Cursus Belastingrecht - Schenk- en Erfbelasting 2020-2021
Dit document bevat een uitgebreide uitwerking van de colleges van het vak Successiewet en WBR met aanvullingen uit het boek.
Gebaseerd op het jaar 2020/2021.
Successiewet en WBR (Master)
Week 1: introductie Successiewet
Rechtsgronden Successiewet
Eerst even wat cijfers
• Jaarlijks vererft circa € 15 miljard
• 1% overlijdt met een negatief vermogen
• 70% van nalatenschap is kleiner dan € 100.000
• 86% van de nalatenschap is kleiner dan € 200.000
• 3% van de nalatenschap is groter dan € 500.000
o Totaal dat bij deze 3% vererft: 34%
-> Dus 34% van 15 miljard zit geconcentreerd bij de 3% grootste nalatenschappen
• Opbrengst 1,6% van totaal aan belastingopbrengsten
Je ziet dus hier dat een erg klein deel van de nalatenschappen uit flink wat vermogen bestaat en dat het grootste deel
van de nalatenschappen kleiner is dan ongeveer 200.000.
Inkomensverdeling per 10% inkomensgroep
De inkomensverdeling in NL loopt vrij gelijkmatig op. Dat zie je op bovenstaande afbeelding.
Vermogensverdeling
Hier zie je dat de onderste 50% gemiddeld bijna geen vermogen bezit en dat de rijkste 10% het merendeel van het
vermogen bezit. Dus de vermogensverdeling in Nederland is aanzienlijk schever dan de inkomensverdeling.
Waaruit bestaat de nalatenschap?
Hier zie je omvang van nalatenschappen. Je ziet dat een groot deel van de nalatenschappen de eigen woning is
(donkergroen), en de bank- en spaartegoeden (licht groen). Daarnaast heb je effecten en overige bezittingen en
schulden. Hierin zit niet besloten het ondernemingsvermogen omdat dat een bijzondere behandeling heeft in de
, Successiewet en WBR (Master)
erfbelasting (nagenoeg gehele vrijgesteld). De afbeelding is gebaseerd op vermogens waarover belasting wordt
betaald. Het geeft in die zin dus een vertekend beeld.
Nagelaten bedrag per leeftijdscategorie
Je ziet dat op oudere leeftijd de nalatenschap groter is. Mensen hebben dan meer gespaard. Je ziet eigenlijk gebeuren
bij mensen in de leeftijd van 55 tot 60. Dan zie je ineens het vermogen omhoogschieten en dat hangt samen met het
feit dat tegen die tijd vaak de eigen woning schuld voor een groot deel is afgelost en de kinderen financieel
onafhankelijk worden. Dit gaat dan door tot 70-75 jaar en daarna neemt het vermogen enigszins af. Die afname
hangt vermoedelijk samen met de toename aan zorgkosten (naarmate iemand ouder is), maar ook wordt er meer
geschonken als mensen ouder worden en dan neemt het vermogen ook af.
Hier zie je dat bij gehuwde de nalatenschappen van mannen en vrouwen ongeveer even groot is, maar dat bij
ongehuwde de vrouwen aanzienlijk meer nalaten dan de mannen. Opvallend is dat mensen die gescheiden zijn een
zeer kleine nalatenschap hebben. Je zou kunnen denken dat een echtscheiding een aanslag op het vermogen is. Het
lijkt er dus op dat scheiden een dure aangelegenheid is waarbij er veel vermogen verloren gaat.
Introductie erf- en schenkbelasting
• Op grond van Successiewet 1956 worden de volgende belastingen geheven:
o Erfbelasting
o Schenkbelasting
• Voor de heffing van erf- en schenkbelasting geldt het woonplaatsbeginsel
o Dit woonplaatsbeginsel knoopt aan bij de woonplaats van de erflater of schenker
o Erf- en schenkbelasting wordt dus slechts geheven als degene van wie wordt verkregen op het
tijdstip van verkrijging in NL woonde (of geacht werd te wonen).
o Woont de erflater of schenker ten tijde van het overlijden of de schenking in NL, dan zijn de
verkrijgers belasting verschuldigd over hetgeen zij krachtens erfrecht of schenkrecht verkrijgen.
-> De woonplaats van de verkrijger is daarvoor niet van belang.
Waarom heffen we erfbelasting?
• Juridische motieven
o Draagkrachtbeginsel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jamy13a. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.51. You're not tied to anything after your purchase.