triacetaat (gewonnen uit houtpulp), PLA-vezels (gewonnen uit
maiszetmeel)
• Kunstmatig uit organische of anorganische grondstoffen
Vezels die puur kunstmatig zijn. Worden gemaakt van polymeren die worden vervaardigd
uit chemische grondstoffen.
Polyester, Nylon
DENIER
In plaats van diameter spreken we bij vezels van denier.
Denier = de lineaire dichtheid van een vezel. Is gedefinieerd als
de massa in gram per 9000 meter vezel.
Een polyestervezel heeft een denier van 4. Dat betekent dat 9000
meter van deze vezel 4 gram weegt
,MICROVEZELS
Microvezels = vezels met een diameter van minder dan één denier per filament (dpf).
Bij microvezels gaat het om kunstvezels. De spintechnologie van microvezels is
smeltspinnen
Polyester, nylon
Microvezels worden tijdens het extruderen (douchekop) zodanig bewerkt dat ze
een zo klein mogelijke diameter hebben. Microvezels kunnen worden vervaardigd
door:
• De conventionele manier (normale manier)
Waarbij een vloeistof door kleine gaatjes in een spindop wordt geperst
• Splitbare vezeltechniek (Taartpuntmethode)
Waarbij de doelvezel geëxtrudeerd wordt → binnen een matrijs gevormd door een ander
polymeer → vervolgens uit de matrijs verwijderd door oplossing of andere methode
• Matrix-fibril techniek (Eilandjesmethode)
Waarbij de doelvezel geëxtrudeerd wordt → binnen een matrijs gevormd door een ander
polymeer → vervolgens uit de matrijs verwijderd door oplossing of andere methode
Kenmerken van microvezels:
• Stof voelt zachter aan
Komt doordat stof van microvezels groter oppervlak hebben
• Stof ademt meer
• Stof zit lekkerder
• Stof lijkt lichter
Stof van microvezels lijkt altijd lichter omdat de fijnere vezels een
groter oppervlak hebben en daardoor de weerkaatste
lichtbundels meer spreiden.
POLYMERISATIE
Polymeren = de moleculaire bouwstenen van vezels. Het zijn lange, ketenvormige moleculen en hun
structuur ligt aan de basis van de chemische samenstelling van de vezel.
Polymerisatie = het linken van kleine molecule (monomeer) tot een lange,
kettingachtige molecule (polymeer). Monomeer → polymeer.
Bij het vervaardigen van polyester reageren twee scheikundige stoffen (A en B) met
elkaar en vormen ze de eenheid AB. Deze AB-monomeer kan reageren met meerdere
andere AB-eenheden, totdat er een lange keten ontstaat van AB-eenheden die met
elkaar verbonden zijn.
Structuureenheid = de scheikundige stoffen die met elkaar reageren (de AB-eenheid)
Polymerisatiegraad = het aantal keer dat de structuureenheid in de structuur
voorkomt. Een hoge polymerisatiegraad leidt tot:
• Een langere keten
, • Een groter molecuulgewicht van het polymeer (hoe groter molecuulgewicht, hoe sterker de
vezel)
De positie van een polymeerketen binnen de vezel speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de
eigenschappen van die vezel. Er zijn twee soorten gebieden:
• Kristallijne gebieden
Het gebied binnen de vezel waar de polymeerketens recht, onbuigzaam en zitten dicht op
elkaar.
• Amorfe gebieden
Het gebied binnen de vezel waar de polymeerketens verspreid, zacht, buigzaam en bewegend.
Kristallijne gebieden Amorfe gebieden
Betekenis Het gebied binnen de vezel waar Het gebied binnen de vezel waar de
de polymeerketens recht, polymeerketens verspreid, zacht,
onbuigzaam en zitten dicht op buigzaam en bewegend.
elkaar.
Afhankelijke • Sterkte • Buigzaamheid
vezeleigenschappen • Stijfheid • Rekbaarheid
• Taaiheid • Verfbaarheid
• Smeltpunt Verfmoleculen kunnen niet
doordringen in de kristallijnen
gebieden binnen een vezel.
Verfmoleculen Kunnen niet doordringen Kunnen wel doordringen
Voorbeeld: Wol
Katoen Meer amorfe dan kristallijne.
Meer kristallijne dan amorfe. Daardoor erg rekbaar
Is een sterk textiel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laracleutjens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.